#SXSW14 Spandau Ballet: Soul Boys of the Western World?

Docu over succesvolle 80's band in premiere

Wilbert Mutsaers ,

'We wanted to change ourselves, not the world' antwoordt Gary Kemp gevraagd naar de ideologie van Spandau Ballet in de jaren 70/80. Hij en niet leadzanger Tony Hadley beantwoordt de vraag in het prachtige art-deco Paramount theater in Austin. Typerend voor de onderlinge verhoudingen en wellicht ook voor de drive van de band: succesvol worden en armoede ontvluchten.

Gisteren ging op SXSW de Spandau Ballet documentaire: 'Soul Boys of the Western World' in premiere en speelde band voor het eerst in 28 jaar weer in de VS. De grote 80's soul/popband kent anno 2014 nog amper relevantie, speelt op nostalgie-gedreven festivals en voor publiek dat de tijd van toen wil herbeleven. Dat mag maar heeft ook iets treurigs. Er komt nieuw materiaal aan, maar de band lijkt er weinig zinnigs over te vertellen hebben.

Spandau Ballet was weliswaar zeer succesvol in de jaren 80, maar moest op dat punt haar meerdere erkennen in Duran Duran. Als het gaat om invloed op de vroege jaren 80 post-punk muziek lijken bovendien artiesten als Human League, Gary Numan, ABC, Heaven 17, en OMD minstens zo invloedrijk te zijn geweest als Spandau Ballet. Waarom dan toch een documentaire over Spandau Ballet die inhoudelijk redelijk voorbij gaat aan deze feiten?

Deze 'archive only' documentaire over de band blijkt vooral een schot in de roos als waardevol tijdsdocument over de punk/glamrock/funk/pop-scene in Londen eind jaren 70 en begin jaren 80. De adoratie van working class kids voor David Bowie. De neergang van de punk - 'Sex Pistols were supposed to implode themselves and so they did', aldus Tony Hadley. De opkomst van 'new wave' en 'new romantic' vanuit de onderklasse van noord-Londen die haar vertier zocht in het toen nog trashy Soho en haar modieuze clubs als Billy's en Blitz. De vijf bandleden van Spandau Ballet blijken individueel niet per se tot de verbeelding te spreken, maar zijn vooral exemplarisch voor hoe een groep vanuit een underground scene - Spandau Ballet was eerst een punky bandje 'The Makers' - op het juiste moment een plek in de mainstream kan vinden.

Regisseur George Hencken koos voor een aanpak op basis van ruim 400 uur archiefbeeld. Geen traditionele interviews met terugblikkende bandleden in de documentaire en dat is bijzonder prettig. Wel beelden van geweld in Belfast, de opkomst van het Thatcherisme, het leefklimaat in Londen en Engelse jongerencultuur in de jaren 70. Natuurlijk komen hits als Chant Nr1, Only When You Leave, True, Gold, Through the Barricades, Highly Strung even voorbij, echter niet meer als korte impressies van het succes van de band. Net zoals de bekende gillende meisjes.

Naast het goed getroffen tijdsbeeld, toont de documentaire vooral ook pijnlijk het verval van de band aan en de moeilijkheden die juist ontstaan bij succes. 'We always thought that there were 3 things that could ruin our band: sex, drugs and rock n roll, we had our part of all of the above, but there turned out to be a fourth that is much more of a problem: ego' zegt John Keeble, drummer, duidelijk doelend op Gary Kemp.

Gary Kemp schreef alle songs en zag Spandau Ballet als 'zijn' band. Tony Hadley was noodzakelijk kwaad omdat er iemand nu eenmaal moest zingen. Gary en zijn broer Martin besloten bovendien na 'a decade we owned: the eighties' te gaan acteren in de jaren 90 en veroordelen de overige bandleden tot wachten op een reunie of eigen carrieres die nooit van de grond kwamen. Voordat die kennelijk toch zelden te vermijden reunie er in 2009 na 18 jaar dan toch kwam, spanden de drie overige bandleden - Tony, John en Steve Norman, saxophone - een geruchtmakende rechtzaak aan tegen Gary over de verdeling van de auteursrechten en verloren deze glansrijk.

Hoe het Spandau Ballet verder zal vergaan, zal waarschijnlijk weinigen bezig houden, maar als individueel redelijk anonieme schoolvoorbeelden van succesvolle 'soul boys' uit het na-oorlogse Londen zal de band het altijd goed blijven doen. 'Soul boys': een geuzennaam voor jongens uit de arme buurten van Noord-Londen.