Hij is de enige in Nederland die de Rolling Stones naar Pinkpop kon halen. Dat klinkt misschien arrogant, maar iedereen die weet hoe agenten en managers van grote artiesten werken, weet dat het waar is. Nergens in de muziekindustrie werkt het old boys network zo sterk als aan de top van de concertmarkt. Het houdt Leon Ramakers ook 47 jaar na de oprichting van Mojo Concerts relevant, hoe bescheiden hij zich de laatste jaren ook opstelde. “Ik heb het vanaf het begin serieus genomen”, zegt hij. “Ik had zo’n ongelofelijke hekel aan mijn studie Weg- en Waterbouwkunde, dat ik hiermee per se wilde slagen.” Nu ineens staat hij weer aan het roer, omdat algemeen directeur Dick van Zuijlen het veld moest ruimen na een conflict met hem. Dat had onder andere te maken met de mislukte festivals Sky City en Inspire, maar ook met de meest verstandige inzet van moderne middelen als marktonderzoek en cashless betalen. Terwijl Mutsaers nog wat onwennig op zijn nieuwe rol reflecteert, weerklinkt bij Ramakers de ervaring in elk detail.
Wilbert, we hebben jou de laatste jaren bij elk Ziggo Dome concert en op elk festival zien opduiken. Werd er al naar je overgang toegewerkt?
Wilbert Mutsaers: “Ik wilde dit heel graag doen, maar het is niet zo dat het al lang in de pijplijn zit. Dat ik bij elk concert opduik is al vanaf mijn vijftiende zo.”
Leon, waarom wilde je hem hebben?
Leon Ramakers: “Voor mij was er maar één kandidaat. Waarom? Eigenlijk neem ik al mijn belangrijke zakelijke beslissingen vanuit mijn onderbuik, en die sprak in dit geval zeer heftig.”
Je hebt zelf lang aan de top van het bedrijf gestaan. Inmiddels begeef je je meer op de achtergrond. Wat doet een ‘adviseur’ bij Mojo precies?
“Wat ik zelf nog steeds leuk vind is tweeërlei. Ten eerste: alle oude relaties onderhouden. In alle onbescheidenheid: de enige die de Stones op Pinkpop kon krijgen was ik. Er zijn ook oudere managers die jongere acts onder hun hoede hebben, zoals Robbie Williams en Pink. Dan maak ik de deal, waarna de rest bij Mojo terecht komt. Het andere was het motiveren van jonge mensen. Ik heb in mijn leven al zoveel fouten gemaakt, nog een fout erbij maakte voor mij niet zoveel uit. Dan kwam iemand aan mijn bureau met de vraag: 'Ik wil dat en dat doen, wat vind jij er nou van?' Dan zei ik: 'Weet je wat, doe het maar gewoon. Als het goed gaat heb jij het gedaan, als het niet goed gaat zeg je dat die ouwe grijze het per se wilde.'”
“Jarenlang was ik de adviseur van Dick van Zuijlen. Een keer per week gingen we bij elkaar zitten, en we waren het altijd eens, totdat er een paar jaar geleden dingen begon te gebeuren waarvan ik dacht: ‘Wat is dit nou, dat slaat nergens op.' Dan heb ik het over festivals Sky City en Inspire, over betaalsystemen, over onderzoeken. Ik was daar in principe best voor, maar niet voor de manier waarop geïnvesteerd werd. Wij hebben altijd onderzoek gedaan, vaak met de universiteit van Nijmegen. Dat kostte dan 10.000 euro. Nu moest er ineens een dame van Motivaction komen, die doelgroepen in kaart ging brengen. Je kent het wel, de postmoderne hedonisten, de opwaartse mobielen. Het eerste doel dat ze zich stelde was nieuwe doelgroepen te zoeken voor Fortarock. Ik vind alles best, maar niet-hardrock-liefhebbers interesseren voor Fortarock lijkt mij geen goed idee. Ik ben niet tegen onderzoek, maar wel voor het gebruik van intelligentie.”
Als een adviseur het oneens is met de directeur, dan stapt doorgaans de adviseur op, niet andersom.
“Ik heb mijn ontslag ook aangeboden, maar het werd niet geaccepteerd. Ze hadden gewoon meer vertrouwen in mij dan in Dick.”
Je zegt: ik neem alle beslissingen vanuit de onderbuik. We leven intussen in een tijd waarin we van alles kunnen meten. Wilbert, jij hebt daar ook veel mee te maken bij 3FM. Het lijkt me een moeilijke balans.
Wilbert: “Ik vind dat helemaal geen moeilijke balans, maar dat is misschien mijn achtergrond als communicatiewetenschapper. Ik weet hoe je onderzoek doet en vooral ook hoe je het moet gebruiken. Bij 3FM bijvoorbeeld testen wij platen pas nadat we ze op de playlist gezet hebben, niet op voorhand. Dat mag je onderbuik noemen, of ervaring. En als je zelf de ervaring niet hebt, verzamel je mensen om je heen die dat wel hebben. Ik probeer onderzoeken altijd op hun meritis te beoordelen. Ik realiseer me ook dat je geneigd bent onderzoek dat jouw perceptie onderstreept, sneller als goed onderzoek te beschouwen. Maar als je maar vaak genoeg hoort dat iets anders in elkaar zit dan jij altijd dacht, ga je het op een gegeven moment zien en word je intuïtief ook sterker. Vroeger wist je absoluut niet wie je klanten waren. Dan verkochten we 400.000 cd’s van Marco Borsato, maar we hadden geen idee aan wie. Ja, je moeder, dat wist je, maar verder? Tegenwoordig heb je zoveel meer data. Ik hoorde dat bij Soldaat van Oranje 22% van de bezoekers nog een keer komt. Twee maanden geleden draaide het vijf jaar.”
Leon Ramakers: “Dat is langer dan de oorlog.”