Dourverslag: Dolle Walen dragen Cairo Liberation Front op handen

Over de burgemeester van Doû, Zeeman theedoeken, dancehall, electro-cha3bi en een vliegend tapijt

Tekst: Yannick Verhoeven, foto's: Erik Luyten ,

Neem Egyptische bruiloftsmuziek ('het geluid van de Egyptische revolutie' in de opzwepende electro-variant), drie stuiterende Tilburgers, wat theedoeken van de Zeeman en een vliegend tapijt en je hebt een feest dat al ruim een jaar van festival naar festival trekt. Wat voor sommigen wellicht een stunt leek is voor Cairo Liberation Front al even serieuze feestmuziek. De Brabantse act verdiende een boeking op het grote Waalse Dour-festival en hield voor 3voor12 een tour... of eh Dourverslag bij.

Dour. De meeste Nederlanders associëren dit vierletterwoord voornamelijk met drugs, gestoorde Walen, modder en vaak een combinatie van die zaken. De organisatie liet eerder deze week nog weten dat er "tot spijt van sommigen" dit jaar op het terrein weinig modder te bespeuren zou zijn. Aangezien we zelf als Cairo Liberation Front op de planken stonden lieten we de drugs vanzelfsprekend links liggen en was onze hoop dus gevestigd op de gestoorde Walen. Die waren er volop, want Dour Festival trekt met 195.000 bezoekers (over 4 dagen, volgens het festival zelf?) meer publiek dan bijvoorbeeld een Lowlands of een Pinkpop. Maar daarover later meer.

Want voordat we een tent van vijfduizend Walen (oké, wellicht waren er meer nationaliteiten aanwezig) op z'n kop kregen, hebben we de nodige voorbereidingen getroffen. Er ging voor het eerst in totaal twaalf (!) man mee om dit optreden tot een succes te maken. Waar zijn de tijden gebleven dat bandmaat Joost (Heijthuijsen, red.) en ik met een Veolia-bus naar optredens reden? Joost (de spreekwoordelijke, red.) mag het weten. Om het optreden goed te laten verlopen werd eerder deze week een heuse generale repetitie ingepland, wat een unicum is in het bestaan van Cairo Liberation Front. De gehele choreografie, van de twee buikdanseressen welteverstaan, moest vanzelfsprekend tot in de puntjes kloppen met de muziek.

Voorzien van tweehonderd theedoeken van de Zeeman (dankzij de moeder van MC Joep) en de nodige liters wodka, beide essentiële ingrediënten voor een Cairo Liberation Front liveshow, vertrokken we zondagochtend op het onchristelijke tijdstip van 6:00 uur naar Doû (Waals voor Dour, het plaatsje niet het festival). Door de aroma van zweet- en zonnebrandgeuren kreeg ik in het tourbusje, een paar uur eerder nog gebruikt door de besnorde jongens van John Coffey, al rijdend over de gebrekkige autowegen van Wallonië een flashback naar al die zomervakanties waarbij ik als onstuimige tiener met mijn ouders naar Zuid-Frankrijk reed. Ook bij ons in de bus kwamen de meest uiteenlopende onderwerpen aan bod. Zo viel Joep continu iedereen lastig met zijn camping-Frans en heb ik (zoals bij de laatste twintig shows) vergeefse pogingen gedaan om mensen te overtuigen een potje Koehandel mee te spelen.

Eenmaal aangekomen bij het plaatsje Doû (Dour in het Waals, red.) waren we overgeleverd aan de organisatie die ons in hun beste Engels probeerde de weg naar het backstageterrein te wijzen: "Joe joest goe straig't a'ead, troi times toe de rig't et t'en oe will si". Hun goede bedoelingen ten spijt werden we door het hele dorpje heen gestuurd. Het pittoreske plaatsje, dat nog geen 20.000 inwoners telt, is in wezen de backstage. Niet eens zo merkwaardig als je bedenkt dat de directeur van het festival tevens de burgemeester is van Doû. We werden ontvangen in een voormalig schoolgebouw, waar onze backstageruimte was voorzien van de gebruikelijke Snickers, Marsen en wat uitgedroogde broodjes. Wel uniek was de mogelijkheid om jezelf in te schrijven voor een massage. Helaas waren we vanwege de geplande soundcheck genoodzaakt om daar vanaf te zien.

Toen we het festivalterrein betraden bleek er (gelukkig) toch nog de nodige modder aanwezig te zijn. Na een uitgebreide soundcheck en het zagen van een nieuwe vlaggenstok (de onze lag nog in Tilburg) was het tijd om onszelf om te kleden. Aangezien wij de eerste act waren in de Dance Hall-tent (waar de avond ervoor nog acts als John Talabot en Theo Parrish speelden), was het afwachten hoe druk het precies zou worden. Gelukkig waren de weergoden ons goed gezind en jaagden vijf minuten voor onze set het publiek naar binnen met een stevige hoosbui. Daarnaast hadden we dit keer onze eigen aanvangsmuziek meegenomen: een bonte verzameling van oude 50's rock 'n' roll-klassiekers aangeraden door onze goede vriend Vincent Koreman, die beweerde: "Als je 'See You Later Alligator' ergens aanzet, krijgen ze er meteen zin in. Erna hoef je alleen nog maar af te tikken en gaan". Hij bleek volkomen gelijk te hebben.
 

De Walen, waarvan de meesten een half uur eerder nog in comateuze toestand in hun tent lagen, kwamen na 10 minuten aardig op gang en bleken goed met een theedoek overweg te kunnen. Vanaf de intrede van de buikdanseressen ging het pas echt los en was het publiek 'hun mind aan het losen' bij onze opzwepende electro-cha3bi muziek. Wij zijn de beroerdste niet, dus daarom lieten we ze al snel op het podium meedansen. Het is nog vroeg op de middag en de meeste bezoekers hadden waarschijnlijk net een kleine drie uur slaap gehad, maar desalniettemin stond het publiek hier te dansen alsof hun leven er vanaf hing. Zo heftig zelfs dat onze kolonel door het publiek letterlijk op handen werd gedragen. Staand, op een vliegend tapijt welteverstaan. Hier kan ik nog veel verder over uitwijden, maar in dit geval spreekt een foto boekdelen, me dunkt.

Nadat we het succes van de show hadden gevierd met een welverdiend blikje Jupiler (met zogenoemde 'cold grips'), was er maar weinig tijd om zelf bandjes te kijken. Terwijl persoonlijke helden als King Khan & The Shrines, Acid Arab en Connan Mockasin op het podium stonden te spelen hadden wij welgeteld vijf interviews staan. Naast onder ander Radio United en Pure FM deden we een video-item voor Alphabeta Magazine, waarin we onnozele vragen uit een hoed moesten grabbelen ("Qui préférez-vous, Lady Gaga ou Beyoncé?") en die in ons beste camping-Frans hebben beantwoord. Een interview wat gelukkig veel dieper op de materie inging was afkomstig van Canvas, die een heel item over ons hebben gedraaid. Daarbij hebben we nog geprobeerd om onze jurken ritueel te verbranden, maar dat was tevergeefs vanwege de urineresten die nog op het gebruikte hout zaten. Bij deze poging is het Joep wel gelukt om poep (?) op zijn shirt te krijgen.

Tegen het begin van de avond hadden we tijd om te eten (lauwe satéstokjes en aardappelpuree, wel geserveerd met een magnifiek flesje rood) en daarna konden we nog enkele acts zien. Zoals de Amerikaanse hiphopsensatie Joey Bada$$, die in tegenstelling tot zijn generatiegenoten eens niet met een bandje mee rapte. Hierna nog een stukje mee kunnen krijgen van de Duitse disco van Motor City Drum Ensemble en aansluitend de altijd markante Kenny Dixon Jr., beter bekend als Moodymann. Zoals gewoonlijk draaide hij weer een zeer soulvolle set, waarbij hij minstens de helft van de nummers middenin de track afkapte. Het plezier was van korte duur, want daar was, zoals ik al vreesde, de hevige tril in mijn broekzak die mijn pret verstoorde. De tourmanager belde semi-geërgerd op dat we nu toch echt naar huis moesten, we hadden immers nog de nodige kilometers voor de boeg. We betraden opnieuw de stinkende bus. Nu met een nieuw palet aan onfrisse geuren waarmee ik direct als blok in slaap viel. Gevoelsmatig werd ik een moment later gewekt door de knipperende neonlichten van de Tilburgse kermis.