Pinkpop: Robert Plant bekijkt zichzelf in de teletijdspiegel

Veel Led Zeppelin-werk in nieuw jasje

door Atze de Vrieze, foto's Jelmer de Haas ,

Als iemand al die jaren een Led Zeppelin-reünie tegenhield, dan was het zanger Robert Plant. Ja, hij deed een paar jaar terug mee aan de grote show in Londen, maar verder houdt hij het maar al te graag af. Aan het songmateriaal kan het niet liggen, want met zijn nieuwe band The Sensational Space Shifters speelt hij hier vanavond grotendeels Led Zep-werk.

HET CONCERT:

Robert Plant & The Sensational Space Shifters, Pinkpop 3FM Stage, zondag 8 juni 2014

DE ACT:

De Robert Plant die we vandaag op het podium zien, heeft weinig gemeen met de veertig jaar jongere beeltenis die als backdrop achter hem hangt, de ultieme rock-seksgod. We zien een man van 65 in een shirt dat hoort bij een man van 65. Zijn lange krullen zijn nog rossig, het geitensikje grijs, de groeven in zijn gezicht indrukwekkend. Het is alsof Robert Plant zichzelf bekijkt in een veertig jaar oude spiegel en herinterpreteert wat hij ziet. 

HET NUMMER:

Plant opent met Babe I'm Gonna Leave You, een cover van folkzangeres Joan Baez. Het is meteen het allerbeste van de hele set. Je ziet iedereen aandachtig kijken en luisteren waar het heen gaat. Hier gaat het van hoog naar laag, en vooral de diepte in. De band mag meteen zijn klasse etaleren, en Plant laat horen zijn klassieke 'howl' nog te hebben. Andere hoogtepunten zijn de folkie hippie-ode Going To California (met een bloem in je haar) en de gestripte versie van What Is And What Should Never Be.

HET MOMENT:

Helemaal aan het einde krijgt Pinkpop ook die gouden riff: Whole Lotta Love. Hij wordt voluit gespeeld, en dan pas realiseer je je dat deze set niet om de riffs draaide, maar om de songs. De song zelf, we horen het weer, is een van de meest seksueel expliciete uit de popgeschiedenis. Plant belooft de vrouw zijn grote liefde te geven, belooft hem zelfs letterlijk bij haar naar binnen te steken, als het even kan aan de achterkant. Dat hij dit speelt, voelt een beetje als een beleefd bedankje voor het getoonde geduld, maar toch.

OOK OPMERKELIJK:

Op de setlist staan ook een paar covers. Het kan haast geen toeval zijn dat hij uit het oeuvre van Led Zeppelin onder meer die cover van Joan Baez kiest. Het gaat om het ontginnen van de weg terug. Nog verder terug gaat Spoonful, een nummer van bluesmuzikant Howlin' Wolf. Afkomstig uit de jaren zestig, maar teruggrijpend naar de jaren twintig. Daar komen we uit bij een verderfelijke bron van seks, drugs en andere zaken die het leven intenser maken. Ook boeiend is de manier waarop een Afrikaanse muzikant met een primitief strijkinstrument de zwarte roots van veel songs accentueert. Ineens schakelt de ritmesectie over op standje afro. 

HET PUBLIEK:

Terwijl het jonge volk zich alvast naar het hoofdpodium spoedt voor Arctic Monkeys, staat een behoorlijke groep volwassen luisteraars met volop aandacht bij het 3FM Podium. 

HET OORDEEL:

Wat een verschil met generatiegenoten The Rolling Stones gisteren. Robert Plant nam al dik dertig jaar geleden afscheid van het grote circus, de gekkigheid, het grote geld. Hij nam zijwegen, maakte soms bijzondere dingen, en vond zijn plek op een meer bescheiden niveau. Deze terugkeer naar de roots is dan ook onvergelijkbaar met het krampachtig vasthouden van de eeuwige jeugd door de Stones. Dat maakt hem er misschien niet hipper op, maar hij dwingt hier absoluut respect af. 

DE FOTO: