‘Look for something big and pink,’ had Dee Norris geschreven in haar mail. Groot en roze, dat is ze inderdaad. Midden in Grand Café-Restaurant 1e Klas op Amsterdam Centraal zit een reusachtige vrouw met oranje haar, over haar bank hangt een nog veel feller gekleurde jas met roze veren. Baby Dee begon haar carriere in de muziek als kerkorganist, decennia geleden en ver weg in Ohio. Ze was er een in de categorie ‘niet elke kerkorganist gelooft in God, maar ze geloven wel allemaal in Bach.’ ‘Alleen was het in mijn geval Palestrina,’ haast ze zich te zeggen. Aan die fase in haar loopbaan kwam een einde toen Dee besloot dat hij – want hij was toen nog een man – een vrouw wilde zijn. ‘Een transgender kun je op twee manieren zijn,’ zegt ze. ‘Je kunt proberen als een normale vrouw in de maatschappij te verdwijnen, of je kunt fabulous worden. Ik ben voor optie twee gegaan.’
Dat ging ze zeker. Maar wacht, dit gesprek zou vooral niet gaan over haar transgenderschap. Het zou gaan over haar recente verhuizing naar een klein dorp in Zeeland, over haar voorliefde voor Annie M.G. Schmidt en natuurlijk over haar muziek. In het kalme Zeeuwse land belandde Baby Dee via haar geliefde, kunstenares Christina de Vos. Ze ontmoette er ook singer-songwriter Broeder Dieleman. ‘Ah, Tonnie, wat een schat is hij. Tonnie kende mijn muziek, ik denk omdat hij een trouw volger is van Will Oldham [ook bekend als Bonnie ‘Prince’ Billy]. Hij had het met iemand over mijn muziek, en diegene zei: oh, maar die zie ik elke week bij de supermarkt. Via Christina heeft hij mij vervolgens benaderd. Tonnie heeft onlangs Will Oldham naar Nederland gehaald voor optredens in heel kleine kerkjes. Ik was bij het optreden in Middelburg. Het was werkelijk fantastisch.’
Will Oldham
Baby Dee en Will Oldham gaan jaren terug. Dee had zich aan het begin van deze eeuw teruggetrokken uit de muziekwereld en een nieuwe business gestart als bomendokter. Jazeker, bomendokter. Het ambacht werd haar letterlijk bijna fataal toen ze uit een boom viel, op het huis van een client. Het bracht haar financieel aan de rand van de afgrond omdat ze de schade aan het dak zelf moest betalen. Dan maar terug naar de muziek, was de overweging. ‘Precies op dat moment vroeg Will me in mijn eigen woonplaats, Cleveland, zijn voorprogramma te verzorgen. Hij betaalde me 200 dollar, voor mij een enorm bedrag in die tijd. Ik had nog nooit eerder harp gespeeld en gezongen op hetzelfde moment. Het was een doodeng optreden, maar ook een geschenk uit de hemel. We werden vrienden.’