3voor12 bespreekt Award-genomineerde: Thomas Azier

Hylas is muzikaal eerbetoon aan de Duitse hoofdstad waar je bek van openvalt

Joost van Beek ,

Het kostte Thomas Azier jaren om zijn debuutalbum af te ronden. Het verhaal is inmiddels bekend; Hollandse jongen verruilt Fries gehucht voor Duitse metropool om tot (muzikale) wasdom te komen. Zijn stip op onze radar werd steeds omvangrijker, waardoor de verwachtingen rond zijn debuutalbum hoogspanning veroorzaakten. Na tal van opwindende losse flodders is daar nu die eerste plaat: Hylas. Verwezenlijkt Azier met dit album de jongensdroom die hem als tiener naar Berlijn lokte? Hylas is genomineerd voor de 3voor12 Award.

Vorige week maakte 3voor12 kennis met het Berlijn van Thomas Azier, de stad die zo nadrukkelijk een stempel op zijn eerste volwaardige langspeler drukt. De stad vol verleidingen, fatale vrouwen, naïeve dromen, teleurstelling en hoop. De stad ook die de volwassenwording van Azier heeft vormgegeven. Hij vestigde zich in Berlijn om levenservaring op te doen, noodzakelijk om zijn producties meer lading te geven. Een elektrische lading welteverstaan, want zijn producties zijn ondergedompeld in een nucleair vat donkere synthpop. Azier vertelde zijn muziek obsessief te benaderen.

Zijn Duitse avontuur stond in het teken van een groot experiment, maar dit stadium lijkt Azier allang gepasseerd te zijn. Er moet monnikenwerk verricht zijn voor deze plaat, op Hylas berust geen enkel bliepje op toeval. Hierdoor klink Azier op Hylas niet als een debutant, maar als een artiest die zijn muzikale kaders definitief gevonden heeft. Daarbij is slechts de halve plaat gevuld met ‘nieuw’ materiaal. Hylas schijnt dan ook al een tijdje op de plank te liggen, terwijl Azier intussen wel singles uitbracht. Angelene, Red Eyes en How To Disappear komen van z’n twee EP’s en ook Ghost City, Verwandlung en Hylas (het liedje) kennen we dus al. Het zijn dan ook deze tracks die de buzz rond Azier al die tijd rechtvaardigden.

Hylas is bijkans perfect in balans. Azier omarmt een waaier aan stijlen die hij samen met, de eveneens Nederlandse, producer Robin Hunt uitdiepte. Zijn debuutplaat is zwaar en industrieel, maar ook poppy en aanstekelijk. De kille, droge synths refereren regelmatig aan de latere new wave. En hoewel Aziers eerste periode in Berlijn uitliep op een desillusie, veel aandacht voor techno maar geen popcultuur, zijn de invloeden uit de Duitse hoofdstad nadrukkelijk aanwezig. Futuresound en Yearn Yearn zijn in beginsel typisch Duitse technoproducties. Wat voor de gehele plaat geldt; de producties zijn volledig dichtgesmeerd. Maar als luisteraar voel je de noodzaak hiervan en dat maakt Hylas zo knap. Slechts in één liedje dreigt Azier uit de bocht te vliegen; in Shadow of the Sun zet hij zijn pathos wel heel dik aan, en doet dan vreemd genoeg even aan Matthew Bellamy (Muse) denken.

Sinds hij zijn eerste EP uitbracht heeft Thomas Azier zich nadrukkelijk verbonden met het mythologische figuur Hylas, die door zeenimfen werd verleid en in de zee verdween. Is Berlijn Aziers zee vol fatale nimfen? Hij vergeleek de stad met een gevaarlijke vrouw waar hij zich zowel door aangetrokken als afgestoten voelt. Muzikaal is Hylas een eerbetoon aan de metropool, tekstueel lijkt Azier zich ertegen af te willen zetten: wederom die balans. Toch heeft hij een positief doel met zijn muziek. Azier wil pan-Europees klinken, wat ook blijkt uit zijn samenwerking met artiesten als Stromae en Woodkid, die ook geroemd worden om hun ‘grandeur’. Ook al moest hij ervoor naar Duitsland, Azier lijkt vooral zijn eigen geluid gevonden te hebben.

Ja, je kan de monsterprestatie die Thomas Azier heeft geleverd met tal van superlatieven bewierroken, maar uiteindelijk is Hylas een plaat waar je bek van openvalt.