Guy Garvey (Elbow) brengt solo-album uit: “Met dank aan heel veel rode wijn”

Grote goedlachse reus over Courting The Squall

Timo Pisart ,

Terwijl zijn bandleden allemaal gezinnetjes stichtten, kroop het bloed van Elbow-frontman Guy Garvey waar het niet gaan kon: morgen komt zijn eerste solo-album uit. Roosmarijn belde hem erover in VPRO 3voor12 Radio. Waarom Courting The Squall zo vrolijk klinkt? “Ik heb een nieuwe vriendin!”

De grote goedlachse reus Guy Garvey (41) spendeert al meer dan zijn halve leven in Elbow: sinds 1990 bestaat de band uit Manchester. Aanvankelijk in de marge, maar met The Seldom Seen Kid in 2008 brak de band plotsklaps door: stuwende, groots aangezette en gedragen nummers met sierlijke strijkers. Nu de andere bandleden één voor één vader worden, is het voor Guy Garvey voor het eerst tijd voor een solo-tussendoortje: Courting The Squall, een losser, zelfs wat funky album waarin voor het eerst ook de invloeden van David Bowie en Tom Waits doorsijpelen.

Het klinkt zowaar vrolijk en opgewekt, een behoorlijk unicum in het oeuvre van Garvey. “Dat klopt!”, lacht hij. “Ik ga tegenwoordig met de trein heen en weer naar Londen, ik heb hier een meisje ontmoet. Angela’s Eyes gaat over haar, je hoort mijn enthousiasme erin, hè?”

Het album Courting The Squall is in een kleine 9 weken geschreven en opgenomen, waar albums van Elbow vaak in jaren tot stand kwamen. “Zoveel muziek die ik waardeer is spontaan tot stand gekomen. Elbow is… natuurlijk hou ik ervan, maar het is heel voorzichtig geconstrueerd, gedetailleerd en gigantisch. Dit is veel sneller geschreven. Waarom? In Elbow zitten vijf beslissers. Ik had het er met de fantastische Amerikaanse songwriter Jenny Lewis over. ‘Mensen als Elvis Costello en Nick Cave schrijven elke 18 maanden een urgent album. Hoe doen ze dat?’ Zij zegt: ‘Speed!’ Ik: ‘Wat?!’ Zij: ‘Ze zaten ongetwijfeld aan de amfetamines. Jullie zijn zeker stoners?’ Ik zeg: ‘Jep, je hebt absoluut gelijk.’ Met Elbow schreven we vaak stoned liedjes. Courting The Squall daarentegen werd gevoed door rode wijn. Heel veel rode wijn.”

Het album klinkt behoorlijk anders dan het werk van Elbow, vindt ook Garvey. “Er zit bijvoorbeeld een hele krachtige, indringende synth-solo in. Die zou nooit op een Elbow-album komen, omdat we het nooit eens zouden worden over de sound. En dan zijn er nog de meer groovy tunes, met blazerspartijen die in politieseries hadden kunnen zitten. Maar de jongens van de band vinden het een goed album. Ze zijn heel aanmoedigend en warm, gelukkig maar. Ik heb het ze vooraf laten horen, ik had echt hun goedkeuring nodig.”

Een nummer als Juggernaut komt meer bij het geluid van Elbow in de buurt, een slepende, emotionele ballade met harp en piano. “Ja, het is wel een beetje nostalgisch, hè? Het gaat over de Corner House in Manchester. Tegenwoordig is het onderdeel van de universiteit, vroeger was het een kunstenaarscafé zoals je er veel hebt in Nederland, maar slechts weinig aan deze kant van de zee. Ik zat daar twintig jaar geleden vaak aan het raam te rijmen, als een schilderij van Hopper. Ik deed dat dagen achtereen, en dit nummer gaat over zo’n winteravond waar het café langzaam in een bar veranderde en het cold as fuck is. Het is zo’n heerlijke herinnering, het verdiende een hommage.”