1. Kurt Cobain: Montage of Heck (regie: Brett Morgen)
Als je dit jaar één muziekfilm gezien moet hebben, laat dat dan Montage of Heck zijn, de waanzinnige documentaire over Kurt Cobain. Het is buitengewoon pijnlijk hoe dichtbij je bij de frontman van Nirvana komt. Je ziet hoe hij de kaarsjes uitblaast voor zijn tweede verjaardag, hoe hij voor het eerst een plastic babygitaartje vasthoudt, maar ook hoe hij twintig jaar later vermoeid en stoned zijn dochter probeert te verzorgen. Dat we zo in de hersenpan van Cobain kunnen kruipen, heeft alles te maken met de schat aan homevideo’s die moeder Cobain, ex-vrouw Courtney Love en Kurt zelf maakten én bewaarden. Het materiaal komt in Montage of Heck voor het eerst aan het licht dankzij de medewerking van familie Cobain en productie door dochter Frances Bean Cobain. De periodes waarvan geen beeldmateriaal was, worden verteld met vroege radio-interviews en opnames die Cobain zelf maakte (waaronder de twee uur durende geluidscollage Montage of Heck). Het geluid wordt tot leven gewekt door de trippy animaties van Nederlander Hisko Hulsing. Natte ogen gegarandeerd bij deze fantastische film.
Tien muzikale filmtips voor de thuisblijver
O.a. Kurt Cobain, Amy Winehouse, Nina Simone, Nick Cave en kerstmuziek
Heb je deze zomer zeeën aan vrije tijd en ben je toe aan een portie goede muziekfilms? 3voor12 zet de beste muzikale films van de laatste tijd op een rijtje, speciaal voor de thuisblijver die Spinal Tap al tien keer heeft gezien en toe is aan iets nieuws. Met de indringende Kurt Cobain-documentaire Montage of Heck, de tragikomische speelfilm Frank, hiphop-soap Empire en de gloednieuwe film over Amy Winehouse.
2. What Happened, Miss Simone (regie: Liz Garbus)
Een wat conventionelere muziekdocumentaire is What Happened, Miss Simone, over de Afro-Amerikaanse zangeres en activiste Eunice Kathleen Waymon die wereldberoemd werd onder de naam Nina Simone. Daarin is te zien hoe briljant en eigenaardig haar piano-spel is, hoe ze niet wordt aangenomen voor het conservatorium, naar eigen zeggen wegens haar huidskleur, en hoe ze juist daardoor in kroegen gaat zingen en die invloedrijke ‘rich black bitch’ wordt die telkens slavernij en racisme blijft aankaarten. We zien ook hoe vol haar leven zit met tegenslagen, en ook hoe onmogelijk ze wordt in relaties.
3. Whiplash (regie: Damien Chazelle)
Na bijna vijf uur talking heads en muziekgeschiedenis heb je ongetwijfeld zin in een speelfilm, en waarom dan niet Whiplash? Het is een razendsnel en aangrijpend verhaal over de jonge, ambitieuze jazzdrummer Andrew en zijn relatie met de gestoorde doch geniale drumleraar Terence Fletcher (gespeeld door J.K. Simmons), die er zijn eigen methodes op nahoudt om virtuositeit te kweken. Waar de meeste muziekfilms focussen op de clichés van drank, drugs en seks, zie je hier vooral aarde-donkere repetitieruimtes en zweet van het urenlang oefenen. Saai? Alles behalve, het resulteert in een buitengewoon intens verhaal over opgroeien met de ambitie om de beste te zijn, de twijfel en schaamte die daarbij komen kijken, en de vraag hoe gezond dat is.
4. Jimi: All Is By My Side (regie: John Ridley)
Wij zagen Jimi: All Is By My Side al op SXSW 2014, maar pas dit jaar verscheen de film éíndelijk in de Nederlandse bioscopen en op dvd. In deze biografische popfilm zien we een jaar uit het leven van Jimi Hendrix. Het jaar 1967, waarin Jimi Hendrix in Londen woont en daar zijn legendarische debuutalbum Are You Experienced? opneemt. De legendarische gitarist wordt gespeeld door niemand minder dan Andre 3000 van Outkast. En dat doet hij heerlijk, lekker vaag, geil, monomaan, egoïstisch en gulzig. Bovendien blijft hij glansrijk overeind in de muzikale scenes. Saillant detail: in de gehele film hoor je geen enkele opname van Hendrix zelf, omdat de platenmaatschappij daar geen toestemming voor gaf. Dat stoort gelukkig een stuk minder dan je zou denken.
5. I Dream of Wires (regie: Robert Fantinatto)
Van Kyteman tot Nobody Beats The Drum en Noisia en van Thom Yorke tot Hans Zimmer: ze zijn allemaal verslingerd aan de modulaire synthesizer. Maar wat is de magie van die onpraktische, logge kasten vol analoge blokken met draaiknoppen en gekleurde kabeltjes? Op dat antwoord geeft de documentaire I Dream of Wires het antwoord, met onder andere James Holden, Trent Reznor (Nine Inch Nails) en Carl Craig. Wel wat nerdy, maar voor iedereen met interesse in elektronische muziek en de oorsprong ervan een must-see.
6. Frank (regie: Lenny Abrahamson)
De speelfilm Frank geeft precies het antwoord op het vraagstuk dat Montage of Heck en Amy (zie verderop) opwerpen: dankten mensen als Kurt Cobain en Amy Winehouse hun buitengewone creativiteit en succes aan hun innerlijke demonen, of werden zij juist succesvol ONDANKS psychische problemen? Frank verhaalt over de weirdomuzikant Frank (losjes geïnspireerd op Daniel Johnston en gespeeld door Michael Fassbender), en Frank draagt non-stop een gigantisch cartoonesk masker op zijn hoofd. Hij en zijn band The Soronprfbs maken muziek die op het randje zit tussen geniaal en gestoord. Wanneer de talentloze en sullige, doch bijzonder ambitieuze toetsenist Jon zich bij The Soronprfbs voegt, lijkt Frank zowaar een gevierd muzikant te worden. We volgen ze tijdens hun albumopnames én op weg naar ’s werelds grootste showcasefestival SXSW, maar daar gaat het fout. De film begint komisch, zelfs een beetje flauw, maar richting het einde blijkt Frank ook een ontroerend en tragisch verhaal. Tel daarbij op de heerlijke soundtrack, gecomponeerd door Stephen Rennicks van artpunkband The Prunes en je hebt anderhalf uur bijzonder vermakelijk kijkplezier.
7. 20.000 Days on Earth (regie: Iain Forsyth en Jane Pollard)
Wie is ‘de echte’ Nick Cave? Dat kom je dus niet te weten in 20.000 Days on Earth, de door hemzelf geschreven ‘documentaire’ waarin we Cave volgen op de fictieve 20.000ste dag die hij op deze aardkloot verblijft. Daarvoor in de plaats krijgen we een hilarisch inkijkje in het leven van ’s werelds meest mythologische rockster op de sofa bij de psycholoog, op de bank met zijn kinderen en in zijn kantoortje achter een ouderwetse typemachine. Hij speelt met het beeld dat je wíl zien van Nick Cave, en dat is evengoed verwarrend als verfrissend.
8. Empire (geschreven door Lee Daniels en Danny Strong)
Geloof het of niet, maar Empire is een hiphop-soap-serie, en nog uiterst verslavend ook. Hoofdrolspeler is Lucious Lyon, een voormalig drugsdealer die een hiphop-imperium heeft opgebouwd. Maar dan wordt hij gediagnosticeerd met ALS, en moet hij kiezen welk van zijn drie zoons zijn zaken overneemt. Dat blijkt nog een moeilijke keuze, want de eerste is homo, de tweede heeft een ernstige bipolaire stoornis en de derde is het lievelingetje maar ook een totale idioot. En dan hebben we het nog niet eens gehad over Cookie, de moeder des huizes die 17 jaar geleden is opgedraaid voor een drugsdeal die het startkapitaal voor de platenmaatschappij verzorgde. Nu is ze terug om haar ‘fair share’ op te eisen. Bang dat we teveel hebben verklapt? Nee hoor, dit krijgen we allemaal al voorgeschoteld in de allereerste aflevering. Het is bijna Shakespeare, zo ongezellig zijn de familieverhoudingen, gegoten in een klassiek verhaal van de machtige maar zieke vader. Zijn zoons moeten zich waardig tonen om het rijk over te nemen. En dat, nou ja, in een hoogst onderhoudende hiphop-soap. Het eerste seizoen verscheen eerder dit jaar, dus je hebt al dik acht uur te smullen.
9. Jingle Bell Rocks (regie: Mitchell Kezin)
Na de openingsscene van Jingle Bell Rocks ben je verkocht. We zien hoofdpersoon en regisseur Mitchell Kezin in Amoeba Records, een van de grootste platenzaken van Amerika. Hij bladert nerveus door de bakken, werpt de ene na de andere vondst in zijn bak, begint harder te zweten als een omroepster zegt dat de zaak binnen tien minuten sluit. Zijn obsessie: kerstmuziek, en wel de betere kerstmuziek. Jarenlang zat hij 'in de kerstkast', zoals hij dat mooi zegt, maar in de film gaat hij op zoek naar geestverwanten. Die moeten er zijn toch, mensen met dezelfde curieuze obsessie? Dat leidt hem langs verzamelaars, langs makers van obscure favorieten, en langs bekende artiesten als Run DMC en Wayne Coyne van Flaming Lips. Die hebben beiden een heerlijk kerstverhaal. Run vertelt dat hij de tekst over hoe hij de portemonnee van de kerstman (met al zijn geld!) in het park vindt, een van de allerbeste uit zijn hele oeuvre vindt. En je bent geneigd hem geloven, ook. Wayne Coyne's verhaal gaat zoals je van hem kent de fantasie van gewone mensen ver voorbij. Een heerlijke film die al eerder op het IDFA draaide en afgelopen kerst eindelijk op DVD uitkwam, ook voor in de zomer en voor wie kerstmuziek helemaal niet leuk vindt.
10. Amy (regie: Asif Kapadia)
Tegen de tijd dat je bovenstaande negen films hebt gezien, is het waarschijnlijk halverwege augustus en draait de biopic Amy al in de bioscoop. Zeker niet de beste film uit het rijtje en een verhaal dat je van voor tot achter kent: zangeres Amy Winehouse die van piepjonge, brutale jongedame uit Londen uitgroeit tot een van ’s werelds grote hedendaagse zangeressen, en ondertussen langzaam maar zeker afglijdt, verslaafd raakt aan de drank en drugs en uiteindelijk bezwijkt onder de beroemdheid. Dat maakt de film overigens niet minder confronterend, vooral de beelden van een lijkbleke Amy en de verblindende flitsen van de paparazzi doen pijn. Het is wel een wat wrang verhaal: uiteindelijk dankt Amy Winehouse haar grootste succes aan precies het schakelmoment waarna het alleen nog maar bergaf gaat: daddy die haar niet naar rehab stuurt en die in de film overigens wel erg gemakkelijk wordt veroordeeld. En uiteindelijk kunnen wij deze film alleen maar zien dankzij al het materiaal dat de paparazzi schoten, precies datgene dat haar vernietigde.