Song Classic: De Boegies’ Mèh, nog altijd iconische anarchopoëzie

“Op het laatst stond er bijna geen punk meer in de zaal”

Sjoerd Huismans ,

Meh. Meh. Meh. Meh. MEHMEHMEHMEEEEEEEEHMEHMEHMEHMEHMEH MEH MEH. Het komt als geschreven tekst wellicht niet zo over, maar toch is dit een iconisch stuk proza uit de Nederlandse punkgeschiedenis. We hebben het natuurlijk over de song Mèh van het Groningse pretpunkgezelschap De Boegies - inmiddels al 24 jaar uit elkaar. In 1986 eindigde het nummer op 3 in de Song van het Jaar-verkiezing van de VPRO. Alle aanleiding dus om eens terug te blikken op Mèh met de voormalige leden van De Boegies.

Tijdens een repetitie in Simplon ontstond Mèh “binnen een minuutje”, herinnert drummer Hein ‘Dougel’ Doeglas zich. “We hadden net alles opgebouwd, en toen kwam Speedy (zanger Eddy Huizing, red.) binnen.” Gitarist/zanger Mark ‘Maak’ Tilstra vult aan: “Speedy zei als groet een soort Mèh. In Groningen zeggen we Moi, maar dit klonk heel anders. Bij wijze van antwoord sloeg ik een C aan op mijn gitaar. Iedereen viel in en aangezien we verder geen tekst hadden bedacht, was het nummer klaar.”

Het duurde even tot De Boegies doorkregen dat hun spontane creatie een hit begon te worden. “De VPRO wees ons erop”, zegt Doeglas. “De tweeling Daan en Willem Ekkel (makers van het programma Jonge Helden, red.) kwamen bij ons op bezoek. Zij waren bij een boeker geweest die onze cassette toevallig bovenop een stapel had liggen. Zo is dat balletje gaan rollen.”

Meer hulp kwam van Kees van Kooten, die Mèh uitriep tot ‘hoogtepunt van de anarchopoëzie’. Sindsdien kregen De Boegies nationale aandacht. Doeglas: “Vanaf dat moment konden we overal op volle zalen rekenen.” Tilstra: “We bleven natuurlijk een undergroundbandje, maar vanaf dat moment kwamen er ook mensen in ski-jassen kijken, als je begrijpt wat ik bedoel. Op het laatst stond er bijna geen punk meer in de zaal.” 

Minder leuk
Niet dat De Boegies met hun ‘pretpunk’ per se zochten naar aansluiting bij het hardcorepunkpubliek. Tilstra: “Ik vond de sfeer onder punks rond ’82 een stuk minder leuk geworden. Bij onze eerste optredens was het één groot feest: het maakte niet uit wie je was en hoe je eruit zag. Maar daarna kreeg je hardcorepunks, hunebedpunks, gymnasiumpunks, boerenpunks… die konden niet met elkaar door een deur. Ik wilde de sfeer uit het begin weer terug hebben, vandaar dat we die onzinnige liedjes met belachelijke teksten gingen maken.” Doeglas: “In die tijd duwde men elkaar graag in hokjes. Toen hebben wij het hokje ‘pretpunk’ maar voor onszelf verzonnen.”

Een deel van de punkscene kon dat niet waarderen. Tilstra: “Als punk moest je natuurlijk een politieke mening in je muziek hebben. Privé hadden wij die wel, maar niet in onze songs. Feest maken ging voorop.” "Maar zelfs dan joeg je nog mensen tegen je in het harnas," vervolgt Tilstra. “Je was altijd té links, of té rechts… We hadden bijvoorbeeld het nummer ‘Viva Russia, viva wodka’. Toen dacht een aantal punks weer dat we communisten waren.” 

Ruzie
In 1990 vierde De Boegies het tienjarig bestaan nog uitgebreid tijdens Noorderslag, met onder andere Urban Dance Squad en Tom Holkenborg (Junkie XL). De legendarische ode aan damkampioen Jannes van der Wal speelden ze met Jannes zelf op het podium. Datzelfde jaar viel de band uit elkaar. De reden? Een ruzie tussen Tilstra en Doeglas die tot op de dag van vandaag duurt. Tilstra wil het niet meer over de oorzaken daarvan hebben. “Dat lijkt me niet slim. Het is mijn woord tegen dat van hem. Hij heeft gelijk en ik heb gelijk. Er zijn wel verzoeningspogingen geweest, maar die lopen steeds op niks uit. Zelfs een kort tourtje met vijf shows zit er niet in.”

Ook Doeglas denkt niet dat het ooit gaat lukken. “Hoe lang is het geleden allemaal? We moeten het er maar bij laten. Ik heb wel eens bandjes gezien die een reunie probeerden: dat kan heel verkeerd uitpakken. Voor de Boegies is het een gepasseerd station.”

Achteraf denkt Tilstra dat de rek er wel een beetje uit was in 1990. “Op ons laatste album A Terrible Swine Disease wilden we de serieuze kant op, met Engelstalige teksten. We mikten op een groter publiek, we hadden inmiddels al twintig keer in elk zaaltje van Noord-Holland gestaan. Dat is schromelijk mislukt. Maar ach, met die onzinnige liedjes hadden we het ook wel gehad. Ik ben helemaal niet ontevreden met wat we hebben bereikt.”

Kriebels
De legacy van De Boegies wordt vooral overeind gehouden door een ander ex-bandlid: bassist Maarten Bruining, die pas later bij de band kwam. Hij zorgde ervoor dat het oeuvre van de band beschikbaar is op online platforms als Spotify en iTunes. “Veel bands uit onze tijd dreigen te verdwijnen, omdat ze niet te vinden zijn op dat soort platforms. Het klinkt misschien wat overdreven, maar het gaat toch om het in stand houden van cultureel erfgoed. Ik wilde er iets aan doen en dacht: laat ik dan maar bij De Boegies beginnen. Het was een heel gedoe qua rechten. Ik ben er uiteindelijk een dik halfjaar mee bezig geweest.”

Bruining is naast zijn werk als cameraman nog altijd actief is in de muziek: "Een collega richtte de band Drift op, daar zit ik nu in. Hij speelde vroeger in de band Trio Hell, ook geen onbekende uit die tijd. Een ander bandlid zat destijds in Kobus gaat naar Appelscha. We stonden op een aantal festivalletjes in Friesland waaronder Freeze in Leeuwarden. 3voor12 friesland schreef nog over de 'jonge honden' van Drift. Komend jaar gaan we de studio in. Het bloed kruipt… muziek is altijd mijn grote liefde gebleven. Fantastisch om met jongens uit die tijd weer in een band te zitten.”

Doeglas is tegenwoordig “met computertjes bezig”, Tilstra speelde na De Boegies nog in de band Dandruff en werkt al 21 jaar voor Tafeltje-dek-je (een dienst waarbij bejaarden, gehandicapten of chronisch zieken een maaltijd thuisbezorgd krijgen). Beiden doen ze nu niets meer in de muziek. Nou ja, bijna niets. Tilstra: “Ik geef gitaarles aan mijn neefje van dertien. Hij neemt het stokje van me over. Laatst liet hij op zijn smartphone trots zien dat hij Mèh kan spelen.”