Herken je het? Dat je met een pak bitterkoekjes naar huis gaat, terwijl dat helemaal niet op je boodschappenlijst stond, maar gewoon omdat het in de aanbieding was? Het lijkt misschien een kromme vergelijking, maar iets soortgelijks doen poppodia de laatste jaren steeds vaker: met een maandelijks of jaarlijks lidmaatschap krijg je gratis toegang tot concerten van minder bekende bands.
Na een paar jaar op kleine schaal hun Indiestadpas te promoten (niet te verwarren met het reguliere lidmaatschap van Paradiso), rolde Amsterdams poptempel Paradiso dit jaar de jaarkaart breder uit. Voor 25 euro krijg je een jaarkaart waarmee je naar minstens 52 concerten kunt gaan. Een snelle rekensom leert: dat is nog geen 50 eurocent per concert, terwijl je zonder lidmaatschap gemiddeld een tientje betaalt voor diezelfde shows. Vanzelfsprekend zijn het niet de grootste en snel-uitverkopende optredens die onder het Indiestad-abonnement vallen, maar de kleinere namen en onontdekte parels.
Afgelopen jaar waren overigens ook shows van onder andere St. Vincent, Kurt Vile en Jagwar Ma gratis toegankelijk voor Indiestadpas-houders, dit jaar zijn onder andere Sleater Kinney, Meatbodies en Godspeed You Black Emperor al bevestigd. "Het is een buitenkans en een absurd lage prijs", aldus Paradiso-programmeur Ben Kamsma.
Maar waarom werd de Indiestadpas eigenlijk in het leven geroepen? "Er zijn heel veel kwalitatief hoogstaande bands die niet zoveel publiek trekken", aldus Kamsma. "Dat is niet van gisteren, niet van eergisteren, maar dat is altijd al zo geweest. Door het overaanbod op het internet wordt het nóg moeilijker om keuzes te maken en het juiste publiek te trekken. Wij zorgen met de Indiestad-selectie voor een kwaliteitslabel en bieden die concerten goedkoop aan."
The Bigger Picture: hoe poppodia publiek trekken met clubkaarten
Vooraanstaand adviesbureau werkt aan overkoepelende Nederlandse podiumpas
Zoals supermarkten je met aanbiedingen en bonuskaarten proberen te verleiden tot avontuurlijkere keuzes, zo bieden steeds meer poppodia ook clubkaarten aan waarmee je voor een schijntje naar onbekende bands kan. Paradiso heeft de Indiestadpas, Vera en Rotown een clubkaart en dan zijn er nog bredere lidmaatschappen zoals Subbacultcha. Waarom bieden poppodia deze kaarten aan? En is het niet eens tijd voor een landelijke podiumpas in navolging van de Museumjaarkaart? "We onderzoeken nu de animo voor zo'n overkoepelende pas."
Uiteindelijk komt het neer op talentontwikkeling, al sinds jaar en dag een sleutelwoord in het clubcircuit: bouwen aan nieuwe acts die nu wellicht nog geen kleine zaal voltrekken, maar over twee jaar zomaar de grote zaal kunnen uitverkopen. Kamsma: "Het moet ergens beginnen, hè? Als alle subsidies in Nederland zo'n beetje opdrogen, is het belangrijk dat sommige zalen opstaan om te zorgen dat het nieuwe talent blijft komen, én dat daar ook een publiek op afkomt. Geloof het of niet, maar dat lukt dus héél goed met zo'n pas."
Gouden clubkaart voor de liefhebbers
Ook de Rotown in Rotterdam en Vera in Groningen bieden sinds 2014 een clubkaart: bij Vera kost die 35 euro en kun je ten minste naar 10 concerten in een jaar. Arnoud Heikens van Vera onderstreept de rol van talentontwikkeling bij het introduceren van de clubkaart. "De reden waarom Vera bestaat is het trekken van nieuwe bands, die trekken niet allemaal de zaal vol. Deze clubkaart werkte heel erg goed om publiek te mobiliseren naar de hippe bands die je in de gaten moet houden. Op een gemiddelde geselecteerde show komen zo'n 30 kaarthouders af."
Naast de reguliere clubkaart introduceerde Vera ook een Gouden Clubkaart voor 499 euro. "Daarmee mag je altijd naar binnen, en met de clubkaart-shows mag je iemand gratis meenemen. Voor vaste concertbezoekers die iedere week naar een show komen komt het nog uit, ook, maar we hadden hem in het leven geroepen voor mensen en ondernemers die Vera een warm hart toedragen." Het is een flink bedrag, Arnoud had dan ook niet verwacht dat veel mensen zo'n Gouden Clubkaart zouden kopen. "Sterker nog: als er één iemand zo gek is om het aan te schaffen: dan is het mooi. Maar we hebben er zowaar acht in omloop. Ze zijn er hartstikke trots op."
Poppodia moeten ook niet té veel clubkaarten verkopen, erkennen Ben Kamsma en Arnoud Heikens. Kamsma laat niet los hoeveel passen Paradiso inmiddels heeft verkocht, maar "het doel is inmiddels bereikt", een doel dat ze eerder op 2000 kaarten hebben gezet. "Over twee weken zullen we de verkoop van de pas stopzetten, want we willen niet dat leden niet naar binnen kunnen omdat de zaal al vol is." Heikens knikt instemmend. Vorig jaar verkocht Vera ongeveer 140 clubkaarten. "Vera heeft maar ruimte voor 450 betalende bezoekers, je kunt niet iedereen maar gratis doorlaten, we willen op maximaal een stuk of 250 verkopen."
Subbacultcha heeft zendingsdrang en grote following
Goed voorbeeld doet goed volgen. Steeds meer poppodia werken met dergelijke "voordeelacties om hun publiek te mobiliseren', aldus Heikens. Melkweg biedt al tijden een jaarlidmaatschap van 25 euro aan waarmee je gratis een aantal concerten kan bezoeken, Doornroosje schijnt eenzelfde plan te onderzoeken, muziekblad OOR riep onlangs Club OOR in het leven waarmee abonnees gratis bij geselecteerde shows in het hele land naar binnen kunnen. En dan is er nog Subbacultcha, het onafhankelijke cultuurplatform dat tien jaar geleden werd opgericht en elke maand een programma cureert voor leden, voornamelijk in Amsterdam en Rotterdam. Zij hebben het sterkst een zendingsdrang voor de muzikale underground met een maandelijks lidmaatschap van 8 euro, een magazine en circa tien evenementen per maand. "We hadden het gevoel dat er een gebrek aan vatbare scene was in de stad", vertelt initiatiefnemer Leon Caren. "Het kernidee was: een kwaliteitsmerk starten waar mensen gewoon héén gaan, of ze de band nou kennen of niet. Ik zag heel veel goede muziek om me heen, terwijl er té weinig kanalen waren die er aandacht aan besteden, te weinig zalen die het programmeren en dus ook te weinig publiek dat wordt bereikt. Er is een veel grotere potentiële doelgroep voor die bands, maar de context ontbrak."
Die context biedt Subbacultcha wel, en dat blijkt een groot succes. Inmiddels heeft Subbacultcha iets meer dan 2000 leden. "We organiseren voornamelijk concerten voor debuterende acts met een eerste plaat en vaak eerste tour door Europa, toen we daarmee begonnen kwamen er vaak 40 a 50 man op af, nu zitten de zalen meestal vol met 200 a 300 man. Telkens is minstens de helft daarvan Subbacultcha-lid."
Adviesbureau onderzoekt een overkoepelende podiumpas
Subbacultcha organiseert voornamelijk shows in Rotterdam, Utrecht en Rotterdam. Zou één overkoepelende podiumpas voor alle clubpodia in Nederland ook wenselijk zijn? Dergelijke passen zijn in de bioscoop- en museumwereld al jaren een groot succes. De Museumjaarkaart kent inmiddels meer dan 1 miljoen leden in Nederland, en bij bioscopen leidden vergelijkbare lidmaatschappen niet alleen tot een betere zaalbezetting, maar ook tot avontuurlijker keuzes van de bezoekers. Een adviesbureau dat wegens politieke redenen nog anoniem moet blijven doet nu in opdracht van een grote hoeveelheid culturele instellingen in Amsterdam onderzoek of een vergelijkbare pas ook in theaters en poppodia kan worden geïntroduceerd.
Zij onderzoeken het plan om voor maximaal 5000 pashouders die 29,95 per maand betalen alle voorstellingen en optredens van aangesloten instellingen gratis aan te bieden, weet een medewerker van het adviesbureau ons te vertellen. Vanaf één maand vooraf kun je plekken reserveren, afhankelijk van de voorverkoop zijn er dus een aantal plekken beschikbaar voor leden. "Wij onderzochten of het publiek daarvoor openstaat. Er blijkt veel animo te zijn voor zo'n pas, een opvallende uitkomst is ook dat het publiek hoogstwaarschijnlijk breder gaan kijken. Bezoekers die normaliter alleen naar dansvoorstellingen gaan, zullen dan bijvoorbeeld ook vaker concerten bezoeken." Tussen de aangesloten organisaties is nu een discussie gaande rondom deze podiumpas, het adviesbureau hoopt de resultaten voor het einde van deze maand naar buiten te brengen. "Graag zouden we zien dat de podiumpas snel wordt ingevoerd, zeker gezien het enthousiasme van het publiek en aangesloten podia."
Ben Kamsma van Paradiso juicht het idee voor een overkoepelende podiumpas in ieder geval aan, en dan vooral ook buiten de randstad. "Ik hoop het vooral te zien in de steden waar het niet voor de hand ligt: kleinere steden met een studentencultuur. Er zijn genoeg mensen die naar concerten willen, maar niet weten waar ze moeten beginnen. Zodra je een pas hebt en af en toe een mail krijgt met het huidige aanbod, ga je vanzelf luisteren. Je moet mensen opvoeden, en dat kan ontzettend goed met een lidmaatschap."