Jacco Gardner: “Een stap vooruit is altijd ook een stap terug”

Zanger uit Zwaag dinsdag in de studio bij 3voor12 Radio

Atze de Vrieze ,

Twee jaar na zijn succesvolle debuut komt Jacco Gardner met de opvolger: Hypnophobia. Hij ontworstelt zich aan dat vervelende label ‘retro’, klinkt meer volwassen, en realiseert zich dat hij daarmee ook iets verliest. “Er zijn ongetwijfeld mensen die mijn eerste plaat beter vinden, omdat er een soort onschuld in zit.” Dinsdagavond is Jacco Gardner te gast in 3voor12 Radio, woensdag presenteert hij Hypnophobia in de Tolhuistuin.

“Goedemorgen, goed geslapen?"
“Ja hoor, best wel. Ik heb alleen een beetje te veel gedaan. Dat moet je eigenlijk niet doen, tot vlak voor je gaat slapen bezig blijven.”
 
Het ochtendgesprek op het Excelsiorkantoor in Amsterdam Noord verloopt niet anders dan op elk ander kantoor, behalve dan dat je weet dat Jacco Gardner meer dan gemiddeld bezig is met het fenomeen slaap. Niet voor niets noemde hij zijn tweede album Hypnophobia, een psychologische term die gebruikt wordt voor mensen met angst voor slaap of hypnose. Niet dat Gardner dat heeft, hij is over het algemeen een prima slaper, zonder nachtmerries. “Ik slaap niet zo goed als Nick, mijn drummer. Die kan werkelijk overal zijn hoofd neerleggen, ook als we de eindbestemming nog niet bereikt hebben. Veel mensen ervaren slaap als een hinderlijke onderbreking van alles wat ze nog moeten doen, ze slaan het liever over. En als ze wakker worden, vergeten ze het liefst zo snel mogelijk waar ze over gedroomd hebben. Ik ben blij dat ik daar meer tijd aan kan besteden.”
 
Nooit meer slapen
Voor het slapen keek Gardner op Popcorn Time naar de film Transcendence, met Johnny Depp. Het is zo’n typische moderne science fiction thriller over een man die nog maar een week te leven heeft en besluit zijn brein te kopiëren naar een computer. “Zo zou hij digitaal doorleven als digitale entiteit”, zegt Gardner, “Hij kopieert zichzelf vervolgens naar alle computers van de wereld en neemt de controle over. De enige manier waarop hij gestopt kan worden, is alle computers en netwerken uit zetten. Ondertussen probeerde zijn vrouw voor hem te zorgen, maar hij was natuurlijk niet meer wie hij ooit was. Hij at niet, hij sliep niet. Ik denk dat als je het hele brein zou kopiëren, je ook de behoefte tot slaap mee zou nemen. Mensen slapen acht uur per dag. Zelf ervaar ik de slaap als een moment van creatieve vrijheid. Je laat je niet beïnvloeden door alles wat je weet, of wat niet kan. Ik ben een onderzoeker, mijn muziek omschrijft het droomproces in muziek.”
 
Geen entertainer
Jacco Gardner, professioneel dromer. Het sixties wonderkind uit Zwaag, noemden we hem gekscherend. Hij verraste alles en iedereen met zijn knappe debuutplaat, twee jaar geleden. Hij sleepte de 3voor12 Award voor het beste Nederlandse album van het jaar in de wacht en was overal in de wereld welkom met zijn Cabinet Of Curiosities, van Portugal tot New York. En dat terwijl hij eigenlijk nog amper podiumervaring had. “Ik had er zelfs nooit over nagedacht om zoveel te gaan touren. Ik had een plaat gemaakt, en ineens ging het rollen. Ik heb instrumenten leren bespelen zodat ik liedjes kon maken en opnemen, niet om mensen te entertainen. In het begin merkte ik dat heel erg. Zoveel dingen waren nieuw: ik moest voor het eerst al mijn studio sounds naar het podium vertalen. Per nummer had ik een andere split set keyboards, ik moest mijn vocalen met steeds weer andere effecten bewerken, en dan ook nog eens de juiste noten en melodieën spelen. Ik merkte dat mensen direct op mijn performance gingen letten, ze waren er kritisch over. Inmiddels zit het me muzikaal in de vingers, en als ik erop terug kijk, zie ik dat de mooiste herinneringen van allemaal stuk voor stuk op tour waren.”
 
Het helpt ongetwijfeld dat Gardner een nieuwe band heeft, met een extra lid: Frank Maston, destijds labelgenoot bij Trouble In Mind. Het geeft Gardner net wat meer ruimte op het podium, letterlijk, omdat hij niet langer verscholen staat achter zijn toetsen. Zijn podiumgeluid is mede daardoor wat voller geworden. De Amerikaan bracht (en brengt nog steeds) zelfs behoorlijk wat tijd door in Zwaag. “Onze muzikale interesses liggen dicht bij elkaar, hij heeft veel verstand van arrangementen, weet wanneer 'ie wel en niet moet spelen. Frank is heel positief, energiek, en dat is heel belangrijk op tour. En we vinden elkaar heel aardig.”
 
Het begin van iets compleet nieuws
Gardner stond voor de uitdaging om een heel album te schrijven en op te nemen in een jaar, terwijl hij aan zijn debuut een paar jaar in alle rust geschaafd had. “Ik wist in eerste instantie niet of ik überhaupt nog wel nummers kon schrijven, of ik niet alles gezegd had wat ik wilde zeggen. Maar het belangrijkste dat ik de afgelopen jaren heb geleerd, is dat het nog maar het begin was van iets compleet nieuws. Ja, mijn leven is nu heel anders, en als het altijd zo zou blijven als het nu is, zou ik het waarschijnlijk niet volhouden, maar het levert me ook veel op.”
 
Hypnophobia begint met een nummer over precies de transformatie naar een nieuwe fase zoals hij die zojuist bedoelde. Another You heet het eerste nummer, en waar je in eerste instantie het gevoel krijgt dat Gardner over een sterfgeval van een dierbare zingt, hoor je daarna al snel dat het over hemzelf gaat. “Je moet het kind in jezelf achterlaten om naar de volgende creatieve fase te komen. Je moet het als het ware opofferen aan de god van de creativiteit. Veel mensen denken dat je dat kind in jezelf definitief kwijt bent, maar dat is niet zo. Er komt een nieuw kind, en dat moet je opnieuw leren kennen. Er zijn ongetwijfeld mensen zijn die mijn eerste plaat beter vinden, omdat er een soort onschuld in zit. Anderen zullen zeggen dat het een stap vooruit is. Maar iedereen vergeet dat een stap vooruit altijd een stap achteruit is. Daardoor ben je continu aan het zoeken naar jezelf. In interviews kom ik altijd heel stellig over, omdat al mijn nuances eruit gehaald worden. Dan zeg ik: ‘ik geloof dat’, en dan schrijven ze op ‘ik vind dat’. Ik snap het wel, maar in werkelijkheid voel ik me elke dag anders en weet ik het eigenlijk ook niet allemaal. Hopelijk kom ik nooit op het punt dat ik weet wie ik ben.” 
 
Derrida's hauntogoly
Een stap vooruit en een stap achteruit, die gedachte past ook bij Gardner’s visie op de term ‘retro’, die hij zo vaak om de oren kreeg. Gardner’s debuut stond vol charmante baroque pop, een specifiek subgenre uit de sixties waarin instrumenten voorkomen die we vooral kennen uit de klassieke muziek. Strijkers, of klarinet, of in het geval van Gardner: klavecimbel. Bands als The Zombies en Sagittarius bouwden hele carrières op dat geluid, maar ook The Beach Boys en zelfs Golden Earring waagden zich eraan. Maar retro, dat is en blijft een scheldwoord. Jacco Gardner vond het antwoord in het filosofische begrip ‘hauntology’, een term van de Franse filosoof Derrida, die stelt dat het heden altijd gevoed wordt door het verleden. “Sterker nog: het verleden kan een sterkere invloed op het heden hebben dan het destijds had. Zo stuitte ik tijdens het maken van Cabinet Of Curiosities op het album van Billy Nichols, dat in 1968 werd opgenomen, maar pas decennia later uitkwam. Mijn muziek is op dit moment relevant in mijn leven.”
 
Zijn kennismaking met Derrida’s denken deed Gardner verder nadenken over wat hij doet, en ook over wat mensen hem soms verwijten. “Retro is een term die je vooral in verband met design en muziek hoort”, zegt hij. “Maar kijk je naar uitvindingen, dan gaat het niet op. Soms worden in de wetenschap oude technieken in een nieuwe combinatie gebruikt, wat leidt tot een technologische doorbraak. Dat heet dan niet ‘retro’, maar het is iets compleet nieuws. Veel wetenschappers laten zich inspireren door hun voorgangers. Ik denk ook dat het heel interessant zou zijn om een artiest uit de jaren zestig in het heden neer te zetten. We zouden denk ik onder de indruk zijn van hun impact, door hoe krachtig het eigenlijk is. De pure authenticiteit, vrij van alle informatie die er in de tussenliggende jaren op gebombardeerd is. Elke keer als ergens tijd verstrijkt, gaat er ook informatie verloren. Het geldt overigens ook andersom: een artiest van nu zou met alle kennis die we in de jaren opgedaan hebben, die mensen overweldigen.”
 
Vier keer moduleren
Op Hyphnophobia laat Jacco Gardner zich door allerlei ‘nieuwe’ oude dingen inspireren. Soundtrackmuziek en library music bijvoorbeeld. Met dat laatste bedoelt hij muziek die gebruikt werd in bijvoorbeeld films of televisie. Het is vaak obscure en experimentele muziek die op zichzelf nooit een hit geworden zou zijn, maar zo toch een groot publiek kon bereiken. De tweede kant van zijn plaat is grotendeels instrumentaal. Er staat een helemaal instrumentaal nummer op, het titelnummer heeft alleen kleine wolkjes tekst aan het begin en eind, en het nummer Before The Dawn is ruim acht minuten lang en bestaat voor een belangrijk deel uit een tekstloze groove. 
 
“Ik ben ook heel erg geïnspireerd door Neu en Kraftwerk en krautrock in het algemeen. En Silver Apples, een elektronische band die in de jaren zestig voor het eerst werkte met beats zoals dat tot op de dag van vandaag gedaan wordt. Het is psychedelischer dan de library music. Before The Dawn was een nieuwe manier van schrijven voor mij. Ik begon met een loopje op het keyboard in de tourbus. Ik vond het tof om mensen mee te nemen, bepaalde instrumenten de aandacht te laten trekken en ondertussen iets anders te laten gebeuren. Zo gebeurt er steeds iets, maar heb je het niet door. Op een gegeven moment had ik twee akkoorden die werkten, maar het werd uiteindelijk toch te saai. Er moest iets gebeuren. Ik heb het vervolgens vier keer laten moduleren, waardoor het weer terug kwam bij het begin. Door de toonsoort kwijt te raken, raak je ook je verwachtingen kwijt. Het moet meer een ervaring worden, dan een melodie, of een liedje.”