ITGWO14: IJslands ijskonijn Ásgeir verdeelt Sportveld

Verstilde afsluiter op de verkeerde plek

Ingmar Griffioen ,

Opvallend: Ásgeir heeft een band meegenomen die enerzijds oogt als een stel Scandinavische viking metal-krijgers en tegelijkertijd klinkt als een hele cleane, dienende achtergrondband. De frontman staat met een gitaar om zijn nek achter wat elektronica en kijkt uit over een Sportveld, dat traditioneel helemaal volgelopen is voor de afsluiter van de dag.

HET CONCERT:
Ásgeir, Into The Great Wide Open, Sportveld, vrijdag 5 september 2014

DE ACT

Ásgeir Trausti is een IJslandse songwriter, die folk met elektronica verweeft en eerst in eigen land en vervolgens internationaal opzienbarende stappen heeft gemaakt. Het begon in 2012 met de release van debuutalbum Dýrð í dauðaþögn, dat volgende de mythe door één op de tien IJslanders in huis gehaald is. Om verder te komen leek overschakelen op het Engels een vereiste (hoewel De Jeugd van Tegenwoordig of Sigur Rós vast anders zullen beweren). Songwriter John Grant vertaalde de teksten van Trausti's vader en met Enjoy The Silence was een internationaal succes geboren. Ter illustratie vertaald naar het Nederlandse live-circuit: van Eurosonic, via Motel Mozaique naar Paradiso grote zaal en deze spot als afsluiter. 

HET NUMMER
King And Cross is echt zo'n nummer dat je na één refrein kent; warm, dansbaar en meeslepend. Een terechte radiohit, die hem geen windeiren legde. Hard gespeeld ook, op een volume dat het overwegend ingetogen deel van de set ruimschoots ontstijgt. Dan ben je als publiek inderdaad even uitgeluld en dans je met de ogen dicht mee op King and Cross.

HET MOMENT
Ásgeir weet in 70 minuten eigenlijk maar één moment te verrassen en dat is nota bene met een Nirvana-cover. Zijn bewerking van Heart-Shaped Box bouwt knap van bloedstollend naar stuwend. Mooi hoor. Lekker hoe die haast kille elektronica langzaam opbouwt, dan wat instrumenten erbij. Ásgeir heeft wel wat gemeen met SOHN, maar is iets uitbundiger en aaibaarder. Af en toe zwelt zijn elektronica wat aan, geen cirkelzagen à la The Acid, maar genoeg om het spannend te houden. Niettemin zijn ook dit paarlen voor het Sportveld.

HET PUBLIEK
De IJslander heeft een aardige band bij zich, maar het blijft allemaal wel erg ingetogen. Dus hebben we de oordoppen alleen nodig voor het Sportveld, waar het gelul al rap misdadige vormen aanneemt. Nee, ook die dappere shhhht poging is een druppel op de gloeiende plaat. Vooraan staan genoeg echte fans en liggen kinderen op de grond. Zo tussen de geluidstoren en het podium staat echt wel redelijk wat volk aan het veld genageld te genieten. Daarbuiten is dat verdraaid lastig. Hierbij vergeleken is Paradiso op zaterdagavond een oase van rust. Nee, dit had een Damien Rice ook niet stilgespeeld.

HET OORDEEL

De opstelling op het podium is het enige waarin Ásgeir zich een frontman toont. De IJslander lijkt in opperste concentratie te vertoeven en permitteert zich slechts een schuchter glimlachje en een 'Thank you' na het met groot applaus ontvangen openingsnummer. Contact met zijn bandleden of het publiek staat duidelijk niet op het script. Dat werkt niet zo goed als mensen net stonden mee te szingen met Buffalo Tom. Het concert houdt daarmee het midden tussen een warm bad (grofweg de zone tussen de geluidstoren en het podium) en een koude douche, de rest van het terrein. Ásgeir is niet de meest slimme afsluiter van het hoofdpodium, een dermate verstilde set kan op dit festival prima werken maar dan wel op het Bospodium. Verder was dit een mooie show, met een paar hele sterke nummers, maar toch ook geen headlinerniveau. Stukken beter dan een Kitty, Daisy & Lewis, maar zonder de allure van een Chic, de niet te negeren dansbaarheid van The Whitest Boy Alive of de verbroederende zondagsset van Bombino.
 

DE FOTO