#DTRH14: Down The Rabbit Hole-Blog: De zondag

Met o.a. Taymir, John Wizards, Courtney Barnett, Eaves, Hozier, Syd Arthur en Poliça

Robin Oostrum, Ingmar Griffioen, Ralph Huiskamp en Harold Broedelet ,

Op Down The Rabbit Hole is constant wat te beleven. Er staan zoveel bands, dat de redactie niet iedere band een eigen artikel kan geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen en daarvoor hebben we dit Down The Rabbit Hole-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest.

Taymir: Haagse mods winden ook DTRH om de vinger

Jongensboekmateriaal: de vier knapen van Taymir (waarvan alleen bassist Quinten met All Missing Pieces al aan enig succes rook) hebben tot dusverre een loopbaan van raketproporties. Opeens waren ze daar vorig jaar met debuutplaat Phosphene, scoorden een megahit met 'Aaaaah', en vanaf London Calling ging het naar The Great Escape, Pinkpop en verder. 'Gaan we een feestje bouwen?,' vraagt zanger Bas Prins bij aanvang. Een lauwe reactie is zijn deel, niet zo gek om 12.45 uur. Een half uur later hebben ze de Teddy Widder aardig mee en bij 'Aaaaah' neuriën, klappen en swingen we allemaal mee.

Ze zien eruit als drie mods met een hele jonge, bezonnebrilde Steven Tyler als frontman. Goede gozer trouwens, prima stem en gegroeid in zijn presentatierol. Gitarist Mikkie B Wessels doet ook graag mee: 'Ik zie die rappers dit altijd doen en nu wil ik het ook... waar is dat feestje?' en krijgt toch wat volk mee met 'hier is dat feestje'. Het zijn de charmante, wat onbeholpen presentatie en de piepstem van Mikkie die je eraan herinneren dat dit nog een erg prille band is. Ze maken prima lichtvoetige sixties gitaar- en britpop, met een psychsausje en vooral Beatlesque. Wellicht nog iets te licht voor de eredivisie maar met de juiste rijping (ze spelen nu veel) gaat dat via de nacompetitie helemaal goed komen. 'Tijd voor een rustig nummer. Nee? Dan doen we wel een rustig intro, voor ons ook beter; dan krijgen we tenminste een goede recensie', weet Mikkie. Vooruit dan. (Ingmar Griffioen)

Eaves: ideale zondagochtendshow

Slechts een handjevol festivalgangers heeft zichzelf zondagochtend bij elkaar kunnen rapen om door de stromende regen naar Eaves te komen kijken. De Fuzzy Lop is al niet zo groot, maar desondanks nog steeds grotendeels leeg. Los van het weer en de ongetwijfeld vele katers komt dat waarschijnlijk ook omdat de jonge Brit nog een grote onbekende is; hij heeft slechts een paar demo's online uitgebracht, en speelde tot vandaag nooit buiten Engeland.

Degenen die de barre tocht wel hebben durven maken krijgen een ideale zondagochtendshow voorgeschoteld. Een wat schuchtere jongen met een gitaar, met liedjes die net niet folky genoeg zijn om folk te noemen, maar net te veel om pop te noemen. Precies wat tegenwoordig maar onder het immens populaire singer songwriter-kopje gegooid wordt dus. Je wordt er op tv, radio en festivals mee doodgegooid. Als muzikant moet je dus wel iets unieks mee brengen om op te vallen. Eaves probeert het wel, soms met verrassende wendingen of modulaties, maar het voelt allemaal net iets te gekunsteld en het gaat ten koste van de liedjes. Zijn grootste wapen is de falsetto uithaal. Maar hoe vaker hij die er tegen aan gooit om de boel te redden, hoe meer het aanvoelt als een wat zouteloze Jeff Buckley-tribute. Dat was misschien écht de ideale zondagochtendshow geweest: je nog een keer omdraaien in je tent, met Buckley op je koptelefoon.

John Wizards: liefde met wietdampen

Na drie nummers ziet Rwandees Emmanuel Nzaramba opeens een landgenoot in het publiek. "This one is for my country," zegt hij met een grote glimlach, terwijl de band 'iYongwe' inzet. Die band is John Wizards, van wie hij muzikaal brein en naamgever John Withers ooit buiten een coffeeshop ontmoette. De Zuid-Afrikanen (met Rwandese zanger dus) spelen een aanstekelijke mix van reggae, afropop, westerse synthpop en Afrikaanse house. Op papier wellicht een vreemd allegaartje, maar het geheel blijkt evenals op het self-titled debuutalbum opvallend compact, poppy en dansbaar.

Emmanuel en John zijn vermoedelijk niet de enigen die elkaar bij de coffeeshop ontmoet hebben: wanneer Emmanuel tijdens de instrumentale en door John gezongen nummers van het podium afloopt, gaat de eer van blikvanger naar de voortdurend breed grijnzende bassist Alex Montgomery. De vrolijkheid van zowel muziek als band doet precies wat je verwacht: de Fuzzy Lop danst zich op deze zondagochtend gemoedelijk door de set van John Wizards. Na vijftig minuten geeft Emmanuel als afscheid een vijftal kusjes in de microfoon. De liefde in de met wietdampen gevulde Fuzzy Lop is vroeg op deze Rabbit Hole-zondag geheel wederzijds. (Robin Oostrum)

Hozier, geslaagde kerkdienst in de Teddy Widder

De dag begint druilerig, maar als de Ierse singer-songwriter Andrew Hozier-Byrne het podium opkomt breekt direct de zon door. 'Laat je betoveren, laat je hart veroveren,' is de boodschap van de aankondigster. De magie is voelbaar als de Ier met zijn vierkoppige begeleidingsband begint te spelen. In het openingsnummer zingt hij gevoelig en raakt het publiek onmiddellijk. Maar Hozier heeft veel meer in zijn mars. Ogenschijnlijk met weinig moeite varieert hij tussen bluesy songs, catchy popnummers en het ingetogener werk. Zijn podiumpresentatie oogt statisch en timide, maar intussen scant hij met zijn ogen zijn toeschouwers en straalt de dynamiek ervan af. Less is more.

Het repertoire van de Ier beperkt zich nu nog tot twee EP’s, maar in september van dit jaar wordt het eerste echte album verwacht. We krijgen alvast een voorproefje als Hozier het poppy nummer ‘Sedated’ speelt. Een aanstekelijke song. Naast goed vertolkte covers speelt hij ook zijn eigen repertoire waarmee hij de afgelopen jaren veel waardering heeft geoogst. ‘Take me to church’ was de doorbraak, met de vrolijke tune ‘From Eden’ sluit de Ier zijn optreden af. ‘We have an amazing time. You too?’ Het geboeid luisterende publiek bevestigt dat. Er verschijnt voor het eerst een glimlach op zijn gezicht. (Harold Broedelet)

Poliça: magische momenten

Grapje van Poliça-oprichter en chef elektronica Ryan Olson: net wanneer zangeres Channy Leaneagh 'dankjewel' zegt, pitcht hij haar stem dusdanig omlaag dat er een mannelijk dankwoord door de Teddy Widder lijkt te galmen. Tegen het eind van het optreden is er nog zo'n gek moment wanneer afsluiter 'Chain My Name' opeens veel weg lijkt te hebben van Hazes' 'Zeg Maar Niets Meer', dat een deel van het publiek vervolgens maar besluit in te zetten. Het zijn de opvallendste momenten van interactie tijdens een ijzersterk optreden van Poliça, dat met twee deels samenspelende, deels elkaar aanvullende drummers automatisch Radiohead- en Portishead-associaties oproept.

Zien we hier een verschil tussen Best Kept Secret en Down The Rabbit Hole? In Hilvarenbeek zou de triphop van Poliça met gemak de TWO vol krijgen (denk aan dat zelfde Portishead in 2013), maar hier in Beuningen lijkt het merendeel liever iets psychedelisch met gitaren te horen. Met als gevolg dat Poliça nu in een nog geen kwart gevulde tent ÈÈn van de beste optredens van het festival staat te geven. Zij die er wel waren haasten zich na afloop met een goed gevoel naar Nederland - Mexico. (Robin Oostrum)

Courtney Barnettt gedreven tegen overheersing voetbalwedstrijd

Wat is de beste remedie tegen de overweldigende aanwezigheid van het Nederlands elftal tegen Mexico? Decibellen! In de Fuzzy Lop is niets merkbaar van de Oranjegekte van slechts 50 meter verderop. Courtney Barnett en haar twee bandleden grijpen het publiek gelijk bij de strot met een daverende rockshow. De grote tent is zeer matig gevuld, maar wel met de echte liefhebbers. En dat is maar goed ook. Gekleed in een grijze spijkerbroek met bleekvlekken en een dito T-shirt speelt de Australische een set zonder opsmuk. Recht toe, recht aan, recht uit het hart.

Haar haren dansen en haar Fender zwaait alle kanten uit. Tussen haar lokken door zoeken haar ogen contact met de toeschouwers. Barnett oogt dromerig, maar het tegendeel is waar. Ze is nadrukkelijk aanwezig en voert small talk met een fan. De gitaargeoriënteerde, soms psychedelische rock verveelt geen moment. Dat is vooral te danken aan haar inventief geschreven songteksten, podiumexpressie en gitaarspel, want van haar vocale kwaliteiten moet ze het niet hebben. De band speelt met zichtbaar plezier en veel interactie. Die vonk slaat ook over op het publiek. Barnetts dankwoord is wat dat betreft onnodig. Haar muziek is gewoon goed genoeg. (Harold Broedelet)

Temples scoort pas in de slotfase

Dit moet toch zeker het meest ondankbare timeslot op heel Down The Rabbit Hole zijn: terwijl Nederland en Mexico met 0-0 de rust in gaan, trappen de psychpoppers van Temples af in de Teddy Widder. Inderdaad, de tent die het verst van het grote scherm is verwijderd. Bij aanvang zijn er toch zo'n 500 mensen aanwezig voor het Britse viertal dat met hun haarstijlen en kleding rechtstreeks uit de jaren zestig lijkt te zijn weggelopen.

Na een kwartier verschijnen de eerste mobieltjes met livestreams en score-updates, maar het aantal weglopers blijft beperkt. De band bracht met Sun Structures eerder dit jaar een plaat vol catchy (doch enigszins bij elkaar gejatte) sixtiesdeuntjes als 'Move with the Season' en 'Keep in the Dark' uit, stuk voor stuk nummers die zich bij de eerste luisterbeurt voor eeuwig in het hoofd van de luisteraar nestelen. Maar het wat statische optreden heeft uiteindelijk twee doelpunten van Nederland nodig om los te komen. Die vallen toevallig allebei tijdens 'Mesmerise', waarna de overgebleven toeschouwers bij afsluiter 'Shelter Song' de zojuist behaalde kwartfinale vieren. (Robin Oostrum)

Syd Arthur: Psychedelische rock komt niet verder dan rand van het podium

Het optreden van de jonge psychedelische rockband Syd Arthur: uit Canterbury (Engeland) begint hoopvol met een prachtig sfeervol intro waarvan de spanning wordt opgevoerd. Eenmaal bij de kern van de song aangekomen, blijkt wat we van Syd Arthur kunnen verwachten: tegendraadse ritmes, ritmewisselingen en muzikanten die alles uit hun instrumenten halen. Tot zover de goede kant van het optreden.

De opkomst van de toeschouwers in de Fuzzy Lop mag dan wel erg mager zijn, dat neemt niet weg dat goed kunnen spelen alleen niet voldoende is om hoog te scoren qua amusementsfactor. Een oneliner met een verwijzing naar de succesvolle wedstrijd van Oranje helpt niet om de gunst van het publiek te winnen. Daar is meer voor nodig. Wanneer Syd Arthur een toegankelijkere art-popsong speelt, lijkt het kwartje te vallen. Maar al snel komen we weer in het muzieklaboratorium van de Britten uit, waarvan alleen zij weten wat er gebeurt.

De bite ontbreekt. De band kan de aandacht van de toeschouwers moeilijk vasthouden. Zanger en frontman Liam Magill zingt continu in dezelfde toonsoort waardoor de verveling toeslaat. Vergeleken met het Australische Tame Impala, onze eigen Jacco Gardner en zelfs de 70’s-band Caravan uit eveneens Canterbury is het duidelijk dat Syd Arthur nog een slag moet maken om überhaupt aan die bands te kunnen tippen. (Harold Broedelet)