Oprichter Bart Skils (41) vertelde vorige week in een interview met het Parool hoe hard het is gegaan met Voltt. Bij de eerste editie waren er nog maar 1750 bezoekers en het NDSM-terrein was nog een “semi-gekraakt” gebied dat goed paste bij het rauwe karakter dat het Voltt moest hebben. Awakenings was zo’n beetje de enige concurrent. Tien jaar later is er elk weekend wel een festival op de NDSM-werf en is de concurrentie op technogebied moordend. Skils combineert zijn werk als organisator intussen met een drukke carrière als dj en producer - hij is tegenwoordig hofleverancier van het Drumcode-label. Dat de Zweedse labeleigenaar Adam Beyer vanavond de hoofdact van Voltt Loves Summer is, lijkt dan ook een een-tweetje.
Zover is het nog lang niet. Op het altijd gezellige pontje wordt besproken hoe dit weekend overleefd moet gaan worden (“Pff, morgen ook nog naar Mysteryland en maandag weer stage”) en welke middelen daartoe zijn ingeslagen. Skils zelf draait het festival warm op het hoofdpodium, en ook op de andere podia staan aan het begin van de dag niet de minste namen. Bij Patrice Bäumel in de X-tent is het nog bijzonder rustig, en de ex-Trouw-resident laat het dan ook bij een aangenaam opwarmsetje met melodieuze platen als Sven Vath’s ‘L’Esperanza’.
Tien jaar Voltt Loves Summer gevierd met technogiganten
… maar in de kleinere tenten blijft het leeg
Voltt Loves Summer bestaat alweer tien jaar en is in die tijd uitgegroeid tot een vaste waarde met 15.000 bezoekers. Voor de jubileumeditie pakt het dancefestival uit met een sterk programma, dat al vroeg op de dag voor pieken zorgt. Zowel grote namen (Adam Beyer, Loco Dice) zijn vertegenwoordigd als ook een hoop interessante live-sets van artiesten die wat meer in de ‘moeilijke’ hoek zitten (The Field, Tin Man). Dat siert Voltt, al heeft de laatste categorie het moeilijk.
We horen nog net hoe Duitser Robag Wruhme er een flinke schep bovenop doet voor we naar het hoofdpodium lopen, waar de Engelse vinylpurist Leon Vynehall het eerste feestje van de dag al goed aan de gang heeft met groovende warmbloedige housemuziek. Ongekend vroeg trouwens voor een dance-festival, het in de breedte sterke programma leidt er toe dat veel bezoekers al op tijd het pontje hebben gepakt. Joy Orbison’s A213 zorgt voor het eerste moment van euforie, later in zijn set is er nog meer ruimte voor spannende percussie (zoals in deze track) en vooral ‘All I’m Asking’ van Kenny “Dope” Gonzalez stuwt de set richting een opzwepend einde.
Dat gaat er wel in bij het Voltt-publiek, en gedurende de dag valt op dat het vooral bij het hoofdpodium erg druk blijft. Het zonnetje en de fraaie aankleding zullen daarbij ook zeker een rol spelen. Bij de kleine tenten is het helaas akelig leeg. Skils en consorten gingen er zelf prat op dat ze bij deze jubileumeditie ook jong talent wilden laten zien en noemden zelf het diepe Mexicaanse duo Zombies in Miami (ze brachten onder meer al een EP uit op Correpondant en een remix op Kompakt) als tip. Helaas heeft er niemand geluisterd, getuige de lege W-tent.
Daarna is Kompakt-oudgediende The Field aan de beurt voor een live-set. Zijn ambient elektronica-experiment trekt al iets meer bezoekers richting de kleine W-tent, maar of ze nu geboeid raken door The Field? De Zweed maakt het ze ook wel lastig met zijn langzame en minimale afmosferische producties. De matige reactie lijkt hemzelf gelukkig niet echt te deren. Het duurt tot wat snellere ‘Cupid’s Head’ tot het wat beter te behappen wordt. Het blijft fraai wat de Zweed laat horen, maar het lijkt hier niet echt te leven op Voltt Loves Summer.
Dan blijkt de opzwepende house van de Fransman Bambounou even verderop meer waar dit (overwegend jonge) publiek op zit te wachten, die onder meer staat te vlaggen met de hi-hats van zijn eigen ‘Feel Like This’. Ook op het hoofpodium gaat het nog steeds hard, nu met de kale Ostgut Ton-techno van Ryan Elliott. Voor wie het wat kleinschaliger zoekt, is de ‘Cult Stage’ gehost door de enige echte San Proper de beste optie. In een lekker kitscherig (palmtakken, kunstgras) vormgegeven hoekje van het terrein zorgt Amsterdammer Maxi Mill (getekend bij Tom Trago’s Voyage Direct) voor een leuke verrassing: een live-set met spacy maar warme house waarbij hij veel partijen live op de synthesizer speelt. Vooral zijn track ‘To The Next’ doet het lekker met rollende beats uit de Akai MPC. Het fraaie ‘Lost and Found’ zorgt voor een dromerig einde.
Ook een leuke boeking is Tin Man, die zijn ruwe, overstuurde 303-sound omlijst met subtiele melancholische melodieën. Een meisje vooraan vertelt dat ze eergisteren nog speciaal voor Tin Man een kaartje kocht. Zo vaak is hij ook niet te bewonderen in Nederland. Altijd tof, echte toewijding, maar verder trekt ook deze Amerikaanse neo acid-tovenaar niet veel bekijks. Dat kan wél gezegd worden over Scuba, de Engelsman die zijn dubby kant maar even achterwege laat en flink staat te knallen met harde techno, zoals zijn eigen ‘Black On Black’ (in de Len Faki-remix), later nog een Len Faki-plaat en een Dave Clark-klassieker. Een jong meisje kijkt even schichtig om zich heen en doet het dan toch maar snel, midden vooraan op de dansvloer. Die van haar vriendin valt in de haast in een plas bier, even blijft ze beteuterd naar de grond kijken.
Het moge duidelijk zijn, het gaat hier een beetje hard. Bovendien slaat de sensatie die een wielercommentator als ‘hongerklop’ zou omschrijven toe. Tijd dus voor een (uitstekende!) Mexicaanse taco en daarna terug naar het hoofdpodium. Daar is Loco Dice al even bezig met zijn tweeënhalf uur durende set, samen met Adam Beyer de langste van de dag (op San Proper na, die drie uur lang zijn eigen podium mag afsluiten). Je weet van tevoren wat je bij de Duitser kan verwachten: kale minimal house en techno met af en toe vocale samples en kleine beetjes rap (Loco Dice begon ooit als hiphop-dj). We horen onder meer ‘La France’ van Lucero En Vivino langskomen, ‘Departing’ van Israel Toledo en zijn eigen productie ‘Sending This One Out’ – rechttoe rechtaan platen die doen wat ze moeten doen, maar niet echt lang blijven boeien en bij vlagen plat dreigen te worden.
Na een uur Loco Dice hebben we het dan ook wel een beetje gezien. We ontvluchten de drukte eerst naar Funkineven, die bijna letterlijk voor anderhalve man en een paardenkop staat te draaien. Dan maar naar San Propers podium, waar hij zelf inmiddels zijn track ‘Black Burger’ met Awanto 3 (die hier even eerder draaide) speelt, en er op karakteristieke wijze zelf overheen lult. Het tofste feestje van het moment lijkt echter bezig te zijn bij Roman Flügel, de Duitse dinosaurus die ritmisch avontuurlijke technoplaten spint, zoals het hypnotiserende ‘Denial (Tweak Dub)’ van Josh Wink. In combinatie met de retro-lullige lampen op de dj booth lijkt het alsof we op een Berlijns undergroundfeestje zijn beland.
Zijn set bereikt een absoluut hoogtepunt bij Simon Weiss’ ‘Tele-Vision’, waarna het alweer tijd is voor landgenoot DJ Koze om het over te nemen. Dat doet hij met een nog broeieriger house-set, en meteen aan het begin een track van Leon Vynehall om de cirkel van vandaag rond te maken. In veel hoger tempo dan de doorsnee-dj rijgt Koze de platen aaneen tot een opzwepende set die na een uur zowaar een climax bereikt met een hele toffe remix van ‘Gosh’, natuurlijk van de plaat van Jamie xx die dit jaar zo bepalend is geweest voor de house. Verder noteren we nog onder meer Kozes eigen ‘Knee On Belly’ (b-kantje van zijn recente dansvloerhit ‘XTC’) en platen van onder meer KiNK, Planetary Assault Systems, Joris Voorn en Matthew Dear in een set die gerust het hoogtepunt van de dag genoemd mag worden.
Maar natuurlijk is er met dit in de breedte zeer sterke programma altijd wat te kiezen: Adam Beyer is bezig aan een straffe slotset, Mano Le Tough sluit de grootste tent af. Voor een beetje avontuur gaan we nog even afsluiten bij Objekt, de in Tokio geboren en in Berlijn woonachtige Brit die ooit bekend stond als genrebender tussen techno en dubstep. Nu zoekt hij het vooral in Autechre/Aphex Twin-achtige gebroken technobeats en een vrij duistere atmosfeer (check ook zijn geweldige plaat Flatland van vorig jaar). De kleine V-tent staat nu in elk geval halfvol voor Objekt, die het later in zijn set wat toegankelijker, dansbaarder en old school (DJ Rush!) maakt.
Misschien is er ook wel gewoon te veel te kiezen op deze editie van Voltt Loves Summer. De organisatie heeft flink lopen zwoegen op het jubileum en dat is het absoluut waard geweest. Jammer alleen dat dit boeiende programma maar deels besteed blijkt aan het Voltt-publiek, dat vooral zit te wachten op big room techno en niet op de IDM-uitersten van het spectrum. Maar één ding staat vast voor Voltt: 15000 overwegend jonge technoliefhebbers hebben - binnen het overvolle techno-aanbod - toch de weg richting het NDSM-terrein weer weten te vinden. Bij dit tienjarige jubileum is het einde nog niet in zicht. Nog lang niet.