Damien Rice, Down The Rabbit Hole Hotot, vrijdag 26 juni 2015
DTRH15: Krachtige Damien Rice versus het gênante kletsbombardement
Kakelpubliek kan indrukwekkend optreden niet voorkomen
Bij de aankondiging wordt nog gewaarschuwd dat het een intiem concert wordt, zo. Of men dan ook een beetje intiem wil zijn, alstublieft. Op het podium staat één staande spot aan, schijnend op de plek waar Damien Rice zal staan. Wederom in z’n eentje. Als hij opkomt en gloedvol ‘Cannonball’ inzet, roezemoest een halve tent keihard door.
HET CONCERT:
DE ACT:
Damien Rice kan het al een paar jaar uitstekend vinden in z’n eentje. Twee jaar geleden gaf hij solo een magisch optreden op Best Kept Secret, waarbij hij het hoofdveld in trance kreeg. In Carré, met de sterke nieuwe plaat My Favourite Faded Fantasy op zak, overtuigde hij afgelopen oktober ook, al kwam er geen communicatie aan te pas (wat hij een dag later op de radio weet aan een ‘shark in my head’). De term singer/songwriter is de laatste jaren aardig bedoezeld door mennekes met hoed, knot en weke liedjes over hobby’s enzo, maar Rice stijgt geregeld ver boven de meute uit. Dat hij ellenlang doet over elke plaat, is ‘m daarom telkens vergeven.
HET NUMMER:
Grootste hit ‘9 Crimes’ is misschien onlosmakelijk verbonden aan Lisa Hannigan, maar Rice kan ook zonder haar zang. Het podiumlicht is al wat toegenomen terwijl Rice akoestisch aanvangt, het publiek zingt mee, en dan komt de finale. Rice loopt zichzelf en blijft zichzelf loopen tot hij aankomt bij een heerlijke gruisnoise-explosie. Lisa wie?
HET MOMENT:
Damien Rice is de set klein akoestisch begonnen met ‘Cannonball’ en ‘Delicate.’ Hij durft ook minimaal te spelen en volledig te vertrouwen op z’n stem. Maar het blijft fijn als hij vervolgens, tijdens ‘Elephant’, opeens de distortion aanzet. Damien Rice is goed in op de juiste momenten lawaai maken.
HET PUBLIEK:
Die Ier is een gedroomde headliner voor Down The Rabbit Hole. Het is een concert waar een bezoeker maanden naar toe kan leven. Een aanzienlijke groep deed dat ook, maar de meest aanwezige bende barstte er overheen met baldadig gebabbel. Het was alsof in de achterste helft van de tent een nieuwjaarsborrel van tien studentenverenigingen plaatsvond. Damien Rice was de parel voor vele zwijnen, die je in een grote plastic zak zou willen stoppen en in het nauwste rabbit hole zou willen begraven. Steentje erop. Klaar.
HET OORDEEL:
Zo gesloten als in Carré was Damien Rice niet. Het opene van Best Kept Secret zit er ook niet in. Rice vangt nog aan met een keurig ‘good evening’ en ‘thank you’. Het is alleen maar gissen hoe los de gevoelige Ier zou zijn als hij niet zoveel geroezemoes terug zou krijgen. Belangrijker: Damien Rice speelt een erg intense, indrukwekkende set. Hij weet als een meester met geluid te spelen, in zijn gitaarspel en met zijn stem die verschillende vervormingen krijgt. Er wordt gekrijst, er wordt in de klankkast van de gitaar gezongen, er worden gevoelige tonen aangeraakt. In elk moment zit spanning, van de warme opening in ‘It Takes A Lot To Know A Man’ tot de felle afslag die Rice in ‘I remember’ neemt. Hij neemt plaats achter een trekorgel en samplet met een rijker instrumentarium. ‘Ik weet niet of dit succesvol gaat zijn op een festival,’ zegt hij opeens. Hij doelt niet op het optreden in het algemeen, maar op een meezingmoment met het publiek. Dat lukt wonderwel, drie lagen op elkaar. Veel bezoekers hadden goed geoefdend in hard geluid voortbrengen. Maar de zee zwarte schapen is het niet gelukt om Damien Rice onderuit te halen. De Ier is simpelweg erg sterk en dynamisch in z’n eentje. Dat de afkondiger ‘laat je hard horen voor Damien Rice’ riep, was dan ook ondubbelzinnig gemeend.