Toegankelijke techno van Kompakt verwarmt kille Scheepsbouwloods

Michael Mayer en Maceo Plex doen wat ze moeten doen, temperatuur daalt bij Barnt tot onder nul

Pim Brasser ,

Vreemd dat DGTL dit jaar weer voor de ijskoude kolossale Scheepsbouwloods op NDSM-werf kiest. De enorme loods zou iets zijn voor het grove geweld van Electric Deluxe of Ostgut Ton, niet voor een relatief lief Kompakt-feestje met Kölsch en Hunter/Game. Het voordeel is dat je geen kluisje hoeft te huren, want de jas kan aanblijven.

Al aan het begin van de avond ontpopt het kleine podium zich als alternatief op het typische toegankelijke Kompakt-geluid van het hoofdpodium. Fango zet de toon door de eerste twee uur behoorlijk diep te gaan. De kicks zijn onregelmatig of ontbreken soms. Hij speelt een kwartier lang met een sample die nog het meest aan Bells van Caribou doet denken. Een welkome variatie op de zoveelste standaard opwarmset. Ook Coma stelt het publiek op de proef, met een liveset die zelfs naar ambient lonkt, en hoge zang. Dat gaat wel heel ver om half twee; we zijn inmiddels wel klaar om te dansen, maar dit is er nauwelijks geschikt voor. 

Dat is wel een must als je Kompakt-ster Kölsch tegenover je hebt staan. De Deen, die dus niets te maken heeft met het Keulse bier, is de laatste jaren uitgegroeid tot de belangrijkste vaandeldrager van het label. Een liveset met zoveel succesnummers kan haast niet mis gaan. Dat lijkt toch even te gebeuren als het geluid na een uur uitvalt. Vreemd moment, als een dancefeest plotseling verandert in een massaal theekransje. Het duurt gelukkig maar een paar minuten. Kölsch herpakt zich onmiddellijk met All That Matters. Al het goede van Kompakt komt hier samen: een four-to-the-floor-beat, een terugkerende synth die nooit veel verandert, en emotionele vocals van een singer-songwriter.

De liveset van Hunter/Game is een stuk moeilijker, zoals het kleine podium eigenlijk al de hele nacht net iets te veel vraagt van de Kompakt-fan. Barnt krijgt 2,5 uur om het een beetje goed te maken, maar besluit juist nog meer geduld te vragen van het publiek. Tien minuten lang een track als The Vanishing van Patrice Bäumel draaien kan best werken, maar niet om half 4. De track lijkt constant ergens heen te gaan, maar doet dat nooit. De handjes gaan meerdere keren de lucht in, maar de ontlading blijft uit. Voor wie meer uitdaging zoekt, is de gelaagde set van Barnt een prima alternatief voor het hoofdpodium. Maar deze nacht heeft niemand daar blijkbaar behoefte aan. Een uur voor het einde staan er nog maar tien mensen in de steeds koudere zaal. De Duitser heeft er aan zijn gelaatsuitdrukking te zien flink de pee in, en stopt vroegtijdig.
Dan weet labelbaas Michael Mayer beter de balans te vinden. Hij begint behoorlijk donker en minimalistisch, dat eigenlijk ook beter past bij de industriële scheepsbouwloods. Al snel voeren de baslijnen de boventoon. Het is eigenlijk pas voor het eerst dat de temperatuur stijgt, en de winterjassen eindelijk uit kunnen. Mayer levert een ingedanst publiek af aan Maceo Plex, die daar wel raad mee weet. Of het nou een dj-set of eigen producties zijn, bij Maceo weet je wat je kunt verwachten. Het is hard genoeg om mee af te sluiten, maar catchy vocals zorgen dat het altijd luchtig blijft. Verrassen, zoals Barnt te veel deed, doet Maceo weinig. De set kan na anderhalf uur wel een eigenwijze track gebruiken. Misschien heeft Barnt er nog een paar over? Niet nodig, want daar is ie hoor: Eric Prydz – Opus (Four Tet remix), die een paar weken geleden viral ging toen Maceo hem draaide om 11 uur ’s ochtends. De minutenlange bizarre opbouw werkt ook om 7 uur, en het belangrijkste: de ontlading volgt dit keer wel.