The Rolling Stones, Pinkpop Mainstage, zaterdag 7 juni 2014
Pinkpop: The Rolling Stones, hier zijn ze dan, eindelijk
Mick Jagger: "Ronnie, wie is je kapper, Roy Donders?"
Even na negen uur is dan eindelijk het moment daar waar Pinkpop het al maanden over heeft. Vanaf het moment dat de naam viel, heeft niemand het meer over iets anders dan The Rolling Stones. Over hoeveel het kost, over waarom het zo lang duurde voor de show rond was, over de vriendin van Mick Jagger die zelfmoord pleegde, een tragische daad die bijna alsnog roet in het eten gooide. Maar hier zijn ze dan. Vanaf de eerste lick van Jumpin' Jack Flash heeft het hele veld de ogen op het hoofdpodium gericht.
HET CONCERT:
DE ACT:
The Rolling Stones is anno 2014 geen band meer, zelfs niet zomaar 'een monument', het is een experiment. Hoe lang kan de illusie van de eeuwige jeugd in stand gehouden worden? Toch niet lang meer, zou je zeggen als je de leeftijden van de bandleden ziet. Een half mensenleven lieten The Rolling Stones op zich wachten als headliner van Pinkpop, maar nu eindelijk geven ze het festival de meest besproken dagafsluiting ooit.
HET NUMMER:
Het is bijkans onmogelijk kiezen uit de vele klassieke popsongs die hier vanavond langskomen. Maar weet je wat, daar hebben we het straks wel over: Out Of Control is de grootste verrassing, op eenderde van de set. Even graven, juist, een song van een plaat die niet in het collectieve geheugen geëtst is: Bridges To Babylon uit 1998. Hier klinkt de band ineens als The Temptations in hun psychedelische tijd. Mooi stijlvol gespeeld en gezongen, verrassend anders ook dan alle andere songs. Die hadden we niet zien aankomen.
HET MOMENT:
Na een prima begin volgt een zwakker middendeel, met als dieptepunt de twee nummers die Keith Richards mag zingen. Oh ja, met zijn gitaarspel zit het wel goed vandaag hoor. Ook als hij soms zijn riffs niet honderd procent raakt, weet hij ze toch die unieke swagger mee te geven. Dat Richards zo vol in het licht mag staan, geeft de frontman ruimte om een welverdiende break te nemen. Hij blijft maar doorrennen. Jagger keert terug met mondharmonica en met Mick Taylor, de gitarist die de gouden jaren meemaakte, jaren in onmin met de band leefde, dreigde met rechtszaken en sinds een jaar of drie weer in de armen gesloten is. Ze zetten Midnight Rambler in, en Taylor neemt de band brutaal op sleeptouw met zijn bluesachtige spel. Een sterk moment, dat helaas net wat te lang doorgevoerd wordt. En vooral: in deze reeks nummers horen we de meest ouderwetse kant van The Stones. Maar dan is er gelukkig een kantelpunt in de set, dankzij Miss You, het disco-uitstapje uit 1978 met nota bene een bassolo als unique selling point. Vanaf dat moment is de set één grote zegetocht. Ineens klinkt alles weer actueel en krachtig.
OOK OPMERKELIJK:
Na afloop van Honky Tonk Women stelt Mick Jagger de band voor. Ja, die vier kennen we wel, maar de rest is ook niet onbelangrijk. Een bassist, twee blazers, een toetsenist en twee zwarte stemmen zorgen voor belangrijke ondersteuning van zo'n beetje ieder nummer. Zeker die backing vocals zijn extreem belangrijk, want zowel Jagger als Richards kunnen niet meer achter elke noot kracht zetten. Dan stelt Jagger toch ook de belangrijkste leden voor, waaronder de man die het meest jeugdig van de vier kernleden lijkt: "Ronnie Wood! Wie is je kapper, Ron? Roy Donders?" Ho, wacht, wil degene die ons geheime WK-wapen aan Mick Jagger verraden heeft zich direct melden? Hoe is dat gegaan? Heeft Mick zijn enthousiasme over het voetbaltoernooi (hij begint er ook over op het podium) gedeeld met een willekeurige Hollander, en heeft die hem ingelicht over de stylist van het zuiden en zijn juichpakken?!?
HET PUBLIEK:
Vaders met gezonde buiken, moeders die zich nog eens opdoffen, zonen en dochters met licks-shirts, zelfs kleinkinderen. Pinkpop was altijd al meer een familie-evenement dan andere festivals, maar dit jaar is echt het summum. Als er één band is waar mensen massaal hun kinderen mee naartoe willen nemen, dan is het The Rolling Stones. Zoals we al sinds halverwege de jaren tachtig zeggen: het zou zomaar eens de laatste keer kunnen zijn.
HET OORDEEL:
Een paar jaar terug overweldigde Bruce Springsteen Pinkpop tot twee keer toe met een verbluffend sterke festivalshow. The Boss stond op eenzame hoogte door zijn mix van honderd procent klassiekers en relevant nieuw werk. Hij liet bovendien nog een kwaliteit zien: hij vertelde een verhaal, en liet zijn keuze uit het oeuvre afhangen van wat hij wilde zeggen. Juist die kwaliteit missen The Stones. Jazeker, hun hits zijn gigantisch, en de delivery is verrassend sterk, maar die extra laag weet de band niet aan te boren, en vrijwel niet één nummer van na 1980 behoort tot de hoogtepunten. Dat neemt niet weg dat het laatste half uur een weergaloos bombardement van hits is. Het prachtige moment voor achtergrondzangeres Lisa Fisher bij Gimme Shelter, de rode vlammen bij Sympathy for the Devil, het Utrechtse studentenkoor tijdens You Can't Always Get What You Want. (I Can't Get No) Satisfaction, besluit de band na curfew tijd. Ooit dacht waarschijnlijk zelfs Jagger zelf dat hij dat niet tot in lengte van dagen kon blijven zingen, maar kennelijk blijft de honger toch altijd bestaan, bij band en bij publiek. Bespaar je de grappen over de vier rollators die backstage klaar staan om de band af te voeren. Vanavond ouderwets afterparty in het hotel van de Stones.
Setlist:
Jumpin' Jack Flash
Jumpin' Jack Flash
You Got Me Rockin'
It's Only Rock 'n Roll
Tumbling Dice
Angie
Doom and Gloom
Rocks Off
Out Of Control
Honky Tonk Women
You Got The Silver
Can't Be Seen
Midnight Rambler
Miss You
Gimme Shelter
Start Me Up
Sympathy For The Devil
Brown Sugar
----
You Can't Always Get What You Want
(I Can't Get No) Satisfaction