3voor12 bespreekt Album van de Week (28): Miguel

R&B-ster rolt met muzikale spierballen

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Vijf jaar geleden, toen het debuut van Miguel uitkwam, leek iedereen te denken dat hij het grote r&b-hitkanon zou worden. Hij had het allemaal. Niet alleen de sterke nummers, maar ook nog eens de looks en de moves. Met zijn tweede plaat sloeg hij een andere richting in. Weg van de massa. Meer de diepte in, spannender. Hij bereikte er juist een nog groter publiek mee. Met Wildheart doet hij er nog een schepje boven op, en overtreft hij zich op alle vlakken. Het is dan wel nog minder poppy, maar het levert hem hopelijk nog een groter publiek op.

Hoewel "Wild Hearts" nog maar de derde plaat is van de Amerikaanse zanger, en zijn tweede album pas echt voor succes zorgde, lijkt Miguel al jaren een grote naam in zijn hoek. Nou ja, in zijn hoek, Miguel hoort juist bij de muzikanten die zich niet meer zo makkelijk laten labelen. Op het podium schuwt hij de grotesque rockgebaren niet, schudt hij lachend een spagaat uit zijn mouw en pakt hij ondertussen alle vrouwen in de zaal in. Muzikaal zit hij inmiddels aan de minder hitgevoelige kant van R&B. Gelaagd en eigenlijk niet gebonden aan zogenaamde genreregels. En als het even kan rolt hij zo veel mogelijk met zijn muzikale spierballen. 

Seks is de rode draad door alle platen van Miguel. Op een of andere manier krijgt hij het voor elkaar teksten die bij andere artiesten al snel tenenkrommend plat zouden zijn, weg te zetten als eerlijk en soms bijna spiritueel. Dat deed hij op zijn vorige twee platen ook al, maar hij gooit er op Wildheart nog een flinke schep bovenop. Neem 'The Valley', waarin hij over een bezwerende elektronische beat misschien wel de meest expliciete tekst van het album zingt. “I wanna fuck like we're filming in the valley, I'm talking, lips, tits, clit, slit, lips, tits, clit, slit” om vervolgens in het refrein nog even een fantasie over zichzelf als paus en zijn bedpartner die al masturberend bij hem op de biecht moet. Of het losse, funky 'Deal' waar hij  zichzelf neerzet als machtige politicus die al joelend met geld smijt en “Need Bitches, need bitches, need bichtes” scandeert. Miguel lijkt zich in deze tracks bewust te presenteren als een karakter uit een Brad Easton Ellis roman: Alles voor de lust. En dat hoeft helemaal niet plat of leeg te zijn. Seks is simpelweg waar het allemaal omdraait, en daar hoeft helemaal geen waardeoordeel aan te pas te komen. 

En toch is het bijzonder hoe hij de hele plaat ook maar de schijn van platheid weet te ontlopen. Dat komt natuurlijk voor een groot deel door de muziek zelf. Bijna elk nummer lijkt gebouwd rond een grootse rockriff, van het type bier gooien en je vuist in de luchtsteken. Maar door de melodieën die daar om heen gevlochten worden, en plotselinge verschuivingen in harmonie klapt het album vaak opeens open. Op dit soort momenten krijgen de expliciete teksten een totaal andere lading mee. Alsof het een lofzang is aan deze manier van leven, maar vooral een aan zijn grote liefde.

Want hoewel Miguel met geld wil smijten voor seks, een enorme trukendoos voor in bed heeft, fantasieën waarin hij zich zelf als paus ziet terwijl zijn bedpartner moet biechten, tegelijk lijkt hij te ontdekken dat hij meer wil dan dat. Dat is zijn tweede grote truc waarmee hij platheid ontwijkt. Het gaat nooit om eenzijdige lust, hij betrekt overal de gevoelens van zijn partner. Sterker nog, in 'Coffee' klinkt hij hopeloos verliefd. Het liefst wil hij 's ochtends kijken hoe zijn liefje slaapt, aan haar haar ruiken, en gezellig samen een bakkie koffie drinken.

Hoewel hij echt een goede jongen lijkt te zijn, zit hij geregeld in een spagaat met een imago wat hij zich ook wil aanmeten. Zo wil hij in het duistere N.W.A., dat opent met een sample van Ice Cube, de gangster zijn die juist omdat een meisje verliefd op hem wordt die liefde niet gaat beantwoorden. Ze wilde immers zelf ook alleen maar seks en drugs, dan gaat ze écht niet meer krijgen. In het nummer erna lijkt hij het alweer vergeten. In het euforische nummer 'Waves' staat hij alweer te trappelen om het bed in te duiken. Weer zo'n rockriff, en nu met stuiterende cowbell terwijl Miguel en een achtergrondkoortje naar lucht happend over elkaar heen tuimelen om uiteindelijk een groot kolkend hoogtepunt om de plaat te vormen. In het aansluitende nummer zit hij helemaal aan de grond. Alsof de rush is uitgewerkt. Te keurig om vrienden te kunnen worden met de zwarte kids, te zwart voor de Mexicanen, en te wereldvreemd om hip te zijn. 

Uiteindelijk is dat de grote kracht van Wildheart. Meer nog dan alles wat wat Miguel hiervoor heeft afgeleverd weet hij op alle vlakken uit te blinken, en vooral alles naadloos op elkaar aan laat sluiten. Het verhaal wat hij weet te vertellen, zijn virtuoze zang, het samenvlechten van lompe riffs met sprankelende harmonieën zorgen ervoor dat het bijna niet opvalt hoezeer hij met zijn spierballen aan het rollen is. Gelukkig heeft hij zijn spierbalen op de de hoes van het album goed in beeld gebracht, zodat het voor iedereen duidelijk is dat hij ze heeft. En hij weet ze te gebruiken.