St Vincent: "Mijn optredens werden steeds dramatischer en gewelddadiger"

Zangeres rende naakt tussen de ratelslangen

Atze de Vrieze ,

Onder het mutsje van Annie Clark zijn grijze krullen te zien. Of grijs, eigenlijk is het meer paarsig, zoals je dat bij oude dametjes soms wel eens ziet. Violet, corrigeert Clark zonder te lachen. Zou het een overblijfsel zijn aan de tour die ze deed met David Byrne, de oud-frontman van Talking Heads? Samen maakten ze twee jaar terug een album waarbij ze ieder mogelijk instrument vervingen door blazers. Love This Giant heette het album, en het was een kroon op de langzaam steeds indrukwekkender carrière van de zangeres. Drie solo-albums had ze al op zak, en daarvoor podiumbetrekkingen bij The Polyphonic Spree en Sufjan Stevens.

"Ik maakte er grapjes over met David, dat we als tweeling op tour zouden gaan", zegt Clark over haar grijze lokken, die inderdaad op hun hoogtepunt de haast lichtgevende coupe van Byrne evenaarden. "Maar eerlijk gezegd was dat niet de reden dat ik het deed. Wel keek ik in die tijd regelmatig filmpjes van David Bowie uit de jaren zeventig, toen hij zijn haar vaak blondeerde. The Thin White Duke. En ik keek naar een realityserie op tv, The Bachelor, waarin al die meisjes met geblondeerd haar rondliepen."

St Vincent is een alleseter, die al jaren bezig is van alles tot zich te nemen in een poging om de wereld te begrijpen. Dat gaat van Hollywood huilfilms tot theoretische werken. De vorige keer verraste ze met een essay van Roland Barthes over de psychologie achter het fenomeen striptease, die volgens haar ten grondslag lag aan een paar songs op haar album Strange Mercy. Dit keer deed ze op weer heel andere manieren inspiratie op. Zo rende ze naakt door het bos, zorgeloos genietend van het leven, tot ze zich realiseerden welke dieren huisden in de gaten langs het pad. Het resulteerde in het liedje Rattlesnake, de hectische opener van haar nieuwe plaat. Achtervolgingsmuziek, op zoek naar de terugweg naar de veilige haven. Zoals haar biografie het treffend vermeldt: het zou een mooie metafoor kunnen zijn, ware het niet dat het echt gebeurd is.

Annie Clark is een van de meest fijnzinnige tekstschrijvers van de laatste jaren, en ook nog eens een begenadigd gitarist. Noem haar gerust een stijlicoon, zoals ze daar op het podium danspasjes staat te doen in een Victor & Rolf jurkje, terwijl ze een vlammende gitaarsolo speelt. Als een kruising tussen Jimmy Page en een kokette zangeres in een nachtclub aan de Hamburgse Reeperbahn. "De laatste shows van mijn Strange Mercy werden steeds dramatischer en gewelddadiger", zegt Clark. "Optreden werd een soort catharsis voor me. Ik sprong graag het publiek in. Daags na die tour begonnen we te repeteren voor Love This Giant. Het was warm weer en ik kwam in een korte broek, volledig onder de blauwe plekken. Die tour was 180 graden anders. Plezierig, surrealistisch, met mooi licht in mooie theaters. In mijn eigen tour probeer ik die twee elementen samen te laten komen."

Dat fysieke in je performance, komt dat door je gitaarspel? Je mag het rustig een aanvallende stijl noemen.
"Dat zou best wel eens kunnen, ja. Mijn oom is Tuck Andress, de jazzgitarist. Van hem heb ik veel geleerd. Ik heb zo goed mogelijk zijn stijl afgekeken, wat me maar ten dele lukte, want hij is een absolute meester. Ik heb vooral veel gekeken naar de techniek van zijn rechterhand. Andere inspiratiebronnen voor me zijn bijvoorbeeld Mark Ribot en Robert Fripp. En Hendrix natuurlijk, altijd Hendrix."

Fripp experimenteerde veel met loops. Jij speelde ook met looppedalen, aan het begin van je carrière.
"Dat was echt uit noodzaak. Ik had nog geen band en probeerde het geluid van de plaat zo dicht mogelijk te benaderen. Ik doe dat eigenlijk nooit meer."

Laten we het hebben over de video van Digital Witness, die zich afspeelt in een soort surreëel landschap van gigantische gebouwen. Zeg me dat die gebouwen echt bestaan.
"Die bestaan zeker echt, je kunt ze vinden in Madrid. De regisseur van de clip - Chino Moya - komt er oorspronkelijk vandaan, hij koos deze plek. De dag voor kerst hebben we er geschoten. Het is er bepaald niet dichtbevolkt."

Het valt me op dat je in je video's vaak opvallend emotieloos overkomt, als een soort robot. Zelfs als mensen om je heen massaal huilen of wanneer je levend begraven wordt.
"Op het podium laat ik veel meer emotie zien, mijn video's vertellen hetzelfde verhaal op een meer absurdistische manier. Ik laat graag de setting en de personages om mij heen het verhaal vertellen."

Digital Witness gaat over hoe mensen een identiteit vormen op internet. Het bekritiseert de gevolgen van de digitalisering van de samenleving. Is dat het belangrijkste onderwerp waar kunstenaars momenteel op kunnen reflecteren?

"Het is erg actueel. Ik ben heel benieuwd hoe technologie de maatschappij verandert, en dan vooral op de lange termijn. Mensen creëren hun eigen identiteit, zowel online als offline. Dat doen ze op sociale media, maar ook door zich te omringen met boeken of kunst, symbolen. De vraag is hoe je de lege en de waardevolle symbolen van elkaar kunt onderscheiden. Er komt simpelweg te veel informatie op ons af om alles op waarde te schatten. Alles wordt in dezelfde interface aangeboden. Kijk naar Twitter: je ziet een vriend een grapje maken, en vervolgens lees je dat Osama Bin Laden dood is. Een paar minuten later maakt een vriend een grap over de dood van Bin Laden. Het oppervlakkige en het relevante lopen door elkaar. Wat me ook opviel: ik zag opvallend veel mensen die de dood van Philip Seymour Hoffmann op zichzelf betrokken, alsof het over hen ging. Als je niet oppast bevind je je zo op een hellend vlak richting narcisme, en dat gaat onze evolutie niet bepaald helpen."

Aan de andere kant: je kunt sociale media inrichten zoals je wilt, met alleen maar interessante mensen, net zoals je geen oninteressante boeken hoeft te lezen.
"Dat klopt, maar in de praktijk proberen mensen van de meest oppervlakkige gebeurtenissen iets bijzonders te maken. Ze fotograferen hun sandwich in ruil voor een klein beetje applaus van vrienden en vreemden die hen volgen. Het is wel interessant om dagelijkse dingen naar een hoger niveau te brengen. Dat deden Dada-kunstenaars al, nietwaar? Het is een gevaarlijk terrein, waarover ik eigenlijk alleen kan zeggen dat het uiteindelijk in de hand van de kunstenaar ligt of iets interessants ontstaat. Ik ben natuurlijk niet tegen technologische ontwikkelingen op zich. Ik zit op Twitter, en mijn carrière begon dankzij het feit dat ik mijn debuutalbum in mijn slaapkamer kon opnemen."

Maak je je zorgen om andere aspecten van de digitalisering van de samenleving? De schandalen rond de spionagedienst NSA bijvoorbeeld?
"Absoluut, het schokt me hoe weinig woede daar over is. Het lijkt wel alsof mensen in de VS hun schouders ophalen. Ja, het bevestigt wat we al dachten. Waarom er niet meer onvrede is? Dat is een vraag die raakt aan de Amerikaanse psyche. Ik denk dat mensen gewend zijn geraakt aan het idee, na de introductie van de Patroit Act. 'Big papa' zal ons beschermen, dan geven wij wat vrijheid op. Het lijkt ook wel alsof we onszelf alvast massaal transparanter hebben gemaakt, een soort pro-actieve verdediging."

Je zegt dat het mensen niet kan schelen, toch gaat een van de best verkochte romans van het moment over precies dit onderwerp.
"The Circle van Dave Eggers bedoel je? Ik ben er in begonnen, maar ik ben vergeten het mee te nemen op tour. Ik zal het uitlezen als ik weer in Amerika ben."

Is het echt waar dat je boeken met de ruggen omgekeerd in de kast staan, omdat je anders gek wordt van de letters die je toeschreeuwen?
"Ja. Het zijn niet alleen de letters van de kaft, maar ook de ideeën die aan al die boeken ten grondslag liggen. Mijn brein voelt er plakkerig van."

Welk boek zou je me nu aanraden?
"Misschien iets dat raakt aan waar we het nu over hebben, het essay Air Guitar van Dave Hickey. Het is een interessant verhaal over kunstkritiek. De stelling is dat muziekkritiek hetzelfde is als air guitar spelen. Het raakt aan het feit dat iedereen zich voortdurend geroepen voelt overal commentaar op te geven."

Dave Eggers zei ooit dat je pas boekcriticus kunt zijn als je zelf een boek hebt geschreven. Heeft hij gelijk?
"Nou, ik weet het niet. Ik weet wel dat er een enorme hoeveelheid werk, bloed, zweet en tranen zit in het maken van wat dan ook. Een boek schrijven lijkt me een enorme opgave, laat staan een 'goed' boek. Ik ken het vak van binnenuit, en ik heb aan het maken van muziek een begrip van en een liefde voor muziek overgehouden. Het zelf kunnen maakt voor mij het mysterie niet kleiner. Ik zie vaak genoeg kunst verkeerd geïnterpreteerd worden. Nee, dat bestaat niet, verkeerd interpreteren. Ik zie vaak kunst onbegrepen worden en gemakkelijk afgeserveerd."

Veel van je favoriete kunst wordt gemaakt voor paranoïde schizofrenen, zeg je zelf. Zijn dat niet sowieso de meest interessante mensen?
"Ha, nou, ik merk dat veel mensen wiens kunst ik mooi vind, buiten het systeem opereren. Ze komen niet van een kunstacademie, maar geven als buitenstaander hun visie op de wereld. Vaak is hun belangrijkste uitgangspunt de bijbel, of meer specifiek de Openbaringen, gecombineerd met visioenen over buitenaards leven of het omkeren van het begrip tijd. Het zijn vaak relatief onbekende kunstenaars, die niet behoren tot de elite van New York. Ik houd van de manier waarop uit die kunst de pure noodzaak spreekt. Ze maken gewoon kunst met de middelen die ze voor handen hebben, en dat is heel boeiend."

St Vincent van St Vincent verschijnt op Caroline Records en is tijdelijk op de Luisterpaal te beluisteren.