The Bigger Picture: wat het floppen van Pinkerton voor Weezer betekende

Rivers Cuomo over de cultklassieker: "Ik was er kapot van dat het album zo werd ontvangen"

Timo Pisart ,

Deze week bracht 's werelds grootste nerdrockband Weezer hun tiende album Everything Will Be Alright In The End uit, volgens velen een return to form en een album dat vol staat met prachtige, dwarse gitaarliedjes. Misschien wel hun beste sinds Pinkerton (1996), het ongepolijste meesterwerk dat aanvankelijk door pers en publiek werd afgeserveerd en pas jaren later de waardering kreeg die het verdiende. In The Bigger Picture van deze week zoomen we in op dát album en vragen we frontman Rivers Cuomo zelf: wat nou als Pinkerton direct als meesterwerk werd gezien? "Ik was nooit meer met een producer in zee gegaan."

Pinkerton, het tweede album van Weezer, was een directe reactie op het multi-platinum-debuutalbum The Blue Album. Daarop stonden sterk gearrangeerde gitaarliedjes in de tradities van zowel The Beach Boys als Pixies, met als absolute hit natuurlijk Buddy Holly. Zelf was de band er echter niet al te tevreden mee. Gedesillusioneerd van het rocksterrenbestaan trok frontman Rivers Cuomo zich terug, hij ging studeren aan Harvard en liet zich ondertussen veelvuldig en pijnlijk opereren aan zijn ongelijk staande benen.

Opvolger Pinkerton produceerde de band vervolgens zelf, met een volwassener, venijniger en harder livegeluid tot gevolg. Popjournalist en Weezer-liefhebber Norbert Pek: "Ze rekten bovendien de songstructuren waanzinnig op, het ging alle kanten op. Ondertussen deed Cuomo zijn mislukte liefdesleven uitgebreid uit de doeken. Het is een grote emotionele plaat geworden, die groots worden neergezet met gitaren die met elkaar in duel gaan, en ontzettend goede melodieën." Een prachtig album aldus Pek. "Ik was toen nét zeventien geworden en zat op de middelbare schooltijd, waar het alleen maar over liefde en afwijzing gaat. Cuomo schreef het vanuit een diepe eenzaamheid en hunkering, dat herkende ik." Zo schreef Cuomo Tired of Sex over afkeer van betekenisloze seks met groupies, hij zong over zijn frustratie naar meisjes toe en zijn isolement.

Twee-na-slechtste album van 1996: "Ik was bang dat we een one-hit-wonder waren gebleken."

De pers en het grote publiek schrokken echter van dat rafelige geluid vol scherpe randjes. De lezers van Rolling Stone riepen het album uit tot het twee-na-slechtste album van 1996, Melody Maker raadde aan de teksten sowieso compleet te negeren. Het album was ook commercieel geen succes, en verkocht veel slechter dan The Blue Album. Interviews met Cuomo uit die tijd zijn bijna pijnlijk om te kijken, hij lijkt zich te schamen voor de 'mislukking'. In 2001 zegt hij tegen Entertainment Weekly: "Het is een erbarmelijk album… het was zo'n verschrikkelijk pijnlijke vergissing die zich voor het oog van honderdduizenden voltrekt. Het is net als ontzettend dronken worden op een feestje, in publiek overgeven en je daar nog ongelooflijk goed en cathartisch over voelen ook, om de volgende ochtend wakker te worden en je te realiseren hoezeer je jezelf voor schut hebt gezet." Nu zegt hij erover: "Ik was er kapot van dat het album zo werd ontvangen. Het was een ontzettend persoonlijk album waar ik alles van mezelf in had gestopt. Ik voelde me beschaamd én schuldig, omdat ik mijn band deze kant op had gesleept die toentertijd vruchteloos leek."

Sterker nog: Rivers Cuomo dacht dat het gedaan was met de band. "Ik was bang dat we een one-hit-wonder waren gebleken. Het kostte me vijf jaar voordat ik het zelfvertrouwen weer had om nieuwe muziek te schrijven. Maar langzaam maar zeker kregen we reacties van fans die het album wel degelijk goed vonden, die ons live wilden zien. In 2000 gingen we weer optreden, met de Warp-tour. Toen zagen we hoe mensen schreeuwden om El Scorcho en andere nummers, maar we wilden de nummers eigenlijk niet live spelen."

Met nieuw album terug naar Pinkerton-gevoel

Langzaam maar zeker kreeg Pinkerton alsnog de cultstatus die het verdiende. The Rolling Stone plaatste, bijna als rectificatie, in 2004 een recensie met de volle vijf sterren om het in de Rolling Stone Hall of Fame te plaatsen. Pitchfork deelde een 10 uit, de deluxe-versie krijgt van recensie-aggregaat-site Metacritic óók al een volle 100 procent toebedeeld. Ondertussen begon het album ook steeds beter te verkopen.

Volgens velen raakte de band na opvolger The Green Album (2001) het spoor bijster met middle-of-the-road-gitaarpop die het venijn van Pinkerton mistte en de supercatchy refreinen van The Blue Album. Tot nu, met het deze week verschenen Everything Will Be Alright In The End. Cuomo zelf zegt erover: "Pas in 2010 gingen we Pinkerton integraal spelen. Door dat album iedere nacht te oefenen en elk detail goed te krijgen, om het voor een publiek van hardcore fans te spelen? Dat bracht ons terug naar die plek, van waaruit Pinkerton is ontstaan. Toen begonnen we met het schrijven van Everything Will Be Alright In The End."

Als Pinkerton direct zo was ontvangen, was de carrière van Weezer dan anders gelopen? Waarschijnlijk wel. Waarschijnlijk had Cuomo zich niet zo lang afgezonderd en had hij ook bij het latere werk van Weezer gedurfd zijn hart volledig uit te storten in zijn muziek, om daarnaast de geijkte songstructuren van couplet-refrein-couplet-refrein-brug-refrein vaker los te laten. Maar had Everything Will Be Alright In The End ook anders geklonken? We vroegen het hem zelf: "Ik denk dat dit album vanuit zo'n diepe plek in ons komt, dat het niet meer uitmaakt wat voorheen succesvol of niet succesvol was. Het is gewoon wíé we zijn. Aan de andere kant: als Pinkerton direct een groot succes was geweest, dan had ik - mezelf kennende - nooit meer met een producer willen werken."