In elke biografie van Go Back To The Zoo, verreweg de meeste berichten en het gros van de interviews komt The Rolling Stones wel aan bod. Dat is geen grootspraak, lacht Cas Hieltjes (26), frontman van de band. Vroeger, in huize Hieltjes, werden Cas en zijn broer Teun grootgebracht op een muzikaal dieet van onder andere Mick Jagger, David Bowie en Lou Reed. Hun ouders waren tieners precies in die gouden jaren '60, waarin je óf Beatles óf Stones-fan was.
Moeder behoorde duidelijk tot 'kamp Stones'. Een verhaal dat ze misschien wel duizend keer vertelde was die keer dat ze ze live heeft gezien. Cas: "Ze was vijftien en zag ze precies op het toppen van hun kunnen, in de Brabanthallen, '66. Ik ben er nog altijd jaloers op, die rauwe beginperiode. Telkens als ze ons verbood naar een concert te gaan, zeiden wij: 'Ja, maar, maaaama, jij ging op je vijftiende naar een illegaal concert van The Rolling Stones!' Waarop zij weer antwoordde: 'Ik begreep achteraf niet hoe mijn ouders me als piepjong meisje naar die superruige rockband lieten gaan. Waarschijnlijk hadden ze gewoon geen flauw idee wie het waren.' Wij vroegen dan stikjaloers: 'Hoe wás het concert dan?' Wat bleek: ze had er niets van meegekregen, want ze stond zowaar naast Boudewijn de Groot en heeft het hele optreden naar hem staan staren."
De eerste keer dat Cas The Rolling Stones zelf zag, zal hij een jaar of acht zijn geweest, zittend op de schouders van zijn vader om over het hek te kijken bij het Goffertpark om de hoek in '95. "We woonden er vlakbij, als er een optreden was gingen we altijd even kijken, we konden het vanuit de keuken al op de achtergrond horen. Hoe het precies was weet ik niet meer, ik geloof dat ze gigantische opblaasdingen mee hadden genomen, maar de herinneringen lopen door elkaar met Metallica, Aerosmith en al die andere grote bands die er toentertijd speelden."
Pinkpop-ambassadeur Go Back The Zoo bestudeerde Stones-video's
"Aanvankelijk stonden ze hartstikke stil"
Mick Jagger en Keith Richards zijn inmiddels de 70 gepasseerd, sinds Let It Bleed belandde elke studioplaat van de Stones ook in Nederland in de bovenste regionen van de albumcharts en de Pinkpop-dag met de legendarische groep verkocht in recordtempo uit. Behoeft de grootste rock 'n roll-band ter wereld nog een introductie? Nee, natuurlijk niet. Om op te warmen voor Pinkpop belden we een van de fanatiekere, jonge Stones-fans van het land: Cas Hieltjes van Go Back to the Zoo, die van jongs af aan filmpjes van Jagger bestudeerde en de band tweemaal live zag.
"Moeder stond naast Boudewijn de Groot in de Brabanthallen"
"Hij leek wel Luke Skywalker"
Wat Cas nog wél heel goed weet, was dat hij The Stones in z'n hoofd had toen hij op zijn twaalfde voor het eerst een bandje begon met Teun. Het was de tijd van happy hardcore en de nu-metal-generatie van Linkin' Park, Limp Bizkit en Korn. "Dat vond ik zó kut, echt vreselijk. The Rolling Stones stonden voor me voor de rauwe energie en kracht, en dan ook weer hele goede melodieën. Dat wilden we zelf ook, nog steeds eigenlijk."
Zijn Mick Jagger-poses oefenen voor de spiegel deed Cas misschien niet, continu gebiologeerd filmpjes kijken hoe de Stones dat toch deden, dát zeker wel. Het mooist zijn de filmpjes uit de beginperiode, vindt Cas. "Die heb ik zóveel gekeken, vooral de tijd tot '69, begin jaren '70. Mick staat daar nog bijna hélemaal stil, er is geen beweging, hij lijkt wel een soort Luke Skywalker. Dat komt natuurlijk doordat ze vooral in tv-shows optraden, dan is iedere kleine beweging zichtbaar. Als je een arena-show gaat spelen, ziet niemand het als je glimlacht. Daarom is Jagger natuurlijk gaan rondrennen over het podium. Maar ik las eens in een boek over hem: 'Mick Jagger was een goede zanger tot hij zangles nam, en een goede danser totdat hij dansles nam.' Daar ben ik het wel mee eens."
Vele jaren later zag Cas The Rolling Stones weer, in de Amsterdam Arena. "Ik werkte als barmedewerker voor een uitzendbureau en had gezorgd dat ik daar was ingeroosterd. Vrijwel niets hoefde ik te doen, ik moest de frisdrank aanvullen zodra het op was, maar bij The Rolling Stones drinkt iedereen bier. Na drie kwartier moest ik voor het eerst een kratje halen, net toen ze mijn lievelingsnummer speelde: Sympathy For The Devil. Ik ben weggelopen, heb het kratje geparkeerd en het hele nummer uitgekeken met de smoes dat ik het niet kon vinden. Hoe het was? Natuurlijk, het had niet meer die magie van een band op het toppen van hun kunnen, maar het was nog steeds héél goed."
Het collectief bewustzijn ingeslopen
Meer nog dan The Beatles zijn The Rolling Stones het collectief bewustzijn van de mensheid ingeslopen, denkt Cas. "Iedereen kent hun greatest hits. En tegelijkertijd kun je blijven ontdekken, omdat ze zoveel platen hebben gemaakt. Het is best wel lastig om dat in retrospectief te doen, welk van de dertig moet je nou kiezen? Ik heb echt verschillende periodes gehad: een paar jaar geleden zat ik echt middenin het oude werk, met al die rhythm and bluess-covers. En toen kwam die Exile On Main Street-reissue, waardoor ik daar weer in dook. En ja, dan heb je ook nog Let It Bleed, en als ik tot rust wil komen luister ik Get Yer Yaya's Out, wéér een andere kant. Dat is het verschil tussen The Beatles en The Rolling Stones, de fab four waren echt een studioact die zelfs stopten met optreden omdat ze geen zin meer hadden in al die gillende meisjes, The Rolling Stones zijn juist een liveband pur sang die dat ook op plaat weten te vatten. Op het moment dat The Beatles stopten, hebben The Stones nog een hele stap gemaakt, vanaf '69. De hippiedroom was voorbij, ze hadden ook een nare kant, Paint It Black is duister en eng. Dat is een universele emotie, tegelijkertijd hoop en weemoed. Kapotheid, zou ik het noemen."
Uiteindelijk is die feel het allerbelangrijkste. "Het is muzikaal een hele rare band. Vaak klopt het niet wat ze speelden, als je er een clicktrack of metronoom naast legt zitten ze er áltijd naast, de snare is veel te laat. De rest van de band doet daaraan mee, zij zijn de meesters in die timing en drukken er zó'n oergevoel mee uit. Het gaat dan om duizendsten van seconden. Dát zijn de geheimen van de muziek."