LGW15: Julia Holter zet treurnis om in schoonheid

Zangeres weet mensen naar binnen te trekken ondanks treurnis

Timo Pisart ,

Parijs, natuurlijk kunnen ook de artiesten op het Utrechtse festival Le Guess Who? er niet omheen. Zangeres Julia Holter start er zelfs haar set mee: een cover van Karen Dalton, opgedragen aan de nabestaanden. Het is een prachtig begin van de set, die desondanks ietwat statig blijft.

 “My love, my love, I will play you softly like an ancient lute, I will whisper so only you can hear that my love has laid it’s root”, weent Holter zachtjes. Het is een wonderschoon, plechtig eerbetoon waarmee Holter haar show begint. Ze is een bijzonder logische boeking voor een fijnproeversfestival Le Guess Who?: Holter baseerde een album op de Griekse tragedie Hippolytus, werkte samen met de stokoude freakfolklegende Linda Perhacs - die vorig jaar in diezelfde Janskerk optrad - en nam een album vol met field recordings op. Kortom: geen al te gemakkelijke muziek. Haar laatste album Have You In My Wilderness is zowaar een tikkeltje toegankelijker en op bescheiden schaal een ‘doorbraakalbum’ te noemen. Dat is ook vanavond in de Utrechtse Janskerk te zien, al een halfuur voor het optreden begint zijn alle zitplekken bezet en de kerk stroomt nog veel voller.

Wanneer je haar live ziet, valt alles op haar plaats. Die ijle strijkpartijen - vertolkt door een violist en contrabassist - voelen nog rijker en warmer. De liedjes verbinden sixties freakfolk, hedendaags klassiek en vrijere jazz met elkaar op een hele organische manier. In Silhouette zit een waanzinnige climax, even later verzucht ze alsmaar het mantra “I don’t remember much”. In How Long? weent ze “all the people run from the horizon”, en dan krijgt deze set opgedragen aan Parijs een hele andere context.

Neem ook Feel You. Ze kondigt het aan als geruststelling temidden van alle negativiteit in de wereld, ‘alsmaar drie majeurakkoorden spelen om mezelf tot rust te brengen’. En wat een prachtige, majestueuze stem heeft ze waarmee ze zijdezacht kan fluisteren maar af en toe ook fel en scherp bijt. Ze sluit af met het lange, psychedelische Vasquez, geschreven voor de bandiet Tiburcio Vasquez. Terwijl de band een dreigende, lage drone laat klinken, soleren de contrabassist, violiste en Holter zelf beurtelings, met steeds intenser wordende klanken. Het zou een topzwaar optreden kunnen worden met zulke virtuoze, niet altijd even toegankelijke muziek, maar dat valt mee: ergens weet Holter met af en toe in een glimlach gekrulde lippen en lichte grapjes het publiek naar binnen te trekken.

Toch wordt dit geen optreden waar ze zichzelf overstijgt of écht schittert. Daarvoor is de Janskerk wellicht een iets te plechtige locatie, daarvoor houdt Holter zichzelf net iets teveel in. Waar ze bij eerdere shows nog veel grappiger, speelser en losser is, lijkt ze hier zowaar wat bedompt. Maar ook dan is Julia Holter een bijzonder imponerende artieste, die de treurnis in de wereld weet te kanaliseren tot heuse schoonheid.