Lowlands: het Grote Zaterdag Blog

Met o.a. Eaves, CUT_, While She Sleeps, Dollkraut, Mini Mansions en Ho99o9

Tekst: Atze de Vrieze, Sjoerd Huismans, Timo Pisart, Ralph-Hermen Huiskamp, Roosmarijn Reijmer, Cécile van Wijnsberge en Norbert Pek. Foto's: Atze de Vrieze, Jelmer de Haas en Tim van Veen ,

Met zo'n berg aan interessante acts op het Lowlands-affiche is het voor de 3voor12-redactie niet te belopen om iedereen een eigen artikel te geven. Maar vanzelfsprekend willen we wél zoveel mogelijk acts bespreken, en daarvoor hebben we dit blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest. Dit is het groeiende zaterdag-blog met in de loop van de dag o.a. Eaves, CUT_, While She Sleeps, Dollkraut, Mini Mansions en Ho99o9.

Visueel dansspektakel Batida grootste verrassing van de X-Ray
Hoeveel kan er gebeuren in een uur in de X-Ray? De Portugees-Angolese producer Batida begint zittend met een kleine platenspeler om een obscure Angolese sembaplaat te draaien. Trots geeft hij de hoes door aan de voorste rij mensen in het publiek. Hij vertelt dat die plaat hem geïnspireerd heeft om de volgende track te maken. Dan barst het feest los met de meest zomerse muziek die je je kunt voorstellen. De X-Ray straalde nog nooit zo fel. Zo overheerlijk zomers is de muziek van Batida. De kleurrijke visuals knallen over de schermen, een zeer flexibele Angolese danser brengt het publiek in vervoering. Batida maakt zeer aanstekelijke tropical bass met zouk en kuduro invloeden.

Tussen de bonte muzikale vertellingen door maakt hij een politiek statement door Angolese oorlogsbeelden te vertonen en laat hij het publiek “Agua!” scanderen om ons te laten beseffen dat water in Angola duurder is dan bier (!). Dat klinkt allemaal erg politiek correct, maar het kan de feestvreugde zeker niet drukken. Sterker nog: hij deelt ook tientallen fluitjes uit om het publiek extra lawaai te laten maken. Batida geeft een totaalspektakel dat moeilijk te evenaren is. (Menno de Meester)

Mini Mansions overtuigt Charlie met z'n freaky randje
Alledrie de mannen van Mini Mansions zijn in strak maar opzettelijk lelijk pak gestoken - die van de toetsenist en bassist zijn voorzien van respectievelijk een paisley- en bloemenprint, beide even wansmakelijk. De bekendste kop vandaag is die van Michael Shuman, ofwel 'Shoes', zoals Josh Homme van Queens Of The Stone Age hem noemt als hij daar bas speelt. In een volledig wit Saturday Night Fever-pak staat (!) hij achter het drumstel, en deelt hij de vocalen met toetsenist Tyler Parkford. Qua gevoel heeft Mini Mansions ergens wel wat weg van de meer freaky kant van QOTSA, hoewel de songs voornamelijk gebouwd zijn rondom de piano in plaats van zompige gitaarriffs. Toch heeft het dezelfde laid back woestijnvibe, waar Mini Mansions dan weer een dosis glamrock en een vleugje spookhuispop aan toevoegt. 'Vertigo', een recent nummer met Arctic Monkeys frontman Alex Turner op gastvocalen, is precies even verleidelijk als creepy en krijgt de volle Charlie flink aan het dansen. Na een wat voorzichtige kennismaking komen zowel de band als het publiek wat meer los. Uiteindelijk wordt er op het podium vol overgave gefreakt, en dat weet de Charlie als geen andere Lowlandstent te waarderen.(Cécile van Wijnsberge)

Knip-en-plak-avonturier Romare weet niet te boeien
Natuurlijk staan er ook dit jaar de nodige onbekende namen in de X-Ray, en wie weet zitten daar wel wat spannende verrassingen tussen. Ninja Tune-representant Romare uit Engeland klinkt daar op papier interessant genoeg voor: oude R&B-samples, field recordings, avontuurlijke beats en zelfs filmdialogen knipte en plakte hij aaneen tot het album Projections. Vooral daarvan laat hij tracks horen vanavond, zoals het mellow ‘Work Song’, het rare maar aanstekelijke ‘Lover Man’ en het snellere ‘Roots’. Helaas doet hij dat live op een wat fantasieloze start-stop-manier en wordt elke overgang aangekondigd met zo’n hiphop-misthoorn. Dat klinkt bij zo’n subtiele set behoorlijk basaal en ongepast. Aanvankelijk staat de X-Ray duf toe te kijken, maar als halverwege de beats dieper worden gaan de handen wel degelijk de lucht in – vooral afsluiter ‘Down the Line (It Takes a Number)’ valt erg goed. Het is alleen jammer dat het experiment bij Romare zelf niet echt van de grond wil komen, de samplegekte blijft beperkt tot datgene dat al op de plaat bij elkaar was gepuzzeld. (Sjoerd Huismans) 

Wie de fuck is Barns Courtney?
Twee weken geleden werd opeens Barns Courtney toegevoegd aan de line-up. Barns Courtney? Courtney Barnett met een nepsnor? Er was letterlijk niets over hem te vinden, maar Lowlands kondigde hem aan als een Britse blues en americana geïnspireerde singer-songwriter uit Ipswich, getipt door Carl Barât (The Libertines), Brendan Benson (The Raconteurs) en Ed Sheeran. Inmiddels heeft de 24-jarige Brit een eigen Facebookpagina met 93 likes. De Charlie-tent telt net wat meer bezoekers bij zijn eerste optreden. Hij speelt solo met een akoestische gitaar in de hand en maakt aanstekelijke popliedjes. De hey-hey's, ooh-ooh's en du-du-du's vliegen je om de oren en komen werkelijk in elk nummer voor, vaak op de meest random momenten. Soms zet hij een soort Kensing-toontje op als hij zingt. Er zit een aantal nummers in de set die zo op 3FM zouden kunnen, maar misschien zouden ze nog beter klinken in een bandsetting. De verhaaltjes tussen de songs door zijn soms wat ongemakkelijk, bijvoorbeeld wanneer hij door iemand uit het publiek met water bespoten wordt en een grap over squirten maakt. Toch krijgt hij het voordeel van de twijfel en is iedereen enthousiast. Barns Courtney roept het publiek op zijn Facebookpagina te liken. Als de Charlie daar gehoor aan geeft is na een show van veertig minuten zijn fanbase zomaar verdubbeld. Zelf Barns Courtney leuk vinden kan hier. (Menno de Meester)

While She Sleeps beukt Charlie omver met vrouwvriendelijke metalcore
'We’re a metal band with a punk ethos.' Brulboei Lawrence Taylor geeft zelf nog maar eens aan wat we van zijn band kunnen verwachten: beukende double-bass drums, poppy refreintjes en snellere punk in de coupletten. Metalcoreband While She Sleeps uit Sheffield is een van de niet heel dik gezaaide hardere bands op het affiche. Dat vermoeden ze zelf ook al. De sympathieke Taylor vraagt het publiek hoeveel andere metalcorebands er eigenlijk op het programma staan. Het publiek steekt vingers op, de antwoorden lopen uiteen van twee tot vijf. En waar kijken ze het meest naar uit? ‘Enter Shikari!’

Die liefhebbers krijgen van While She Sleeps evenwel wat ze verwachten. Met een niet aflatende energie jagen de Engelsen een partij heavy songs met titels als ’New World Torture’ en ‘Death Toll’ door de Marshall-stacks. Die poppy refreintjes hier en daar, dat beheerst de band wat minder. Ach, het werkt: het publiek weet ook van geen ophouden met de walls of death en dAe circle pits, de gitarist duikt er middenin. Maar iedereen hoort erbij voor de positivo’s van While She Sleeps. Voor de afsluiter ‘Four Walls’ vraagt Taylor alle meisjes om op iemands schouders te gaan zitten, een van hen houdt dat het hele nummer vol. Ze heeft een rugzakje in de vorm van een roze pluchen eenhoorn. (Sjoerd Huismans)   

Eaves brengt de duistere kant van de nineties terug 
Schuif al die hedendaagse singer-songwriters maar aan de kant: Eaves gaat het geluid van Neil Young, Nick Drake en Jackson Browne terugbrengen. Dat was zo ongeveer de aankondiging van Eaves op de Lowlands-site. Het is maar ten dele waar, want Joseph Lyons a.k.a. Eaves grijpt nog meer terug op het jaren negentig folkrockgeluid van Jeff Buckley. Inclusief de hoge uithalen en de duistere, bij vlagen psychedelische begeleiding. De bassist maakt het wel heel erg bont door er af en toe een soort funkmetal-loopjes doorheen te gooien. Soms komt alles wel heel erg in de buurt van progressieve rock.

De Charlie is nog maar halfvol gestroomd als Eaves uiteindelijk tien minuten te laat begint. Dat is eigenlijk jammer, want de bezoekers die de Ben Howard-doet-moeilijke-headlineshow van gister goed konden hebben, moeten dit toch ook zeker kunnen waarderen. Goeie songs heeft Eaves namelijk zeker, zoals de afsluiter ‘Pylons’ (sterke hook) of het nieuwe liedje ‘Honeycomb’. Helaas is de podiumpresentatie nog wat stuntelig, met verlegen dankwoordjes, lange pauzes, te laat beginnen en te vroeg weer ophouden. Eaves is nog wat schuchter, maar zeker veelbelovend. (Sjoerd Huismans)

Invaller CUT_ heeft zoveel meer te bieden dan 'Papaoutai'
Het zal je maar gebeuren: conservatoriumstudenten Sebastiaan Dulith en Belle Doron plaatsten voor hun studie een triphopversie van 'Papaoutai' van Stromae op YouTube die totaal onverwacht 1,4 miljoen bekijks opleverde. Vandaag vallen ze in voor Whilk & Misky. 'Eigenlijk moest ik vandaag oordoppen verkopen op Lowlands,' vertelt zangeres Belle Doron, 'maar gelukkig mocht ik vrij krijgen van mijn baas.' De baas staat in het publiek en neemt trots een applaus in ontvangst. Zelf danst hij even enthousiast mee als de rest van het publiek. 

De meeste mensen in de X-Ray zullen het electropopduo kennen van 'Papaoutai', maar ze hebben zoveel meer te bieden. De track 'Abstract' met een Major Lazer-achtige vocale sample zou zomaar een radiohit kunnen worden. Ook 'Twisting And Turning' doet het live erg goed. De zang van Doron doet soms wat denken aan Lorde, de beats van Dulith als een geüpdate versie van Massive Attack. De verrassende afsluiter is een minimalistische electroversie van 'Bam Bam', de reggaeclassic van Sister Nancy. Met wereldschokkende bassen, dat dan weer wel. CUT_ is klaar voor de festivals, maar morgen staat Doron gewoon weer oordoppen te verkopen op Lowlands. (Menno de Meester)

Dollkraut doet een Drank en Drugsje
Spannend: Pascal Pinkert bracht een klein jaar geleden onder de naam Dollkraut een album uit met duistere en toch vrolijke synthpop, doorzeefd met knipogen uit gangsterfilms en detectiveseries. Prima cultplaatje, dat hem enigszins in de marge heel wat dj-gigs opleverde op de betere festivals. Maar Dollkraut wilde het wel eens live proberen, en dus treedt hij vandaag voor het allereerst officieel aan als driemansformatie. Hij heeft een goeie drummer en bassist, zelf bespeelt ie toetsen en samples en zingt ie. Die zang galmt hard en ligt diep in de mix, en aanvankelijk komt hij moeizaam van het podium.

Dan, halverwege wordt het beter en beter, en met het aanstekelijke 'Rollercoaster' is alles ineens helemaal goed. De lekkere vettig gespeelde bas, de drums net even licht overslaand, maar vooral dat kinderlijk eenvoudige melodietje dat er doorheen cirkelt: dit is de toptrack. Vooraan staat de Love Triangle kliek al in te drinken voor vanavond laat, en bij hen gaat deze tune er duidelijk goed in. Zo goed dat Dollkraut - als tien minuten later het materiaal op is en de tijd nog niet, besluit 'Rollercoaster' nog maar eens te doen. Grappig genoeg valt ie nu dood bij degenen die eerst volop dansten, en valt het kwartje een stukje verder naar links ineens helemaal. (Atze de Vrieze)
De hardste band van Lowlands is rapgroep Ho99o9
Je zou kunnen betogen dat hedendaagse rappers als Travi$ Scott en Waka Flocka Flame hun shows met een punkmentaliteit brengen: agressief, energiek, fysiek. Maar ze vallen in het niet bij Ho99o9, een trio uit Los Angeles dat bestaat uit twee rappers en een drummer. Uit een sampler vooraan op het podium tovert een van hen de ontbrekende elementen van een punkband, en dan kan het los. Wat Ho99o9 doet heeft niets te maken met de nu-metal van Limp Bizkit, of met de statische hardcore rap van Bodycount. Dit heeft eerder de avant-garde vibe van Death Grips, of de compromisloze hardcore punkbands van de jaren tachtig.

Ze zien er best imponerend uit, die twee. De eerste begint de show in een camouflagepak dat alleen zijn ogen vrij laat, de ander in een boksbroek met daarover een blauw-doorschijnende nachtjapon, die natuurlijk al snel uit gaat. De tracks stoppen vaak abrupt, maar worden direct opgevolgd door weer een razende punkaanval, met af en toe Earl Sweatshirt-achtige trippy horror-hiphop, om vervolgens weer een aan te zetten en vol de mosh-pit in te duiken. Knappe metalcoreband die hier nog overheen gaat. (Atze de Vrieze)

Nothing But Thieves zoekt alleen nog een stadion
Waarschijnlijk is vanavond voor de vijf jonge hondjes van Nothing But Thieves een van de vetste shows uit hun nog prille carrière. 'We zijn nog een babyband,' aldus frontman Conor Mason. 'We dachten echt dat er maar twee mensen zouden zijn!' Dat is bepaald niet het geval; tegen het eind kan er geen voet meer bij in de Charlie. Het publiek springt, danst en zweet, de Britse band gaat er vol voor. Desondanks blijft het geheel buitengewoon oppervlakkig. Mason is een drama queen in een gloednieuw motorjack, zijn bretels fladderen nutteloos rond zijn achterste. Waar hij vocaal gezien waarschijnlijk mikt op een Jeff Buckley meets Matt Bellamy (Muse), belandt hij akelig vaak in het vaarwater van American Idol Adam Lambert (thans Queen). Ze openen direct met grootste hit 'Itch' (die van die ene reclame!), en die knalt er best goed in, maar de rest van de set wordt nergens dynamisch. Alles is even massief en melodramatisch. Er zitten veel potentiële hits als 'Itch' tussen, maar dat is voornamelijk omdat alles ongeveer hetzelfde klinkt. Maar, het moet gezegd worden, de heren spelen wel strak en Masons zang is vrijwel foutloos, dus als je het platte bombast van hun Graveyard Whistling EP goed trekt, heb je bij Nothing But Thieves de avond van je leven. (Cécile van Wijnsberge)