Typhoon: "Niets is zwart-wit"

Hoe het wereldbeeld van Glenn de Randamie telkens kantelde voor Lobi da Basi

Timo Pisart ,

Op 1 juli 2013 schrok Glenn de Randamie zich de pleuris. Altijd had hij zich geïdentificeerd als nazaat van slaven, dus vanzelfsprekend was hij bij de onthulling van het monument Herdenking Slavernijverleden. Wat bleek? Zijn vaders kant van de familie was juist eigenaar van slaven. Zo kantelde het wereldbeeld van Typhoon wel vaker tijdens het maken van het meesterlijke album Lobi da Basi. 3voor12 sprak hem uitgebreid. Over het gedicht van een overleden fan, het loslaten van concepten als slavernij en privacy en natuurlijk over de Liefde. Hoewel hij net zo graag spreekt over God. “Elke keer dat ik God zeg, krijg ik een glimlach op mijn gezicht, juist omdat het verwarring schept.”

Het was een lange weg van Glenn de Randamie (1984) alias Typhoon, naar Lobi da Basi. Het is een weergaloze plaat geworden, vol dubbele zinsnedes over slavernij, religie, liefde, seks. Grote thema’s, maar telkens zo klein en persoonlijk gemaakt dat het nergens pretentieus of hoogdravend voelt. Lobi da Basi is gedoopt in het muzikale bloed van De Randamie, in de gospel, in de blues, in de calypso, in de Surinaamse basuinkoren, blazers en brassbands. Met zijn tweede soloalbum heeft hij, hoe cliché dat ook klinkt, de meest persoonlijke plaat gemaakt die hij kon maken, vertelt hij vandaag in het Amsterdamse De Balie. Een tijdlang was hij dakloos en leefde hij op Desperados en jointjes, een periode dook hij diep in privacyrechten, een kleine maand verbleef hij in Suriname en ondertussen ontdekte hij dat de slavernij die hij zo vaak bezong twee gezichten heeft, en dat hij die twee gezichten verenigt. Geen wonder dat het lang duurde, dus, voordat er een nieuw volwaardig album kwam na Tussen Licht En Lucht (2007). "Ik was zó caught-up met allerlei grote thema’s, maar misschien…", probeert hij, "misschien was ik muzikaal gewoon OP. Ik ben sowieso geen mixtape-rapper, ik had van 2005 tot 2010 non-stop getoerd, en dacht na de laatste tour met New Cool Collective: 'Dóór, ik moet nú dóór!' Later had ik pas door hoe oververmoeid ik eigenlijk was. Er kwam niets meer uit."

Voorbij de grote concepten

'Als je je ogen open hebt, zie je de wereld. Als je je hart open hebt, kun je alles zien. Laat je niet afleiden door concepten. Kijk liefde.’
-Kees Groenhuijzen

En zo moest Glenn de Randamie zich in iets anders vastbijten. Het was tijd voor actie, zegt hij nu zelf. Dus dook hij diep in de privacy, waar hij al vaker uitgebreid over heeft gesproken. Over dat concept zal Typhoon zich later vandaag alsnog opwinden. Maar nu nog niet. Want een gedicht opende hem in die tijd de ogen. Een gedicht van Kees Groenhuijzen, een fan, een jongen die op achttienjarige leeftijd overleed. In augustus 2012 speelde Typhoon in de Bolder op Vlieland. Achteraf kwamen de ouders van Kees op hem af, om uit te leggen hoe ze hun overleden zoon beter gingen begrijpen via de teksten van Opgezwolle, die Kees altijd luisterde. Vervolgens gaven ze dat gedicht van Kees. “‘Laat je niet afleiden door concepten, kijk liefde.’ Dat inzicht had ik écht nodig, omdat ik zo diep in de privacy-strijd zat. Doordat ze mijn teksten lazen, leerden ze Kees beter kennen, en via zijn gedicht ik mezelf. Dat is toch de mooiste uiting van communicatie? Ik ben echt blij dat ik me ben gaan verdiepen in privacy, maar ik realiseerde me dat dat maar een concept was. Het was echt een omslagpunt.”

De twee gezichten van slavernij

‘We zagen zoveel, zijn zo groot, maar als ‘t kantelt, zien we massamoord, apartheid, slavernij en de slavenhandel. Zonder donker kan het licht zichzelf niet kennen.’
-Van de Regen naar de Zon

Er was nog een kantelpunt in het leven van Glenn de Randamie. Dat begon zo’n twee jaar eerder. In 2010 trok Typhoon met een vriend naar Suriname, naar eigen zeggen voor een ‘verandering van perspectief’. “Ik had mijn cultuur gewoon nodig, en de fundatie ervan. Ik was lost, doordat ik zó lang die tyfoon was geweest, doordat die storm doorraaste.” Hij verbleef er in het familiehuis van De Randamie om drie weken te chillen. Opstaan, rustig ontbijten, wiebelen in de schommelstoel van zijn inmiddels overleden oma, turen naar voorbijvliegende citroenvlinders. “Gewóón, leven! Ik wilde mijn cultuur opsnuiven en ik wilde meer weten over slavernij, over de slavenhandel, over massamoord, over de historie van mijn familie.” Zijn vader was saxofonist en onderofficier in het leger in Paramaribo, en vertrok met de moeder van Glenn naar Nederland tijdens de onafhankelijkheid van 1975. En 160 jaar geleden werd zijn overgrootmoeder geboren op de slavenplantage, zo leerde hij er. Al gauw belandde Typhoon als vanzelf in het binnenland van Suriname, in een klein dorp waar Marrons wonen, afstammelingen van gevluchte slaven. “We waren er bij een overlijdensceremonie, ik heb de jungle gezien, ik kon daar, eh, helemaal mezelf zijn. Ik ben Surinamer, maar ik spreek geen Surinaams. Ik ben hier in Nederland geboren en getogen, en versta hoogstens het een en ander. Toen ik zestien was, was ik er voor het eerst en frustreerde me dat heel erg: ik voelde me daardoor mínder Surinaams. De tweede keer heb ik volledig geaccepteerd wie ik ben. Dat was het begin van zelfacceptatie.”

Altijd identificeerde De Randamie zich als nazaat van slaven, vertelt hij. Van de underdog, van de zwarte bladzijdes in de Nederlandse geschiedenis. Vanzelfsprekend was hij dus met zijn familie aanwezig op de Herdenking Slavernijverleden op 1 juli 2013 in het Oosterpark. Hij bekeek het zojuist onthulde monument, om er zowat een hartverzakking te krijgen. “Hier klopt niets van. Waarom staat de familienaam De Randamie niet op het monument?”, vroeg hij een tante.

Wat bleek toen?
“Ik kwam erachter dat de geschiedenis niet zo eenzijdig is als ik dacht, dat ik niet zo zwart-wit moest denken. Van mijn moeder wist ik zo’n beetje de hele historie, tot aan de eerste Afrikanen die in de Gouden Eeuw slaaf werden gemaakt en naar Suriname werden gehaald, tot mijn over-over-overgrootvader aan toe is de naam opgeschreven. Van mijn vader was dat altijd een beetje... onduidelijk. Ik moest het er echt uit trekken.
“Op 1 juli kwam ik er dus achter dat mijn vader..... Zijn kant van de familie had dus zelf óók slaven? Daarom stond de naam van De Randamie niet op dat monument. Opeens begreep ik waarom ‘wij’ Nederlanders doen alsof de Tweede Wereldoorlog ons alleen is overkomen, terwijl er ook landgenoten waren die zich bij de NSB hadden aangesloten. Dat wordt vergeten omdat het te pijnlijk is. Nu kwam ik er zelf achter: de bad guys zaten dus ook aan míjn kant?!”

Ik zou me de pleuris schrikken.
“Ik schrok ook. Ik was helemaal klaar met de dag, ik wilde naar huis, ik moest nadenken. Ik wilde er écht meer over weten, en tegelijkertijd voelde het als een bevrijding. Niets is zwart-wit.”

Ben je inmiddels meer te weten gekomen over dat verleden van je vaders kant?
“Nog te weinig om er iets substantieels over te zeggen. Ik zou er met een oom over praten, maar die is nu al heel lang in Suriname. Ik zit te wachten op antwoorden. Het is heel heftig, maar tegelijkertijd: 'We worden bepaald door waar we gaan, niet waar we waren', zing ik in Van De Regen Naar De Zon. Dát is de kern. Uiteindelijk bepaal ik zelf mijn lot. Laat ik me door zoiets terughouden en word ik een slaaf van mijn geschiedenis? Of laat ik me erdoor inspireren?”

Liefde is de baas

“Ik mis de manier waarop jij je slipje aantrekt in de ochtend. Opstaat, maar als ik je tegenhoud weer komt liggen.”
-Liefste

Hij liet zich erdoor inspireren, lacht hij nu. Vanzelfsprekend. En uiteindelijk is liefde de baas. Lobi da Basi, zoals hij op z’n Sranan Tongo leerde in het binnenland van Suriname. “Wat dat voor mij betekent? Die constante, onveranderlijke factor: liefde voor je geboortegrond, voor je medemens, voor je land, het alomvattende liefde. Bij ons blijft liefde vaak steken bij de Hollywood-versie van romantiek, maar liefde is soms verre van romantisch, maar eerder hardcore en in your face.”

Een vriend van hem zei rond die tijd: “Dat jij je zo vastbijt in die grote concepten? Dat is omdat je er niet voor jezelf wil zijn, het is een gebrek aan zelfliefde.” “Dat was het”, denkt Glenn de Randamie nu. “Ik had alle zelfredboekjes wel gelezen, ik vatte het, maar er was iets dat blokkeerde. Ik kan zóveel geven, maar als het hier niet goed zit? Ik ging vaak jankend in de auto naar shows toe, om daar de volle honderd procent te geven. Op het podium kun je je niet beschermen, dat zou hetzelfde zijn als met oordopjes naar muziek luisteren. Dan kun je niet... precies tunen en voelen. Mijn hele lichaam is een instrument. Als ik me daar afsluit, dan kan ik me niet voor de volle honderd procent geven.”

Buiten het podium sluit Typhoon zich wél af. Hij is hard voor zichzelf, denkt hij. “Soms te hard. Ik kom uit een cultuur die niet praat, maar knokt. Een cultuur van strijders. Ik geef héél veel, maar het kunnen ontvangen? Dat kan ik niet, en het is een soort overlevingstactiek geworden. Ik denk me soms in dat ik een cocon van licht om me heen heb die uit de hemel komt, om me te beschermen tegen negatieve energie.”

Echt? Hoe uit zich dat?
“Ik ben moeilijk in relaties. Heel moeilijk. Ik lijk een hele open gast, maar wat dat betreft.. klopt de naam Typhoon: je moet van goeden huize komen om door die tumbling laag heen te gaan. Ik ga met stenen gooien, ik probeer je met alle kracht van me af te werken. Maar dan, dan kom je in de kern, in het oog van die storm. Bijna niemand komt daar ooit, bijna niemand kan écht zeggen dat hij me claimt. Ik manoeuvreer me door het leven heen, zo bedacht ik me laatst. Er is altijd een gedeelte dat ik voor mezelf hou.”

Behalve in zijn teksten, dan. Daarin is duidelijk een ex-geliefde doorgesijpeld, inclusief ruzies, zijn smeken om alstjeblieft terug te komen, surfen op de golven van seks. Veel wil hij er niet over kwijt. Echt niet. “Ja, eigenlijk zijn het allemaal liefdesliedjes. Maar datgene dat ik wil uiten over mijn privéleven, doe ik op plaat. Ik wil haar beschermen, maar ze is inderdaad héél diep doorgedrongen. Toen ik Rico in de studio Liefste liet horen, zei hij: ‘Ik ken níémand die shit kan omschrijven zoals jij. Het is niet pathetisch, het is menselijk.’ Ik wilde op dit album eerlijker zijn, met minder omhaal van grote woorden. Want ja, mijn lelijkheid hoort ook bij mij. We zeggen al zoveel niet meer. Waarom ik dit op straat gooi? Het is het meest eerlijke dat ik kan zeggen.”

God en het EO-gevoel

“Misschien ben ik een domme jongen, maar mijn God zeg me waarom men Zonde blijft verkondigen als Liefde de bron is”
-Hemel Valt

Die Liefde waar Glenn het steeds over heeft, zou je wat hem betreft ook God kunnen noemen. Vroeger op Tussen Licht En Lucht probeerde hij nog heilige huisjes omver te schoppen, op Lobi da Basi komen de Heer, de hemel en Zonde regelmatig om de hoek kijken. Bewust, en natúúrlijk met de mogelijkheid dat hij mensen afschrikt. “Ja, maar eng vind ik dat niet. Elke keer dat ik God zeg, krijg ik een glimlach op mijn gezicht, juist omdat het verwarring schept. Ik vind dat prachtig. Het wringt, je moet voor die woorden bijna naar een plekje gaan waar je eigenlijk niet wil komen. Woorden als dankbaarheid en God hebben direct een EO-feel, terwijl er niets menselijkers is dan dat. Ik wil ze wél noemen, om er een nieuwe betekenis aan te geven.”

Echt christelijk of religieus noemt hij zich al lang niet meer, wél gelovig. “Voor mij is God geen gezicht, geen man met een baard, maar een gezichtloze stuwende kracht, die ik inderdaad koppel aan liefde. Op het moment dat het zo simpel wordt, kun je alleen maar lachen om mensen die je willen overtuigen van hun persoonlijke invulling van het geloof. Dat is toch absurdistisch? Ik zie de heftigheid er niet meer van in. Dan praat ik tegen God alsof het een mattie van me is, of zeg ik hem: ‘Volgens mij ben je enorm moe, ga lekker op vakantie, neem Allah mee, wij fixen het wel!’ Humor! People, lighten up!”

Hij haalt er graag een verhaal van Paulo Coelho over aan. Een man laat zich onderwijzen door een groots spiritueel meester, om vervolgens een oude vriendin tegen te komen. Zij schopt nog heel erg tegen het katholieke geloof aan en ergert zich eraan dat hij telkens weer de heilige maagd Maria aanspreekt. “Jij hebt spirituele leiders gesproken, je weet zoveel, en dan dít?!”, gromt ze. Hij antwoordt: “Het maakt niet uit hóé je je god noemt, als je hem maar aanspreekt.” “En zo is het”, grijnst Typhoon. “In India is het een friggin’ olifant, ik heb de naam God overgehouden aan mijn cultuur én de muziek waar ik uit put: de oude veldblues, en de gospel die door mijn hele lichaam heen schiet.”

De pijn van privacy

"We leggen vast wat we niet willen vergeten en bewegen als de track weer getaped is. [..] In mijn waakzaamheid liggen lessen verscholen."
-Glenn 1984

Van god komt het gesprek op zonde, op schuldgevoel en uiteindelijk via enkele omzwervingen op privacy. Eigenlijk was hij er nooit mee bezig, tot de paspoortwet in 2009 waarbij je je vingerafdruk moest afgeven. Hij weigerde, en leefde anderhalf jaar zonder paspoort, zonder OV-chipkaart, en dook in de wetgeving. Sterker nog: om bij het Malieveld te belanden drong hij zich zelfs door een politiebarricade. Hij wordt al boos als hij er weer over begint. “Deze hele democratie is een fucking farce. Onder het mom van veiligheid moet ik alsmaar meer inleveren. De mensheid heeft zoveel macht en gegevens van zich afgeschoven naar de overheid en grote bedrijven dat we zelf niet eens meer in staat denken te zijn om beslissingen te kunnen maken. Ik ging er bijna aan kapot, maar ik móést me hiervoor inspannen. Ik was het zat om er alleen maar over te praten en niets te doen.”

En nu? Ik zie dat je een iPhone hebt, je gebruikt Gmail, inmiddels heb je toch je vingerafdruk afgegeven en weer een OV-chipkaart.
“Het is eng hoe privacyschendend Google en Apple zijn, maar ik dacht: pick your battles. De alternatieven kosten alleen maar extra tijd en effort, en die tijd gaat af van het muziek maken. Het klinkt als een excuus. Misschien is dat het ook. Ik ben me tenminste bewust, en zal Google nooit mijn telefoonnummer geven.”

Ik snap het: je moet óf erin meegaan, óf je handicapt jezelf op het internet. Op een gegeven moment wil je gewoon niet meer mank door het leven gaan. Maar denk je nooit: ze hebben me verslagen?
“Natuurlijk. Ik voelde me zó vies toen ik mijn paspoort met vingerafdruk ophaalde. Het enige dat de overheid hoefde te doen was wachten: zonder paspoort ben je strafbaar, ik kon niet meer reizen, ik kon niets huren, kon geen facturen versturen. Ik werd in een hokje geduwd, daar werd ik zó moe van. Dus heb ik opgegeven, en dat is echt een kutgevoel.”

Lobi da Basi is nu uit via Top Notch/Fakkelteitgroep. Tourdata:
12 juli: North Sea Jazz Rotterdam
25 juli: Zwarte Cross Lichtenvoorde
3 oktober: Solar Weekend Roermond
9 augustus: Appelsap Amsterdam
15 t/m 17 augustus: Lowlands
4 september: Stadsfestival Zwolle
6 t/m 8 september: Into The Great Wide Open Vlieland
13 september: Smeerboel Utrecht
13 september: Appelpop Tiel