MM15: De zaterdag van Motel Mozaique (blog)

Met o.a. Purity Ring, The Notwist, The Staves, Rats on Rafts, Fyfe, Maarten Vos, Ghostpoet e.a. (wordt aangevuld)

Tekst Cécile van Wijnsberge, Sjoerd Huismans, Martijn van der Lienden, Jordi Willemse, foto's Marcel van Leeuwen en Ad Baauw ,

Dag twee van Motel Mozaique startte vanmiddag met vijf sessies van 3voor12 in de tent op het Schouwburgplein. Die video's vind je in ons Motel Mozaique-dossier op 3voor12. Het avondprogramma speelt zich af op verschillende podia in de stad Rotterdam. De verslaggevers van 3voor12 en 3voor12 Zuid-Holland zijn daar op pad en doen verslag van het muziekprogramma in dit blog. Verwacht hier recensies van onder andere The Staves, Rats On Rafts, The Notwist, Villagers en Purity Ring.

Purity Ring: dé hoofdact voor wie van een beetje bombast houdt   
Dé headliner van deze editie van Motel Mozaïque is een electropopduo uit Canada, dat na de release van debuutalbum Shrines vooral door de hipsterblogs werd opgepikt. Met de tweede plaat another eternity mikt Purity Ring op een groter publiek. In een interview vorige week kondigde producer Corin Roddick al aan dat de show ook flink opgeschaald ging worden, en daar is niets van gelogen. Het duo komt met een ontzettend gave lichtshow. Het opvallendste element is een serie lantaarns in het midden, welke ook functioneren als triggers. Als Roddick er met gevoel voor drama op slaat zijn ze in het ene nummer elektronische drums, in het andere toetsen. Zangeres Megan James heeft een vergelijkbaar instrument aan de zijkant, met lichtbundels die het publiek in schijnen. Allebei slaan ze soms nét even mis om aan te tonen dat dit onderdeel echt live is.

Allemaal behoorlijk next level – een beetje meer Disneyland Parijs dan Motel Mozaïque -  maar geldt dat ook voor de muziek? Net als op de plaat valt op dat de nummers van another eternity, zoals stranger than earth, allemaal wat lomper zijn dan de liedjes van Shrines. Daardoor passen ze wel uitstekend bij deze enorme productie, maar pas in ‘oude’ songs als Belispeak kan Roddick echt tonen wat hij allemaal in huis heeft. Die hiphop/trapvibe van dat nummer blijft onovertroffen. Tot zover het gezeur: ook de nieuwe plaat bevat geweldige tracks als bodyache, en wie heeft het überhaupt nog over de muziek? Die show, wauw. Hadden we al gezegd dat de gigantische maan in het midden ook een elektronische basdrum is? (Sjoerd Huismans) 

Villagers dwingt tot luisteren
Villagers is een band met een verhaal. De poëtische teksten van Connor O'Brian staan centraal in de muziek en met gedoseerd gebruik van instrumenten word je gedwongen te luisteren. Vanavond staan er een contrabas en een harp in de grote zaal van de Schouwburg en bovendien komt bij het tweede nummer een trompet tevoorschijn. Het effect is duidelijk: het volle basgeluid en de fijne harp zorgen voor een perfecte muzikale omlijsting. Als  geen ander weet O'Brian de tekst tot je door te laten dringen, waardoor het publiek van begin af aan stil is en luistert. Opvallend is hoe stevig de harp kan klinken bij nummers als The Waves, dat met een een gelaagd, vol geluid de climax verzorgt. De band speelt veel materiaal van het het dit jaar verschenen nieuwe album Darling Arithmetic, waardoor bij het publiek nog niet zo bekende nummers worden voorbij komen. Wellicht loopt het ook om die reden dan ook een beetje leeg halverwege de set, het zijn niet allemaal knallers. De Ierse muzikanten laten vanavond zien dat ze muziek maken voor degenen die aandachtig willen luisteren, of het nu bekende nummers zijn of niet. Villagers weet dus met het optreden vooral de kenner en fijnproever te verblijden, en daar lopen er gelukkig genoeg van rond op dit festival. (Martijn van der Lienden)

Shannon Saunders: niet vernieuwend, wel charmant
De jonge Shannon Saunders introduceert elk van haar nummers met de zin "This is my song..." Misschien wel om te benadrukken dat ze haar songs zelf schrijft, in tegenstelling tot de covers waarmee ze in eerste instantie op YouTube bekendheid vergaarde. Die noemt ze ook tijdens de show, maar ze zijn "really old and embarrassing" dus of we ze alsjeblieft niet op willen zoeken (wat iedereen straks natuurlijk direct gaat doen). Haar eigen tracks passen zo binnen de trend van midtempo op dance geïnspireerde pop - je hoort Banks, MØ, Jessie Ware en ook een beetje Disclosure. Dat is dan ook meteen het grote nadeel aan Shannon Saunders: het is op geen enkele manier vernieuwend. Het nummer dat ze schreef voor de soundtrack van Disneyfilm Tangled blijft achterwege; alles lijkt er vanavond op geënt om Saunders als credible zangeres neer te zetten. Dat wordt flink geholpen door haar aimabele persoonlijkheid en de persoonlijke overtuiging waarmee ze haar teksten brengt. Laatste track en nieuwste single Sheets is het meest uptempo en dansbaar, en zou je zo op de radio voorbij horen komen. En dat is dan niet eens zo erg. (Cécile van Wijnsberge)

Menace Beach: een hoop gitaargeweld én goeie liedjes 
“There’s an awful lot of guitar”, zegt de geluidsman tegen Menace Beach tijdens de soundcheck. Dat moet een beetje omlaag geschroefd, maar liefst niet te veel: deze Britse band moet het hebben van de drie overstuurde gitaren die samen een muur aan noise vormen. Je zou bijna vergeten dat die  - heel leuke - debuutplaat Ratworld uitstekende liedjes bevat, zoals het aanstekelijke Tastes Like Medicine of het wat langzamere Tennis Court. Een groot deel van het album komt vanavond aan bod in de drie kwartier dat Menace Beach Rotown voor zichzelf heeft.

Naast de gitaren heeft de band nog een belangrijk wapenfeit: de combinatie tussen de agressieve leadzang van Ryan Needham en de dromerige achtergrondzang van Liza Violet. Door die man-vrouwvocalen heeft de band wel wat van My Bloody Valentine. Maar het liedje van de Britten  dat het meest aan de legendarische shoegazers doet denken (Blue Eye) wordt wijselijk overgeslagen ten faveure van hard rockende tunes als Lowtalkin. Dat heeft effect: het feestje in de Rotown is aan. Mede te danken aan een stuk of vijf héél bezopen gasten voorin, maar vooral aan deze opzwepende rockshow van Menace Beach. (Sjoerd Huismans) 

Verfrissende psychedelica van The Mysterons
Samen met de leden van Jungle by Night en Pauw vormt zangeres Josephine van Schaik The Mysterons, een jonge band die is ontstaan vanuit de passie voor psychedelische muziek uit de jaren zestig en zeventig. Door de kwaliteiten van de bandleden en enkele indrukwekkende concerten is dit bandje een van de spannendste nieuwe acts van Nederlandse bodem. Bij de eerste tonen maken ze de verwachtingen al waar: het dromerige geluid is nergens echt mee te vergelijken en klinkt verrassend goed. Natuurlijk zijn de invloeden van de jaren zestig en zeventig te horen, maar toch behoorlijk verkapt in een vervormd massief geluid van het orgeltje. De jonge band speelt erg geconcentreerd, maar nergens wordt het een ingestudeerd stukje: de jams en tempowisselingen komen spontaan over en zwepen het publiek op en het creatieve gebruik van ritmes, het orgel en de dromerige hoge stem doen de rest. Het publiek is dan ook in groten getale naar de hal van de schouwburg gekomen en hoortnde energieke nummers gretig aan. Vandaag hebben The Mysterions er door een oerdegelijk optreden en een verfrissend geluid een grote schare fans bij gekregen. (Martijn van der Lienden)
 

Will Butler vermaakt en verwart
Will Butler ken je als de ene helft van de gebroeders Arcade Fire, maar vandaag staat hij in de Kornuittent met werk van zijn solodebuut Policy. Hij wordt bijgestaan door twee Bombita-eske dames op een verscheidenheid aan synthesizers en drumcomputers. Ook doen ze wat minimalistische heen-en-weerchoreografie en achtergrondzang à la The B-52's. Met Butler's wat verfomfaaide pak met vlinderstrik, ontzettend valse akoestische gitaar en de plastic beats uit een drumdoosje komt het geheel wat kolderiek over. Gedurende de set kom je er niet helemaal achter of dit nou expres is, of dat Butler en zijn bandleden gewoon een beetje ongemakkelijk zijn. Is dit een soort grapje? Op een bepaald niveau wel, maar als Butler in het midden van de set met die akoestische gitaar even een rustmomentje pakt, zie je aan zijn hoofd dat het hem ook menens is. Het volgende moment maakt 'ie echter weer een droogkomische opmerking. Een beetje van beide, dus. Muzikaal is het ook een mengelmoes, van rock 'n roll, artrock en zelfs wat disco, en niet altijd even strak gespeeld. Expres slordig wellicht? De overtuiging is er in ieder geval wel: Butler gaat volledig uit z'n plaat en werkt zich flink in het zweet. De liedjes zijn goed, vooral de meer dansbare tracks als Take My Side en Anna, maar de uitvoering schept enigszins verwarring.  (Cécile van Wijnsberge)

The Notwist: dansen met zes briljante Duitse nerds
De Duitse band The Notwist heeft in twee decennia al vele muziekstijlen verkend. Maar zo’n ontzettend weirde plaat als Messier Objects, eerder dit jaar uitgebracht, hebben ze toch zelden eerder gemaakt (misschien Sturm uit 2009). Het grootste deel van de plaat bestaat uit nauwelijks concrete elektronische ruis. Hier op Motel Mozaïque kiest The Notwist verstandig voor de wat toegankelijkere indietronica waarmee de band een breder publiek vond, zoals Pick Up The Phone en This Room van ‘doorbraakplaat’ Neon Golden (2002). 

Op de drummer na bestaat de hele band uit multi-instrumentalisten. Knap is het hoe één van hen zijn gitaar als ritme-instrument gebruikt met behulp van effecten. De muziek van The Notwist zit vol met dit soort details, het toffe lichtplan (lampen op de instrumenten zelf) en het loepzuivere geluid in de Schouwburg maken het helemaal af. Eerlijk is eerlijk: het helpt ook wel dat de vlakke zang en Arnold Schwarzenegger-tongval van Markus Acher enigszins naar de achtergrond worden verdrongen.

Als The Notwist er een tandje bijzet zoals in oudje One Dark Love Poem - een stevige rocker - wordt er voor het podium uitbundig gedanst. Dat ook het publiek er nog een tandje bij kan zetten blijkt tijdens de lang uitgesponnen afsluiter Pilot, die zowaar richting techno gaat. Het lijkt wel alsof we in Perron zijn beland om een uurtje of vier ’s nachts. (Sjoerd Huismans) 

De stem van Rae Morris past overal bij
Begin dit jaar kwam het debuutalbum van Rae Morris uit. Vandaag is een halfvolle zaal aan de Gourvernestraat aan de beurt om het werk live te horen. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van redelijk wat verschillende instrumenten en dat geeft een mooi effect. De verschillende combinaties blijken telkens weer perfect te passen bij het stemgeluid van Rachel Anne Morris. Want wat een stemgeluid heeft de jonge Britse singer-songwriter zeg! Voeg hier de begeleiding van twee keyboards, een contrabas, een drumstel en een gitaar aan toe en je krijgt hartstikke leuke en frisse popmuziek. Tijdens het catchy nummer 'Closer' komt het genre pop duidelijk naar voren. 

Na verloop van tijd lijkt er een soort kanteling te komen in de set. Bij het nummer Do You Even Know zijn vreemde, elektronische klanken te horen. Dit elektronische avontuur blijft niet beperkt tot één nummer. Ook bij deze muziek past de stem van Rae Morris perfect, die het duidelijk naar haar zin lijkt te hebben op het podium. Er wordt namelijk veelvuldig gelachen. De overgebleven bezoekers lijken er tevens plezier in te hebben. Als het optreden uiteindelijk wordt afgesloten met het nummer Love Again, is de zaal aan het dansen. (Jordi Willemse)

Fyfe maakt triphop van folksongs
De uit Manchester afkomstige Paul Dixon staat vandaag in Rotown als Fyfe. Voor wie het album Control dat eerder dit jaar uitkwam heeft gehoord, bevat zijn set vandaag nog aardig wat verrassingen. In vergelijking met de plaat is Fyfe live dynamischer, met meer gitaarwerk en duidelijkere nadruk op de triphopbeats. De bassen zijn dieper en de snares scheller; er ligt een stuk meer spanning in deze set dan Control op plaat weet over te brengen. Fyfe klinkt als The xx gezongen door Rufus Wainwright, of alsof Conor O'Brien van The Villagers een future r&b-plaat heeft gemaakt. Maar dan wel alleen met O'Brien's b-kantjes. Sommige van Dixon's songs zijn sterk, andere weten niet te echt beklijven. Qua sound blijft er van Dixon's roots in de folk weinig over, maar je hoort ze terug in de manier waarop hij zijn nummers schrijft: ze zijn open, helder, maar soms wat al te gelijkmatig. De beats zijn zijn redding; op de zeldzame momenten waar hij alleen met zijn gitaar overblijft verliest hij meteen de aandacht van het publiek. Toch is het als geheel heel aardig. Dixon's stem is erg goed, en de live op sample pads gespeelde drums en gesamplede koortjes zijn een interessante aanvulling op de op folktraditie gestoelde songs. (Cécile van Wijnsberge)

Messcherp Rats On Rafts overtuigt in grote Kornuit-tent 
Zou dat werken, de keiharde no-wave van Rats On Rafts in de relatief grote Kornuit-tent op het Schouwburgplein? Eigenlijk wil je deze Rotterdammers gewoon in een obscuur klein zaaltje zien, maar toch is het ook wel weer eervol van Motel Mozaïque dat ze de Rats deze mooie spot hebben gegund. Het is zowaar ook vol in de tent, al moet daarbij aangetekend worden dat er verder nog weinig te doen is op dit tijdstip. Fagan en co beginnen rustig met Sleep Little Child, tevens de opener van de onlangs uitgebrachte tweede plaat Tape Hiss. Meteen valt op dat de band op scherp staat, net als bij de kleinschaliger albumpresentatie eerder deze maand.  

Het geluid is in deze grote tent iets minder allesverzengend dan bij de doorsnee Rats On Rafts-show, wat eigenlijk best fijn is. Dat wil niet zeggen dat de band ook maar een tandje softer is geworden: in één ruk door jagen de geweldige Rats de nummers erdoorheen. De band laat ze allemaal ontsporen in luide jams en Fagan pusht zijn stembanden tot het uiterste. Het publiek lijkt nog wat te moeten wennen aan de nieuwe songs, maar de voorste rijen zijn helemaal om. En terecht. Tien minuten te vroeg zijn de Rats klaar. Fagan schuift zijn lok opzij en richt zich voor de eerste en enige keer tot het publiek. “Doei.” (Sjoerd Huismans)
 

Het heilige zusterverbond van The Staves
De woorden "echt mooi" zoemen door het publiek tussen de winterachtige folkpopsongs van The Staves. En inderdaad, de samengesmolten zang van de drie Britse zussen kun je niet anders dan mooi noemen. Hun tweede album If I Was werd geproduceerd door Justin Vernon alias Bon Iver, een expert op het gebied van intieme, ijzige romantiek. Waar sommige nieuwe nummers daar duidelijk spannender van zijn geworden, moet The Staves het toch hebben van slechts enkele uitblinkers in een verder wat gezapige set. De eerste daarvan is No Me, No You, No More, een psalmachtige track met alleen een orgeltje ter begeleiding van het zingen van de zusters. In deze kale, bezwerende en intieme song wordt het zangtalent van de frontvrouwen ultiem benut, en qua spanning wordt dit nummer niet meer ingehaald. Kort hierop volgt het tweede hoogtepunt: “That was a sad song,” zegt de charmante Jessica, “this next one isn't so sad. It's more angry.” Black & White is de enige track die het randje van rock opzoekt. Pittiger dan het andere werk, en zo geslaagd dat je wou dat er meer van was. Helaas komen deze twee nummers in de eerste helft van de set al voorbij, en volgt daarop een duidelijk inkakmoment waar de zussen niet echt meer bovenop komen. Mooi blijft het wel. Maar ook wel heel erg braaf. (Cécile van Wijnsberge)

Maarten Vos brengt klassieke cello en abstracte elektronica samen
Het is niet veel klassiek geschoolde cellisten gegeven om de popfestivals aan elkaar te rijgen. Pitch, Le Guess Who?, Grasnapolsky en Eurosonic boekten hem al, en nu dus Motel Mozaique. Maar Utrechter Maarten Vos wordt dan ook gezien als een groot talent op het snijvlak van klassieke muziek en elektronisch experiment. Op dat vlak zien we meer muzikanten stiekem de fijnproeversfestivals binnen sneaken. Vos werkte al met de Britse multi-instrumentalist Greg Haines, en de opening van zijn set hier doet sterk denken aan de jonge IJslandse componist Olafur Arnalds. 
 
De Paradijskerk is vroeg op de dag helemaal vol voor Vos, die omringd is door elektronische apparatuur en een klein speelgoedbeertje. Op het orgel achter hem cirkelen vrolijke lichtijsjes, en de lichtman doet erg zijn best het ritme te vangen dat Vos langzaam ontwikkelt. Hij doet dat laag voor laag. Eerst ‘loopt’ hij wat eenvoudige streken op zijn cello, dan legt hij er complexere melodieen overheen, vervormt wat hij al heeft en voegt nog puur elektronische elementen toe. Er zijn momenten dat je de voeten van je buurman voorzichtig over het houten voetenbankje kunt horen schuifelen, er zijn momenten dat hij je de kans geeft in halfslaap weg te glijden, en er zijn momenten dat de hele kerk zich vult met onontkomelijke, grommende drones. Ideale middagopener. (Atze de Vrieze)

Ghostpoet: ongekend melodieuze spoken word

De Engelse MC en producer Obaro Ejimiwe, alias Ghostpoet, maakt niet zomaar hip-hop, maar creëert originele arrangementen, op zijn nieuwe plaat ondersteund door een heuse band. Voor dat album werkte hij onder andere samen met Nadine Shah, waardoor de plaat een melancholieke sfeer krijgt. Vanavond wordt hij begeleid door vier muzikanten, inclusief charmante toetseniste die de gastartiesten op de plaat vervangt. Ghostpoet zelf staat ontspannen op de planken, met een opvallend spiegelende zonnebril. Met een lage, krakende stem spuwt hij zijn poëtische teksten over de begeleiding, met minimale stemverheffing, maar met een enorme overtuigingskracht.

Live sluit de begeleiding perfect aan bij zijn stem door de goede wisselwerking tussen tekst en muziek. Laid-back gaat Ghostpoet op in de muziek, die op zijn beurt is gevormd om zijn stem. Af en toe verliezen stem en muziek elkaar, als tijdens de climax van een nummer de zware stem van de spanning eruit haalt. Toch blijft gedurende de hele set de aandacht erbij door de goed gekozen afwisseling in nummers. Erg sterk zijn de door triphop beïnvloedde nummers, maar met gemak weet Ghostpoet de tent te laten dansen op stevige beats en vuige gitaren. De MC weet met het optreden zijn reputatie te vestigen als verrassende, originele live-act. Eentje die ongetwijfeld bij steeds meer Nederlanders de harten zal gaan veroveren. (Martijn van der Lienden)
 

Onverwacht einde bij Lapsley
Met drie man sterk komt het Britse Lapsley het podium op. De goedgevulde zaal aan de Gouvernestraat valt meteen stil op het moment dat Holly Lapsley Fletcher begint te zingen. Lapsley opent met een elektronisch nummer, bestaande uit zacht getrommel en Caraïbische tonen. Alles uiteraard ter begeleiding van de zang van de singer-songwriter. Vooral die Caraïbische tonen lijken goed te vallen bij het publiek, waar veelal meeschuddende hoofden en soms zelfs bewegende heupen te zien zijn. De opbouw van Lapsley's muziek is indrukwekkend te noemen: van een stilte met alleen de loepzuivere stem van Lapsley naar een zaalvullend geluid. Na verloop van tijd wordt steeds een nieuw muzikaal element toegevoegd. De singer-songwriter speelt ook nog een paar nummers alleen op haar keyboard, zoals 'Take A Minute'. Hierbij maakt ze hier en daar gebruik van een stemvervormer, wat eigenlijk vooral zonde is van haar stemgeluid. 
Na een half uur wordt plotseling het laatste nummer aangekondigd. Op het programma van Motel Mozaïque staat dat het optreden een uur zou gaan duren. Dit plotselinge einde komt dan ook erg onverwacht en is ook best wel zonde; slecht was het namelijk allerminst. (Jordi Willemse)
 
Lange intermezzo's en een klein beetje zang bij Tweak Bird
Het Amerikaanse Tweak Bird begint een beetje vreemd aan het optreden in een drukbezocht Rotown. De drummer beweert namelijk dat hij de zaal gaat hypnotiseren. Dat lijkt ook heel even zo, want de zang heeft een soort hypnotiserende werking. Maar al snel worden de bezoekers omver geblazen met een stevig gitaargeluid. De groep speelt onafgebroken door en heeft nauwelijks de tijd om op adem te komen. De nummers lopen in elkaar over en kleine stukjes zang worden afgewisseld met lange instrumentale stukken. De enige echte pauze die de groep neemt, is het moment waarop de shirts uit gaan. Naast de ontzettend harde stonerrock die het gezelschap produceert, wordt er ook gebruik gemaakt van een saxofoon. Deze wordt in het begin vooral weggedrukt door de andere instrumenten, maar dat verandert na verloop van tijd.
 
 
Het is niet verrassend dat het energieke optreden pas na twaalven plaatsvindt. De heavy stoner-psych rock knalt door Rotown heen. Dat lijkt te worden gewaardeerd want voorin wordt veelal bewogen tijdens de langdurige intermezzo's. Om het optreden in stijl af te sluiten, gebruikt de band een nummer dat rustig begint en hard eindigt. Deze opzet lijkt te werken want er klinkt een luid gejuich door de zaal. Tweak Bird eindigt met een geweldige knaller. (Jordi Willemse)