Je vergeet het soms wel eens, maar eigenlijk is Paul - Monsieur Paul - van Bruystegem, bassist van Triggerfinger, oud genoeg om Led Zeppelin nog in hun glorietijd meegekregen te hebben. Hij is uit 1959, en was dus twaalf toen Stairway To Heaven uitkwam. "Mijn eerste plaat kreeg ik voor mijn communie, dat was Jimi Hendrix & The Band Of Gypsys. Niet omdat ik het zelf goed vond, maar omdat mijn nicht, tegen wie ik gigantisch opkeek, ervan hield. Zij was echt een coole chick. Ik moet een jaar of dertien, veertien geweest zijn toen ik Led Zeppelin hoorde. Cream en Led Zeppelin waren voor mij het logische vervolg op Jimi Hendrix."
Led Zeppelin was voor ontluikende jongeman Paul van Bruystegem uit het hardrockende Leuven een eyeopener. De meeste mensen vonden het klinken als het kelen van een speenvarken, hij vond het fantastisch. "Als je het goed vond, hoorde je automatisch tot een soort gang, het was lekker gevaarlijk en wild. Het begin van Black Dog? Steengoed. En er zat seks in, amai, wat een seks. Dat hoorde je ook in alle verhalen. Die mannen waren seksuele veelvraten. Ik weet inmiddels ook wel dat je niet alle verhalen moet geloven, maar het sprak natuurlijk wel tot de verbeelding en een deel ervan was ongetwijfeld waar. Heel mooie vrouwen met grote borsten boden zich gewoon aan bij die band. Af en toe haalde zoiets de krant. Ik herinner me hoe Led Zeppelin eens een hele verdieping van een hotel afhuurde en daar nogal veel kabaal maakte. De portier van het hotel moest naar boven om verhaal te halen, en hij zag Jimmy Page en Robert Plant een tv uit het raam gooien. 'Dat heb ik heel mijn leven al eens willen doen', zei de portier, en toen heeft hij het apparaat naar buiten mogen gooien."