Wie de laatste weken een beetje heeft opgelet weet dat David Douglas een Utrechtse producer is, die eerder al bescheiden naam maakte met videoclips voor o.a. Blaudzun, John Coffey en Daniel Bedingfield. Dat Moon Observations zijn debuutalbum is, geïnspireerd op de dagboeken van zijn naamgenoot, die een paar eeuwen geleden door Amerika trok op zoek naar nieuwe plantensoorten, en ondertussen de maan die boven hem hing omschreef. En daar houdt het een beetje op, want veel interviews heeft hij nog niet gegeven.
Voor wie echt, maar dan ook echt goed heeft opgelet, is David Douglas zelfs in de muziekwereld geen nieuwkomer. Ooit drumde hij in bandjes, waaronder Satellite 7, waarmee de Grote Prijs werd gewonnen. “Ik drum al vanaf jongs af”, vertelt Douglas. “Gezellig, maar toen ik me begon te interesseren voor elektronische muziek wilde ik op een gegeven moment liever om zelf muziek op te nemen. Tegelijk was ik altijd bezig met film en monteren. Dat heeft eerder een vlucht genomen, maar vijf jaar geleden besloot ik dat ik serieus met muziek bezig wilde gaan. Dat leidde uiteindelijk tot een EP in 2012 en nu een album.”
Hollandse Nieuwe van de Maand David Douglas wil het liefst pretentieloos experimenteren
Over veldopnames, Applescal en Boards of Canada
Het gelaagde Moon Observations van David Douglas was twee weken terug al Album van de Week en is nu ook uitgeroepen tot Hollandse Nieuwe van de maand. Het is een album dat bijna uitdaagt tot vergelijkingen. Boards of Canada, Air France, Modeselektor: er zijn tig acts te vinden waaraan het album doet denken, zonder aan te voelen als een simpele kloon of creatief shoppen. 3voor12 sprak met hem over het album, optreden en zijn plannen voor de komende tijd.
Van toeschouwer tot artiest
Veldopnames met een gare microfoon
Hoewel het twee andere takken van sport zijn, vormden zijn filmbezigheden een cruciale rol in de start van zijn muzikale carrière. “Een jaar of drie geleden zag ik Applescal optreden op Pitch, zijn optreden was echt te gek. Daarna wilde ik een track van hem gebruiken in een documentaire die ik monteerde. Ik mailde hem, en we raakten aan de praat. Op een gegeven moment besloot ik hem te vragen of hij eens naar mijn demo’s wilde luisteren. Bijna niemand had ze nog gehoord, maar hij was meteen super enthousiast. Toevallig was hij ook net bezig met zijn eigen label te lanceren, en hij vroeg me of ik niet een EP bij hem wilde uitbrengen. Zo begon het eigenlijk allemaal. Daarna heb ik nog wel eens geïnformeerd bij andere labels, maar uiteindelijk heb ik toch het beste gevoel bij hem. Het is intussen ook meer een vriendschapsgevoel dan werk. Mooi dat het allemaal zo begon en dat ik binnenkort zelf optreed op Pitch.”
'Je eigen wereld om je heen bouwen'
Aan zijn live-set wordt nog wat geschaafd. Misschien dat er komende zomer af en toe af en toe een gastmuzikant mee komt, het kan nog alle kanten op. “Ik werk met een laptop en wat MIDI controllors, zodat ik het studiogevoel een beetje kan meenemen. Ik richt me live wel op een wat dansbaarder geluid dan op het album. Het is sowieso iets anders denk ik. Met een optreden moet je werken met de vibe die er al op een festival of in een club hangt, in de studio bouw je je eigen wereld om je heen. Je hebt totale controle over een gevoel dat je wil overbrengen. Je maakt iets en je brengt het uit.”
Toch klinkt er in Moon Observations ook wel een zekere losheid, alsof het live is ingespeeld. Door de sample-keuze klinkt het album minder statisch dan vaak het geval is bij elektronische muziek. “Ik probeer altijd te werken met eigen samples. Ik vind het leuk om op pad te gaan en om geluiden op te nemen. Ik heb een memorecorder met tapes en een hele gare microfoon. Daarmee kan ik geluiden layeren. Ik vind het mooi om zo een bassdrum te laten ontstaan vanuit meerdere lagen. Bij één track op het album is de bassdrum eigenlijk het geluid van dat ik op een kruiwagen sla, dat ik vervolgens weer vervormd heb. Of Chenab River, die begint met een stemmend orkest. Ik geloof dat het van een concert in de Rode Doos (Vredenburg, red.) was."
'Ik luister net zo goed psychedelische 70ies rock als Caribou'
De inspiratie voor tracks komen soms uit die veldopnames, maar vaak ook uit een totaal andere hoek. “Ik zag afgelopen week de film Enemy, toen ik thuis kwam ben ik meteen muziek gaan maken. Die sfeer en flow van de film probeer ik dan in mijn muziek te vangen. Hetzelfde geldt voor de teksten over de ontdekkingsreizen van David Douglas. Daar ben ik dan in mijn hoofd mee bezig, dan neem ik het toch mee in mijn muziek. Andere muziek heeft me vast ook wel beïnvloed, al is het lastig om te zeggen wat. Ik heb altijd veel geluisterd en van alles wat. Iemand zei dat mijn muziek op Caribou leek, en dan denken mensen soms dat ik dat ook alleen maar luister. Maar ik luister net zo goed psychedelische rock uit de jaren zeventig, ik kocht laatst wat toffe discoplaten uit Istanbul, maar luister bijvoorbeeld ook Boards of Canada. Ik hoorde Geogaddi voor het eerst rond mijn achttiende en draai hem nog steeds vaak. Het is echt een classic voor me, daar zal vast wel iets van terug te horen zijn.”
Pretentieloos experimenteren
Na een jaar of zes demo’s maken is er nu dan eindelijk een album. “Ik besloot vorig jaar dat het album er echt moest komen en sloot me voor drie maanden op om het af te maken. De meeste nummers had ik al jaren liggen. Zo af en toe opende ik ze, en sleutelde ik er wat aan. Ik denk dat ik de afgelopen jaren iets van 500 tracks of opzetjes gemaakt heb, veel daarvan ook slecht natuurlijk. Ik heb continu de neiging om te blijven schaven aan een track. Het blijkt beter te werken om een definitieve mixdag te plannen, als deadline waar ik naartoe kan werken. Want meestal is de eerste 90% van een nummer heel snel klaar, maar blijf ik maar wikken en wegen met die laatste 10%. Ondertussen ben ik al weer bezig met nieuwe dingen, maar ik weet nog niet of het echt een nieuwe lichting muziek is. Het liefst ga ik denk ik even pretentieloos experimenteren, dat is het leukste wat er is. En dan maak ik in het najaar wel de balans op hoe het er voor staat.”