Holland Festival: kan een virtuele popster sterven?

Holografische zangeres Hatsune Miku bezingt de zin van het bestaan

Cécile van Wijnsberge ,

De wereldwijd bekende Japanse popster Hatsune Miku is voor het Holland Festival twee avonden in Nederland, om de hoofdrol te vertolken in experimentele opera The End. Ze is alleen niet in levenden lijve te zien, want ze heeft geen aardse vorm: ze is slechts een projectie. Ook haar zangstem komt niet uit een strot, maar uit een elektronisch kistje. Componist Keiichiro Shibuya gebruikte haar als hoofdpersoon en instrument tegelijkertijd, en laat je in The End zien hoe het zou zijn als Miku op een dag wakker zou worden.

Hatsune Miku is naar het schijnt de allergrootste popster van Japan. Ze heeft miljoenen aanbidders wereldwijd, ondanks – of wellicht dankzij – dat ze geen mens van vlees en bloed is. Die weten vanavond ook de weg naar de Stopera te vinden: we zien opvallend veel jonge, vrolijk uitgedoste meisjes in de hoge, lichte foyer. Ze verzamelen zich rondom het beeld van Miku in de aankomsthal; er staat een fotografe klaar voor professionele portretten van de fans met hun idool. Ze zijn uitgelaten, want zo vaak krijgen ze niet de kans om Miku “live” te zien. Hoewel Japanse cultuur ook hier steeds meer terrein wint, is het fenomeen Vocaloid nog totaal niet tot de mainstream doorgedrongen. Vocaloids zijn karakters als Miku, virtuele popsterren wiens stemmen niet worden ingezongen door zangers maar gecreëerd door software. Tijdens shows worden de 3D-projecties van de Vocaloid-figuren veelal bijgestaan door een live band. Ze spelen hypercatchy J-pop, de populairste stroming binnen de Japanse popmuziek, een soort bubblegum pop on steroids. Ze laten zich echter niet tot dat genre beperken: een van de bijzondere eigenschappen van Miku en haar virtuele vrienden is dat je ze kunt laten zingen wat je wilt. Je typt de tekst, je speelt noten op een klaviertje op het scherm, en ze beginnen te zingen. Hun zangsoftware is open source, wat betekent dat iedereen het mag gebruiken en eraan mag sleutelen. Miku is van iedereen. 

Daar maakte componist Keiichiro Shibuya gebruik van voor The End, een anderhalf uur durende experimentele opera in het Japans. Shibuya is geschoold in klassieke compositie, componeert voor film en televisie en brengt albums uit met een mengeling van klassieke muziek en avant-gardistische elektronica en techno. Die combineert hij ook in The End, een stuk dat evenzoveel inspiratie opdoet bij Wagner als bij Aphex Twin. Miku's stem klinkt niet zoals op haar hits, waarop ze koud, stijf en onmogelijk vrolijk overkomt. Voor de programmering van Miku's stem is Vocaloid-producer PinocchioP verantwoordelijk, die het voor elkaar kreeg om haar te laten zuchten als een verdrietige Jane Birkin. Het voegt een hele nieuwe dimensie toe aan het personage: ze klinkt bedachtzaam, onzeker, terneergeslagen zelfs.

Ze heeft dan ook veel om over na te denken: de ideale popster bevindt zich in The End in een existentiële crisis. Over de dood had ze nog nooit nagedacht – dat was iets voor mensen, en zij is geen mens. Maar als een mysterieuze vrouw, een imperfecte, monsterachtige en tegelijk meer menselijke versie van haarzelf, haar erop wijst dat er wel degelijk een einde aan haar leven komt, verdwijnt de grond onder haar voeten. We volgen Miku in haar reis door haar eigen virtuele fantasie, waarin ze zich verschillende manieren om te sterven voorstelt. Is ze menselijker dan ze dacht? En waar ligt die grens? Een vriendelijk konijnachtig wezen probeert haar te beschermen, haar te vertellen over de buitenwereld waar ze niets van meekrijgt: “De bewolkte lucht heeft vandaag de kleur van fluorescerende lampen wanneer ze uit staan.” Maar Miku ziet de zin er niet langer van in. Miku kan echter niet spreken of zingen zonder input van buitenaf; dat zou haar einde betekenen. Is dat erg? Maakt dat mankement haar onmenselijk, of juist meer echt? Zo overweegt Miku de grenzen tussen het virtuele en het menselijke, perfectie en imperfectie, de slaap en de dood.  

Miku's wereld is prachtig en vervreemdend, zowel visueel als muzikaal. De voorstelling is werkelijk spectaculair, een aanval op de zintuigen. Steeds snerpt en schaaft er iets in je oren, een bijzonder schelle en onaangename synthesizer. Je voelt je nooit op je gemak, maar dat is de bedoeling. Ook als Shibuya zijn muziek laat beïnvloeden door mierzoete J-pop is er die steeds aanwezige onderstroom van ongemak. Besef je dat alles imperfect is, lijkt hij te willen zeggen. Wees je bewust van je sterfelijkheid. Tegelijkertijd word je ook meegesleept in de epische soundtrack. Soms vloeien Shibuya's klassieke en elektronische invloeden moeiteloos in elkaar over, soms worden de contrasten juist bewust sterker aangezet. De componist gunt de bezoeker weinig respijt. Hij stoot je af en slokt je op in gelijke mate, zodat je tegen het einde niet meer precies weet wie, waar of wat je precies bent, net als Miku.

Ook visueel is The End een ervaring om je in te verliezen. De mise en scène is simpel: vier muren van projectieschermen, en rechts van het midden een monolithische kist gemaakt van hetzelfde halfdoorzichtige materiaal, waarachter we af en toe Shibuya kunnen ontwaren, zittend achter zijn piano en apparatuur. Op de schermen ontvouwt zich een koude surrealistische wereld, misselijkmakend van kleur. Miku's werkelijkheid is een lege, grijze kamer, verlicht door tl-buizen en een eenzame staande lamp. Haar fantasie is kleurrijker, maar daarom niet minder angstaanjagend: giftige gassen, eindeloze oceanen en een laaiend hellevuur vormen een continue aanval op haar bestaan, of dat bestaan nu werkelijk is of niet.

The End is een uitzonderlijke toevoeging aan het programma van het Holland Festival, en een onvergetelijke ervaring. Voor sommigen zijn de harde muziek en de felle stroboscoop te heftig; meerdere mensen verlaten de zaal. In een zaal gevuld met een toch al opvallende mix van operaliefhebbers en tienermeisjes en hun ouders, vraag je je af of iemand wel genoten heeft van de voorstelling die duidelijk niet voor het plezier van deze twee groepen mensen gemaakt is. Zouden de meisjes met hun blauwe pruiken teleurgesteld zijn? Van het popidool Miku wordt weinig heel gelaten. Maar Miku's meest essentiële eigenschap is dat ze feitelijk geen persoonlijke eigenschappen heeft. Ze is slechts een instrument. Shibuya beseft zich dat, en schenkt haar in The End een ijskoude voorstelling van het bewustzijn.