RIP James Last: Ode aan de cultplaat van de kitschkoning

"Echte fans van James Last dumpten deze plaat massaal"

Atze de Vrieze ,

De koning van de rommelmarkt is dood. James Last, orkestleider met een immens oeuvre, is op 86-jarige leeftijd overleden. Wie ooit wel eens door platenbakken gestruind heeft op zoek naar vergeten parels, kent zijn gezicht. Decennia lang was de Duitser zeer populair, vooral dankzij lichtvoetige orkestrale herinterpretaties van populaire popsongs. Wie in de jaren tachtig de radio aanzette, hoorde zijn Biscaya als tune van Radio Veronica. Maar muziekliefhebbers met smaak houden massaal één van zijn tweehonderd albums omhoog: Voodoo Party.

Popcultuur nog poppier
Het is echt zo, ruim tweehonderd albums bracht James Last uit in zijn carriere. In zijn hoogtijdagen komt dat zomaar neer op zes, zeven per jaar. Last begon zijn opmars halverwege de jaren zestig, toen hij al ruim in de dertig was. Muziek maken leerde hij al veel eerder, nota bene bij de Wehrmacht. Hij was te jong om te vechten, maar leerde wel de eerste kneepjes van het orkestwezen, een cultuur die in die tijd groot was. “Na de oorlog ontstonden in Duitsland grote showorkesten”, zegt Joost Heijthuijsen van Incubate, een groot bewonderaar van de Duitse volkscultuur. “Sommige bandleiders maakten tv-muziek, sommigen - zoals Gert Wilden - pornosoundtracks, en James Last deed als een van de eersten wat nu heel veel mensen doen: hij pakte de beste dingen uit de popcultuur en maakte ze nog poppier.”
 
James Last coverde alles wat los en vast zat. Hij deed werk van The Beatles, hij deed tango’s, polka’s en salsa, verdomd, hij maakte zelf een befaamde plaat genaamd James Last Op Klompen, met eigen vertolkingen van Nederlandse liedjes die alleen al vanwege de hoes de moeite waard is. “Ik heb wel eens in een dronken bui met een vriend een wedstrijdje gedaan tijdens de koninginnedagvrijmarkt”, zegt Heijthuijsen. “Wie in een half uur de meeste James Last platen kon kopen.” “Iedereen had die dingen in huis”, zegt Mark Kneppers. De vinylhandelaar komt de snor van James Last tot vervelens toe tegen. “Het was entertainment, je zette het op als achtergrondmuziek. Maar zou ie echte fans hebben? Schaarste is er natuurlijk ook niet rond zijn werk. Er is nog een tijd geweest dat de Russen zijn platen meenamen, maar dat is ook voorbij. Het is echt niks waard. Wij gebruikten James Last in al zijn verschijningsvormen als achtergrondmuziek bij Wipneus & Pim. Er was één plaat die ik ook in mijn gewone dj-sets draaide: Voodoo Party.”
 
Toevalstreffer
Voodoo Party dus, een van de maar liefst twaalf LP’s die Last in 1975 uitbracht. Op de hoes zien we James Last tegen een regenboogachtergrond. Om hem heen een bizarre verkleedpartij, met oosterse figuren, hippies en Star Wars-achtige strijders. Op de plaat staan covers van onder andere Sly & The Family Stone en Marvin Gaye. Naast de onmiskenbare funkbasis horen we ook veel percussie, wat het een exotica-vibe meegeeft. Door de rijke arrangementen doet het ook wel denken aan de Blaxploitation-soundtracks die een paar jaar later veel gemaakt werden. Let wel: Voodoo Party stamt uit 1971, hetzelfde jaar dat Marvin Gaye’s What’s Going On uitkwam, twee jaar na Sly’s There’s A Riot Going On. James Last wist verdomd goed waar ie mee bezig was. 
 
“De echte James Last fan moest juist niets hebben van die plaat”, zegt Walter Hoeijmakers van Roadburn. “Veel te progressief. Het album werd massaal gedumpt, en kreeg pas later een cultstatus. Het is een soort toevalstreffer. Grappig om terug te horen hoe juist hij aan de basis heeft gestaan van de voodoo-psychedelica. Als je nu de muziek hoort van een band als Goat, hoor je daar Voodoo Party duidelijk in terug. Mijn favoriete weetje: je had in de jaren zeventig een proto metal/progrock band genaamd Lucifer’s Friend, die de grenzen van hardrock aan het ontdekken was. Een band die later heel invloedrijk geworden is binnen de stonerscene. Het grappige is: die bandleden vormden de ritmesectie in het orkest van James Last. Ergens had ie het dus wel goed begrepen. Voodoo People ken ik trouwens via Marcel van de Vondervoort, van de stonerband Astrosoniq.”
 
Het publiek dirigeren
“Mijn vader was groot fan van James Last”, herinnert Marcel van de Vondervoort zich. “Het was de tijd van de bandrecorder, en al zijn platen gingen er een voor een op. Alleen Voodoo Party werd altijd snel doorgespoeld. Dat is gemeengoed bij James Last-fans. Het is een echte funkplaat, en voor mij was het de eerste kennismaking met groovemuziek. Er zit een kitschelement in, maar het is op een rare manier ook psychedelisch. Ik geloof ook dat-ie het naar eer en geweten gemaakt heeft, er zit geen ironie in. Hij heeft ook ooit een Hawkwind cover gedaan, ook met respect voor het origineel. Ook voor James Last zelf lijkt Voodoo Party het zwarte schaap in de collectie te zijn.”
 
“Mensen denken inderdaad vaak dat het ironie is, maar dat is niet zo”, zegt Joost Heijthuijsen. “En als hij te serieus werd, werkte het ook niet. Zo maakte hij aan het einde van zijn carriere het album They Call Me Hansi, waarop RZA van Wu Tang Clan en Nina Hagen meededen. Anton Corbijn schoot de hoesfoto. Maar als we James Last dan toch serieus moeten duiden, kun je best stellen dat hij de uitvinder is van de wegwerpmuziek. We zijn het nu gewend, hij deed het toen al: hij maakte zo ongelofelijk veel platen, ik geloof niet dat er nu nog een commerciële artiest is die zoveel uitbrengt als hij. De muziek is tijdgebonden en trendgevoelig. En hij was de eerste die het publiek ging dirigeren. Letterlijk: hij draaide zich om naar de zaal en bespeelde de mensen. Het ging niet meer primair om de muziek, maar om het vermaken van het publiek. Andre Rieu doet dat, maar eigenlijk ook elke EDM-dj. James Last heeft de stadion-middle of the road uitgevonden.”