HET CONCERT:
Hozier, Grand Theatre main, woensdag 15 januari 2014
DE ACT:
Geboren op St. Patrick’s Day in een Ierse ‘stad’ van 7.000 inwoners en gestopt met school om op een zolderkamertje – in een studio met een producer beviel hem niet - ziel en zaligheid te stoppen in het maken van muziek. Ja, dit verhaal hangt aan elkaar van cliché’s, maar gelukkig vermijdt Andrew Hozier-Byrne op het podium alle stereotypen. De zachtmoedige Ier omringt zich met twee zangeressen, drummer, toetsenist en cellist. Het resultaat is een zalige mix van muziek uit lang vervlogen tijden, maar met de popsensibiliteit van nu. Van stevige rockers, tot spirituele gospels, Vampire Weekend-achtige pop en een meeslepende cover van Led Zeppelin’s ‘Whole Lotta Love’, met dé riff niet vanuit de gitaar, maar met de cello. Lekker.
HET NUMMER:
Halverwege de set blijft Hozier alleen achter en zet, toepasselijk, het nummer ‘To Be Alone’ in. Het blijkt geen klaagzang te zijn, maar de volledige zin gaat ‘The only heaven I’ll be sent to is when I’m alone with you’. Dit onder begeleiding van een onconventionele blues, een dijk van een kopstem en een overtuiging die een Damien Rice alleen kan uitvoeren als hij ‘oprecht dronken’ is. Daaropvolgend komt gelijk een murder ballad met een van zijn zangeressen, ‘In A Week’ over twee geliefden die naar de Ierse heuvels trekken om zelfmoord te plegen. Een fantastisch duet vol contrapunten.