Raven na de regen bij Studio Stekker

Johannes Brecht komt uit de studio als de ideale festivalact

Menno de Meester ,

Het noodweer afgelopen zaterdag veranderde het festivalweekend compleet. Talloze festivals in de Randstad werden afgelast, omdat de veiligheid van de bezoekers niet gegarandeerd kon worden bij deze windstoten en regenbuien. De organisatie van Studio Stekker had de voorspellingen nog eens goed bekeken, zag dat het ergste weer om 18:00 uur voorbij zou zijn. Stekker vroeg bij de Gemeente Utrecht een vergunning aan om het festival later te laten beginnen, maar ook later te laten eindigen. De gemeente ging akkoord en zo werd Studio Stekker niet alleen dat ene festival dat wél doorging, maar ook de opvangplek voor de teleurgestelde feestgangers van haar concurrenten. Raven na de regen: Studio Stekker maakt het mogelijk.

Het is bewonderenswaardig dat de organisatie niet opgaf bij de genoemde tegenslagen. Toegegeven: in Utrecht was het weer minder dramatisch dan in andere steden in de Randstad, maar het verdient zeker lof om in situaties als deze rustig de feiten te analyseren en met een goede oplossing te komen. Toen de eerste festivalbezoekers even na zessen het terrein mochten betreden, heerste er meteen een sfeer van verbroedering. Even na half acht, vlak na een laatste buitje, breekt zelfs de zon even door. De stralen zijn alleen op het heuveltje naast het strandje op te vangen, wat leidt tot een kleine run bergop. We zijn begonnen, en nu we er toch zijn, doen we het meteen maar goed ook.

Stekker heeft al eerder de nodige tegenslagen meegemaakt. Vorig jaar stelde Stekker In Het Park haar programma een uur uit, eveneens vanwege noodweer. Voor de organisatie een vergunning verkreeg voor Stekker In De Tunnel (onder Hoog Catharijne) was er een jarenlang getouwtrek met de gemeente en omwonenden, maar trok Stekker uiteindelijk toch aan het langste eind. De goede reputatie die de organisatie inmiddels heeft opgebouwd met haar geslaagde evenementen, zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan het doorgaan van Studio Stekker in het park. Dat park, de Voorveldse Polder, lag er uiteraard wat drassig bij, maar was goed begaanbaar voor de festivalbezoekers. Hier en daar gleed een enthousiasteling uit in de modder, maar van gevaarlijke situaties was zeker geen sprake meer na zes uur.

Die bezoekers zien op de livestage Tom Trago openen met The Mole, aangekondigd door DJ St. Paul die vanuit zijn boomhut de betere electroplaten tussen de liveshows draait. De Amsterdammer en de Canadees zijn twee van de artiesten die in de studioweek, voorafgaand aan het festival, in Kytopia zijn neergestreken om analoge en modulaire synthesizers te verkennen en een gezamenlijk optreden voor te bereiden. De lichte klanken van Trago kleuren mooi bij de donkerdere tinten van The Mole. Helaas is voor de mannen in het ingekorte programma slechts een half uur over. Midden in een nummer moeten ze hun optreden eindigen.

Precies op dat moment begint het weer behoorlijk te regenen en zoeken veel bezoekers onderdak in de overvolle feesttent, de enige overdekte plek op het terrein. In de feesttent gaat de zomer ongestoord door met Coco Jamboo van Mr. President. Het blijft een raar fenomeen op het zo vooruitstrevende Stekker: een tent waar bijna de hele dag foute hitjes worden gedraaid.

Gelukkig staat Johannes Brecht inmiddels klaar om op het livepodium een bijzonder optreden te geven. Hij is naar Utrecht gekomen met een missie: een nieuw album opnemen in Kytopia en dat album primeuren op Studio Stekker, met een volledige liveband. Zelden zie je elektronische muziek zo perfect geïntegreerd met akoestische instrumenten. De enorme marimba die in de studioweek nog op het oude podium van Tivoli Oudegracht stond te wachten, wordt nu vergezeld door een drumstel, diverse percussie instrumenten, een dwarsfluit en de producer uit Stuttgart achter zijn laptop. De warme technonummers worden perfect aan elkaar verweven, nergens valt de band stil. Het besef van tijd lijkt volkomen te verdwijnen, evenals het besef of er een nieuw nummer begint. De dromerige vocalen die Brecht uit zijn laptop tovert, sluiten mooi aan bij de muziek. De dwarsfluit en marimba worden smaakvol ingezet, de enigszins clichématige teksten over 'fire' en 'mountains' nemen we hier voor lief. De ideale festivalact is een feit, een mooi en tastbaar resultaat van de studioweek.

Francesco Tristano en Brandt Brauer Frick kennen een veel moeizamer optreden. De virtuoze Luxemburgse pianist is bijna niet te herkennen in een hoodie achter zijn Yamaha keyboard. Hij trad al vaker op met het Berlijnse trio maar komt hier niet altijd even gemakkelijk uit de verf. Er wordt flink gejamd op ideeën die deels van te voren zijn besproken. De nummers verschillen erg in tempo en ritme wat de dansbaarheid niet erg ten goede komt. Soms worden er teveel ideeën tegelijk gepresenteerd, dan weer klinken de nummers te kaal. Een hoogtepunt in de set is een nummer waarin Jan Brauer akkoorden speelt in de stijl van Falco Benz, met wie Tristano vorig jaar nog samenwerkte na Studio Stekker. Toch is ook zo'n optreden erg typerend voor Stekker: er is ruimte voor experiment, de muzikanten zoeken de grens op en kunnen daarbij net zo gemakkelijk vallen als opstaan.

De headliner van het festival, Apparat, hoeft niet te experimenteren en krijgt meteen het publiek mee met een lange, trance-achtige opbouw. De kalme breakbeats maken het rustig dansbaar, fijn om bij weg te dromen. Een vroeg hoogtepunt is de track Pocket Piano van KiNK, uiteraard ook in de breakbeat uitvoering. Met een soort 90's rave anthem erachteraan lijkt Apparat zich te beseffen dat hij al net iets te hard aan het gaan is, en neemt hij vol gas terug om weer terug te komen bij de dromerige breakbeats. Tegen het einde van zijn set klinkt een haast religieus gezang. De Berlijnse producer salueert naar het publiek en kijkt tevreden over het veld. Apparat was gepland als afsluiter, dat was ook zijn ideale plek geweest.  

Bij het strandje verderop in het park hebben de meeste mensen zich verzameld. Eerder draaide Culoe de Song daar al zijn warme beats met licht tokkelende gitaren en vol samples van klappende handen. Op het bloemrijke podium wordt stadsheld Nuno dos Santos afgelost door Breach, “all the way from Bristol”, zoals de MC ons vertelt. Hij lijkt even vergeten te zijn dat Breach tegenwoordig gewoon in Amsterdam woont. De MC probeert het publiek op te hypen met teksten als “Jongens en meisjes, is het nog een beetje gezellig?”. Beter laat hij dat soort teksten over voor de feesttent. We zijn hier niet op een klassenfeestje.

De houseset van Breach voelt wat onbevredigend na de mooie klanken van Apparat. De afsluiter op de live stage, Mathew Jonson, maakt meer indruk. Hij heeft de hulp ingeroepen van een andere vaste Studio Stekker gast, de Duitse zangeres Dehlia De France. Zelfs als ze niet op de line-up staat, kan ze het niet laten naar Utrecht te komen. Ze improviseert bij de electronica van Jonson en vult hem op de juiste momenten aan. In de geest van Róisín Murphy zingt ze voorzichtig “Come to my sweet melody” en brengt het festival op een stijlvolle manier ten einde. De dag die zo chaotisch verliep wordt gevierd met een bijzondere editie van Stekker. Johannes Brecht en Apparat lieten zich van hun beste kant zien, net als de organisatie die ondanks alle paniek het hoofd koel wist te houden. De magische nachtelijke uren die aan het festival werden toegevoegd vielen mooi op hun plek. Het zou mooi zijn als we die er volgend jaar weer bij krijgen.