LGW15: Magma duurt net drie nummers te lang

Legendarische progressive rockgroep is geen schim van wat het was

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Er zijn van die bands waarvan je de muziek niet eens heel mooi hoeft te vinden, om ze toch eens live te willen zien. Bands die iets doen wat niemand anders doet, en op die manier een stempel op de muziekgeschiedenis drukken. Magma is zo'n band. De Franse band rond drummer Christian Vander maakte in de jaren zeventig naam met progressieve rock die veel meer naar jazz neigde dan naar rock. Alsof dat niet al genoeg reden is om ze te zien werd praktisch alles ook nog eens gezongen in het Kobaïaans, een zelfverzonnen taal. En dan treden ze ook nog eens niet zo vaak meer op. Genoeg reden om naar het optreden uit te kijken.

Veel platen heeft Magma nooit verkocht. Daarvoor is de muziek ook nooit voor gemaakt. Maar het is wel zo’n band met een enorm trouwe achterban. De Ronda staat vol, vooral met veel mannen van middelbare leeftijd. Opvallend veel Magma-shirts en nog opvallender: veel paardenstaarten. Sommigen hebben hun kinderen mee. “Hoor je dat? Die zang wordt echt gebruikt als instrument. Echt waar, let maar op”, roept een wild enthousiaste vader tegen zijn zoon. Iets verderop tilt een vader zijn peuterdochtertje op zijn schouders. Je kan immers nooit vroeg genoeg beginnen en veel herkansingen zullen er wel niet meer komen.

Hoewel er dus ook wat jongelingen in de zaal staan, is het de oudere generatie die het meest enthousiast is. Vooraan staat een man met lang grijs haar het hele concert met zijn armen op de rand van het podium geleund. Recht tegenover Christian Vander, om maar geen beweging te missen. Iets verderop staat een man met lange krullen het hele concert met een vuist in de lucht te headbangen. Xylofoonsolo? Headbangen. Drumsolo? Headbangen. Begint daar nu een bassolo? Ja, hoor. Headbangen. En nog even uit het diepst van de tenen Kobaïaans meebrullen, als het even kan.

Het is het publiek dat voor de meeste energie in de zaal zorgt. Want echt sprankelen doet de band niet. Integendeel. De eerste helft zou je bijna vragen of er iemand in de zaal nog een astma-pompje voor de zanger en zangeressen heeft. Ze lijken kortademig, lange noten moeten worden aangevuld door de gitarist. Vander probeert het zelf niet eens. Niet gek, op zijn leeftijd is het al heel wat dat hij die nooit ophoudende lawine van drumpartijen uit zijn enorme drumstel blijft persen. Pas de tweede helft lijken de zangers de adem hebben weer te hebben gevonden, en dan komt er iets van vaart in het optreden.

De band speelt vanavond alleen maar werk uit de jaren zeventig. Hun beste periode. Luister die platen, kijk oude livebeelden. Hoor en zie hoe het er van af spat. Muzikanten die constant tegen elkaar in soleren, constant opgejaagd door een niet ophoudende groove. En hoor vooral alles wat het vanavond niet is. Het moment dat Chrisian Vander dan uiteindelijk toch zelf opstaat om te gaan zingen, zou een magisch hoogtepunt kunnen zijn. Maar in deze uitvoering wordt het kitscherig gejodel. Hij probeert het nog wat joliger te maken door zijn microfoon vast te houden als een fluit, en die vervolgens ook te bespelen. Waarom? Echt, waarom?

Vanavond is het perfecte bewijs dat briljante partijen, gespeeld door de meest vingervlugge muzikanten, nog steeds ongelooflijk saai kunnen zijn. Het is aan het wild enthousiaste publiek te danken dat het aanvoelt alsof iets bijzonders gebeurt. Het voordeel van het genre is tegelijk het grootste nadeel. Gelukkig duurt het concert maar drie nummers. Jammer alleen dat drie nummers bij elkaar meer dan een uur duren. Laten we thuis maar gewoon weer die prachtige platen opzetten en YouTube afstruinen naar live-beelden uit Magma’s gloriedagen. Sommige bands moet je helemaal niet live willen zien. Ook niet als je groot fan bent.