Le Guess Who?: Liveblog Donderdag

Met onder meer: The Walking Who, Greylag, PAUS, Silver Apples, Ben Frost

Tim van der Steen en Atze de Vrieze ,

3voor12 is op Le Guess Who?. We volgen de optredende acts van de donderdag in dit liveblog, dat in de loop van de avond steeds verder wordt aangevuld.

Ben Frost maakt slapende hellehonden wakker
De meeste mensen gebruiken elektronische muziek als vlucht van de dagelijkse sleur, als het ideale middel om de zorgen even te vergeten. Ben Frost doet exact het tegenovergestelde: hij staat hier een uur lang aan de poorten van de hel te rammelen. Dat deed hij bijna letterlijk, door met een bevriende fotograaf naar het verscheurde Afrikaanse land Congo te reizen. Frost gebruikte wat hij zag en hoorde voor zijn kille, overweldigende plaat A U R O R A, die eerder dit jaar verscheen. Toen bestond zijn live-set in Trouw nog uit het min of meer integraal spelen van die plaat, inclusief twee drummers. Nu is Frost alleen en gunt hij zichzelf een vrijere rol. Hij begint zijn set met een elektrische gitaar op de rug, blootsvoets, verwilderde ogen boven zijn rossige baard. Zijn set is ruw, maar juist niet wild, eerder extreem precies. Die gitaar krijgt af en toe een beuk, het geluid verdwijnt meteen in het gapende gat dat hij open trekt, een kolkend geheel van hortende, stotende beats en overstuurde synths. Eerder vanavond hoorden we Einsturzende Neubauten de Eerste Wereldoorlog verklanken. De oorlog van Ben Frost is minstens zo smerig en primitief. (Atze de Vrieze)

Terug naar het space age met Silver Apples
In de tijd dat Simeon, het brein achter Silver Apples, zich met elektronische muziek bezighield, was niet xtc, maar lsd de drug of choice. Terwijl zijn tijdgenoten nog met zijn allen rond een tokkelige gitaar bij het kampvuur zaten, zat hij te draaien aan de knoppen van zijn primitieve apparatuur. Natuurlijk was hij niet de enige: het geluid was alomtegenwoordig, maar dan vooral in science fiction films over monsters en nucleaire rampen. Decennia lang was Simeon verdwenen, maar de laatste jaren treedt hij weer op. Met enorm veel plezier, blijkt. Af en toe laat hij zich net wat te veel door de lompe four to the floors verleiden, maar eigenlijk is zijn oorspronkelijke, psychedelische geluid veel spannender. Niet alles is nog fris, maar 'I Don’t Care What People Say', van het lange tijd ’nooit uitgekomen derde album’ is nog altijd heel goed, maar het best is toch afsluiter 'Oscillations', dat van grote invloed was op Portishead’s 'We Carry On': het heeft dezelfde stuwende drums en pulserende synthloops, en dan die buitenaardse elektronische klanken er tussendoor. Het nummer heeft zijn oorspronkelijke charme behouden, en dat terwijl hij er een uitbundige lange versie van brouwt, met een hupje van enthousiasme. (Atze de Vrieze)

Portugese passie van Paus maakt meer kapot dan je lief is
Bands met twee drummers zie je niet vaak, in het geval van Paus zijn het ook nog eens de frontmannen. Voor op het podium, op een siamese drumkit, pompen zij een enorme bak herrie en energie in het kleine Ekko zaaltje, ondersteund door een bassist en een gitarist die ook de synthesizer voor zijn rekening neemt. Een act die vooral op rollende drums gebaseerd is kan snel ontsporen of saai worden maar bij Paus staat het als een huis. Beide drummers raken de trommels en bekkens op verschillende momenten, hierdoor hoeven zij minder noten te spelen en ontstaan enorm stuwende grooves. In het portugees wordt daar nog overheen gezongen en geschreeuwd. Er ontstaat een mix van progrock met sambagrooves en hardcore-punk.

Oordoppen verplicht want het is knalhard, in het volle zaaltje kan het geluid nergens heen. Niet alleen je trommelvliezen krijgen er van langs. De gitarist breekt een snaar en vervangt deze razendsnel op het podium, een moment dat met een drumsolo wordt opgevangen. Het was misschien weinig mensen opgevallen als de bassist het niet wat onhandig had uitgelegd, net toen het probleem was opgelost. Paus speelt ook zonder clicktrack erg strak. De HMH gaan zij er niet mee vullen maar in Ekko komt de energie goed tot zijn recht. (Tim van der Steen)

Greylag: tussen het geouwehoer door erg goed
'I like that drumming!,' roept iemand uit het publiek. 'We like him too, that's why we hired him,'antwoordt zanger Andrew Stonestreet. Één van de vele grappen, pauzes en stemsessies tussen de nummers door. Greylag klinkt live een stuk rauwer dan op hun plaat, geproduceerd door Phil Ek. Hij produceerde ook Band Of Horses en Fleet Foxes, daar heeft hun geluid ook wel wat van weg. Greylag klinkt goed live, liedjes beginnen vaak ingetogen en bouwen op totdat het stevig rockt met die rollende drums, dan weer afgewisseld met een fijn folklijntje op gitaar. Gitarist Daniel Dixon tovert met wat effecten soms zelfs een mandolinegeluid tevoorschijn.

Een prima band dus, tenminste, als er wordt gespeeld, want daar gaat het bij Greylag wel fout. De heren hebben er duidelijk veel lol in, vooral Stonestreet grapt er op los. De gitaren worden alleen wel heel vaak en heel lang gestemd tussen de nummers door. Er is blijkbaar ook niets afgesproken over een setlist. 'What song are we playing now?,' vraagt de bassist. Het wordt 'Yours To Shake', het meest bekende nummer van de band uit Portland, Oregon en ook erg goed uitgevoerd. Je moet er geduld voor hebben bij Greylag, maar als zij spelen is het goed. (Tim van der Steen)

Rommelige aftrap van The Walking Who
Dat het in Ekko volledig vol staat als The Walking Who speelt, is niet volledig aan de band toe te schrijven: de Aussies trappen Le Guess Who? af en er speelt verder nog niets. Dat hoeft geen probleem te zijn natuurlijk. Het psychrock trio raakt aan Tame Impala en Flaming Lips met een laid-back, fuzzy geluid en folkinvloeden. Rohin Brown (zang/gitaar) doet soms denken aan Neil Young ten tijde van Harvest, zijn lange haar en hoed helpen daarbij ook een handje. De wat excessieve echo over zijn stem maakt hem wel moeilijk te verstaan.

The Walking Who verzorgt een wat rommelige start van het festival. Dat ligt vooral aan de drummer, die komt er na een half optreden pas echt lekker in. Dat betekent niet dat het psychrock bandje uit Sydney niet leuk is om naar te kijken. Vooral Jay Drury is een toegevoegde waarde op het podium met zijn baard, blote voeten en grappige spastische dansje, gelukkig ook met zijn bas en achtergrondzang. Voor de tour is ook een vierde man meegekomen die de band op keyboard en gitaar aanvult. Van alle gespeelde nummers is er maar één echt uitgesproken, dat is de cover van Dolly Partons 'Jolene'. Hoewel de uitvoering niet onaardig is, past het niet echt in de set. (Tim van der Steen)