Alamo Race Track, Into The Great Wide Open, Fortweg, zaterdag 5 september 2015
ITGWO15: Alamo Race Track even nukkig als meeslepend
Met de rug naar het publiek het overtuigendst
Alamo Race Track is terug: vier jaar na Unicorn Loves Deer kwam de band dit jaar met de zeer geslaagde opvolger Hawks. Daarna zagen we de Amsterdammers al een aantal keer in zeer goeden doen, bijvoorbeeld op Grasnapolsky en Motel Mozaïque. Op Vlieland lijkt de grillige Ralph Mulder even te blokkeren, maar imponeert hij op de somberste momenten.
HET CONCERT:
DE ACT:
Alamo Race Track is al jarenlang een van Neerlands indielievelingen. Je kende ze wellicht al van de platen Birds At Home (2003), Black Cat John Brown (2006) en Unicorn Loves Deer (2011). Daar kwam dit jaar het wederom zeer fraaie en veelzijdige Hawks bij, met weer een serie ruwe diamanten van rootsy liedjes.
HET NUMMER:
De band rond frontman Ralph Mulder (bergschoenen, truckerspet) en gitarist Len Lucieer heeft een groot vertrouwen in de nieuwe plaat: het overgrote deel van de setlist komt van Hawks. Maar oef, Alamo Race Track komt maar stroef op gang vandaag. Het ‘Everybody, let’s go!’ in de gelijknamige single komt er futloos en weinig opbeurend uit. Nee, dan werken de wat minder vlotte nummers van Hawks toch een stuk beter, omdat de in zichzelf gekeerde Mulder en zijn band op de tragere, melancholische momenten – met de rug naar het publiek - juist het meest meeslepend zijn. En die komen dus een stuk geloofwaardiger over. Hoogtepunt wat dat betreft is Young Spruce And Wires, een slepend bitterzoet nummer (opener van de plaat), waarin het publiek zich al snel laat meezuigen. Die orgelmelodie, die off-beat drums: prachtige uitvoering. Op precies het goede moment meldt de eerste bui van vandaag zich, om het plaatje compleet te maken.
HET MOMENT:
Een beetje flauw om een moment ná de show te kiezen, maar het is niet anders. Het is namelijk een van de betere O-Dog-momentjes tot nu toe. De presentator van het Fortweg-podium slaat de aankondiging van ‘Alaaamoo Rhmmlrrhlhue’ even over, maar is er wel als de kippen bij om de band af te kondigen. Want daar maakte de introverte frontman Ralph Mulder zich een beetje te makkelijk vanaf: “Nou, nog een fijne dag. Veel plezier nog, en tot een volgende keer.” De band heeft er overduidelijk geen zin in, maar O-Dog laat zich natuurlijk niet zomaar afpoeieren: “Jullie hoeven echt niet nog een liedje te spelen! Kom nou even terug.” En daar zijn ze, tot luid gejuich. Minus Mulder, die wel even meeloopt maar zich al snel bedenkt. Dit is echt de slechtst denkbare band om zo’n momentje bij te proberen.
OOK OPMERKELIJK:
Ook op andere momenten in de set valt op hoe een concert dat deels stroef verloopt, toch zulke meeslepende momenten kan kennen. Nog eentje is bijvoorbeeld All I’ve Got From This Trip Is Another Winter, ook een mooi nummer van de nieuwe plaat met heerlijk valsig orgeltje. Verbeten spuugt Mulder die zin uit de titel eruit.
HET PUBLIEK:
Voor een band als Alamo Race Track is ITGWO een thuiswedstrijd. Het grootste deel van de bezoekers is oud genoeg om de band al vanaf het begin te hebben meegekregen, iets meer dan een decennium geleden. Naar de rustige songs wordt stil en vervoerd geluisterd, op een enkele sterke-verhalen-van-gister-verteller na. Maar om nu van een ontvangst met open armen te spreken?
HET OORDEEL:
Daarvoor komt deze show ook niet genoeg van de grond. Op zich heeft Alamo Race Track het materiaal om er een bescheiden indiefestijn van te maken; de wat blijmoediger hits als Unicorn Loves Deer zouden dat dan moeten doen. Maar juist tijdens die songs komt het niet van het podium af. Dat gezegd hebbende: er blijven ruim voldoende fraaie momenten over, weemoedige liedjes als Erase The Wire voorop. Laat ze de volgende keer gewoon principieel achter de coulissen blijven staan, mochten ze weer geconfronteerd worden met een jolige presentator. Alamo Race Track heeft het niet nodig.