3voor12 bespreekt Album van de Week (20): Roisin Murphy

Moloko-frontvrouw na acht jaar terug met smerige titel

Atze de Vrieze ,

Daar loopt ze, in haar joggingpak. Glimmend wit met geel, groen, blauwe strepen. Roisin Murphy, de vrouw die zo vaak diva genoemd werd, en die term maar al te graag koesterde. Acht jaar was ze afwezig - familiezaken, vooral - en nu sjokt ze anoniem over straat, ogen ontwijken haar zoals ze dat bij iedere andere ‘normale’ tegenligger’ ook doen. “Ik had me beter kunnen kleden”, denkt ze, “Zelfs met dat beetje geld dat ik nog over heb.” Een Uninvited Guest, noemt ze zichzelf. Natuurlijk wordt ze nu met alle egards terug ontvangen. Haar show in Paradiso raakte in no time uitverkocht, album Hairless Toys wordt overal positief besproken.

Wacht even. Hairless Toys? Heet het echt zo? Jazeker, zo heet het. In een interview in Opzij (verrassend, en toch ook weer niet) legt ze uit dat het een grapje is. Eddie Stevens - inmiddels al een tijdje haar muzikale hoeksteen - belde haar om de titel van een nummer te vragen. Careless Talk, was het antwoord, Hairless Toys was wat hij per ongeluk opschreef. Het is het derde solo-album dat Murphy maakte na het uiteenvallen van de populaire live dance-band Moloko. Ruby Blue maakte ze met Matthew Herbert, en was een behoorlijk spannende aangelegenheid. Twee jaar later, in 2008, verscheen Overpowered, gemaakt met meerdere producers. Het album bevatte meer directe popsongs. 
 
Hairless Toys heeft een elektronische vibe, op momenten zelfs housey, al wordt het nooit een dansplaat. Wel klokken bijna alle tracks klokken boven de vijf minuten, en hoogtepunt Exploitation zelfs bijna tien. Het opent met grote, Afrikaans aandoende drums, om na een halve minuut over te gaan in een compacte groove met een synth, een kleine kickdrum en een stel woodblocks. “Never underestimate creatieve people and the depths they will go”, fluister-zingt Murphy met haar karakteristieke sensuele stem. “Who’s exploiting who?” Het nummer neemt echt een vlucht in het instrumentale slotstuk, dat wel degelijk zo de dansvloer op kan. De laatste twee minuten is er een onverwachte hoofdrol voor een piano die tegen het ritme in gaat hangen, en die dan ineens omgedraaid en vervormd wordt. Radiohead had het kunnen verzinnen.
 
Een mild dreigende toon zit er vaak wel in, zeker muzikaal. En toch kent Hairless Toys ook een hoop lichte momenten. Neem bijvoorbeeld het eerder genoemde Uninvited Guest. Op basis van het verhaaltje klinkt het misschien wat treurig, maar het vrolijke gefluit verraadt dat het helemaal niet zo’n straf was om even wat afstand te nemen. In de melancholische ballad House Of Glass treffen we de jonge Roisin Murphy als nachtvlinder in een huis vol vriendinnen, in de gospelachtige afsluiter Unputdownable omschrijft ze haar band met een dierbare als een boek dat zo verslavend is dat je het niet neer kunt leggen. “I’m fully occupied reading between the lines.” 
 
In opener en sterke eerste single Gone Fishing wel nog sprake van een crisis, maar wel een die achtergelaten is. “Each step taken away from the place of hopelessness.” Het zou kunnen duiden op haar verbroken relatie en de werkende die erop volgde. Er gebeurt een hoop in acht jaar. In Gone Fishing horen we ook een letterlijke verwijzing naar Paris Is Burning, een documentaire uit 1990 over de homo- en transgenderscene in New York halverwege de jaren tachtig, een film die Murphy zelf nadrukkelijk als invloed noemde. “Just let it burn”. Een hit staat er zeker niet op, en trage nummers Exile en titelnummer Hairless Toys weten zelfs helemaal niet te beklijven, maar op haar beste momenten is Roisin Murphy nog steeds de magneet die ze altijd was. Zelfverzekerd, een tikkeltje mysterieus en vooral altijd op haar eigen koers.