Na een filmisch intro waarin een zware stem, begeleid door een groot orkest, de geschiedenis van Compton uitlegt, is bij de eigenlijke albumopener meteen duidelijk dat het menens is. De snares uit 'Talk About It' schudden je direct wakker, King Mez geeft direct iedereen er van langs. Hoewel geen mens hem nog kent stelt hij zichzelf voor als de nieuwe Eminem, de meest succesvolle leerling uit de Dre-school. Typisch Dre om weer een nieuwkomer te laten openen. Maar nog beter, de grote rapper/producer zelf haalt zijn critici meteen alle wind uit de zeilen. Niet alleen doordat al in deze track duidelijk is dat hij de afgelopen jaren goed heeft opgelet wat er allemaal in hiphop gebeurt, maar ook door rappend zichzelf neer te zetten. Waar andere rappers vaak hun rijkdom etaleren door zoveel mogelijk auto- en horlogemerken te noemen, heeft Dre de overtreffende trap. “I just bought California. them other states ain't far behind it either”. En hij weet ook best dat hij intussen al vijftig(!) is. Hij is te oud om zich te herinneren hoe rijk hij wel niet is, maar jong genoeg om nog steeds overal een vinger in de pap te hebben. En sterk genoeg om te winnen als je hem aanvalt.
Qua tekst een typische Dre track als opener, maar dat wil niet zeggen dat hij in het verleden is blijven hangen. In de zestien jaar dat het duurde tot het derde album van de legendarische producer uitkwam heeft hij duidelijk ongelooflijk veel opgezogen van wat er in hiphop gebeurde. Niet alleen zijn er nogal wat trap-invloeden op te vinden, vooral de overeenkomsten met Kendrick Lamar's meest recente album zijn opvallend. Op To Pimp A Butterfly, waarvan Dr. Dre executive producer was, stuurde Kendrick de door Dre uitgevonden g-funk een totaal andere kant op. Bijna weg van de hiphop, of beter, op zo’n manier virtuoos dat zelfs de grootse hiphop haters schoorvoetend moesten toegeven dat hier echt wat aan de hand was. Door te stellen dat die plaat hiphop oversteeg maakten de hiphophaters het voor zichzelf wat draaglijker dat uitgerekend een hiphopplaat ze omver blies.
Compton doet qua beats nauwelijks onder voor die plaat van Kendrick, maar Dr. Dre weet een vergelijkbare virtuositeit weer helemaal binnen de lijntjes van hiphop te persen. Het vaak wat flauwe argument dat het hiphop overstijgt voelt hier zinloos. Dit is hiphop, zonder twijfel. Het hele album lang is er een constante spanning tussen verses en beats. Wat eist nou echt de aandacht op? Op zijn tweede album 2001 zijn de beats nog minimalistisch funky, nu lopen ze over van samples en effecten. Maximalistisch zo je wilt. Neem die sample van de Turkse protestzangeres Selda die de basis vormt van ‘Issues’. Een killer riff die je koptelefoon van je hoofd blaast. En net als je hem weer op hebt komt opeens oud NWA-lid Ice Cube om de hoek. Hadden die twee niet nog steeds ruzie? Blijkbaar niet.
Zo zitten er in bijna elke track wel momenten dat je je afvraagt wat er nou echt gebeurt. Tokkelt daar nou echt een viool mee tijdens Snoop Dogg’s sterkste bijdrage in jaren? Vergelijken Dre en Kendrick nou het gangleven van Compton met een zee vol haaien, waar je je best moet doen om te blijven drijven? En juist als je denkt dat het inderdaad om de gangs gaat, roept die zelfde track weer twijfels op met het geluid van iemand die echt verdrinkt, en ‘I can’t breathe’ uitschreeuwt. Opeens gaat het ook over het politiegeweld tegen de zwarte gemeenschap. Of dat moment in Loose Cannons waar de hele track wordt stil gelegd, en uitgerekend Xzibit het helemaal omgooit. Na een hoop klussen aan auto’s en die even hilarische en treurige video met Within Temptation laat hij ook weer eens zien toch echt wat te kunnen. En dan die skit waar vanuit het niets een vrouw wordt doodgeschoten. Waar komt dat opeens vandaan?
Zo zit Compton volgepropt met momenten waar letterlijk je mond openvalt. Sirenes, schoten, teksten die je hoofd doen tollen, een fluisterende stem die je dichter bij lokt met de vraag ‘Where you from?’ en je een seconde later kapot laat schrikken met het geschreeuwde ‘Compton!', een DJ Premier beat(!), ga zo maar door.
Ook opmerkelijk, het lijkt van de drie Dre albums het album dat het meest naar buiten gericht is. Op zijn vorige platen spreekt uit alles het leven dat hij leeft en leefde, op dit album reflecteert hij erop. Hij staat er nog steeds met een voet in, verheerlijk het nodige, maar er is tegelijk ruimte voor kritiek. Niet alles hoeft klakkeloos overgenomen te worden van de grote hiphopjongens. Tegelijk is Compton het meest politieke album van Dre tot nu toe. Op diverse momenten wordt ingegaan op de huidige maatschappelijke situatie in Amerika.
Het enige moment dat echt tegenvalt is de verse van Eminem. Virtuoos als altijd, maar helaas zichzelf ook overschreeuwend als bijna altijd. Hoe knap hij ook alles in elkaar vlecht, het is pijnlijk hoe graag hij weer de stoerste en grofste van de Dre-klas wil zijn. Alsof hij niet al lang en breed zijn sporen verdiend heeft. Gelukkig is er nog de emo-afsluiter met 'Talking to my Diary' waarin Dre, voor wie alle verwijzingen in de rest van het album gemist heeft, nog even uitgebreid stilstaat bij zijn hele carrière. Niet alleen de zakelijke successen, maar ook de mensen met wie hij het deed, en het plezier dat hij uit muziek maken haalt. Zo'n nummer dat op veel andere platen tenenkrommend zou zijn, helemaal met de trompetsolo die als een geforceerd moment van bezinning voelt. Maar Dre zou Dre niet zijn als alle stukjes in elkaar vallen als een puzzel. Misschien is het dat we zestien jaar moesten wachten, maar het lijkt erop dat Dre een nieuwe klassieker heeft afgeleverd. Zijn laatste naar het schijnt, en dan mag er zo'n klein kitscherig traantje in de laatste minuten best getrokken worden.