Brussel, onofficiële Europese hoofdstad, smeltkroes van etniciteiten, opvattingen en overtuigingen. De stad die eigenlijk geen stad is. De plek waar politieke en maatschappelijke vooroordelen zowel ontkracht als bevestigd worden. Het kleurt de omgeving waarin Paul Haver opgroeit. Een Brusselaar in hart en nieren en zoon van een Vlaamse moeder en Rwandese vader. Zijn vader laat in 1994 het leven tijdens de Rwandese genocide. Als Belg met Afrikaanse wortels en oer-Hollandse naam is Haver onbedoeld een afspiegeling van zijn leefomgeving. De kickstart van zijn carrière heet Alors On Dance, de overbekende, wereldwijd omarde dansvloerbanger. Het Franstalige antwoord op De Jeugd van Tegenwoordig, zo riepen we in Nederland, maar Stromae veroverde met achteloos gemak de hele wereld. Met scherpe zinsneden beschrijft Stromae hedendaagse jeugdproblematiek en manoeuvreert hij in vier minuten van de monetaire crisis naar liefdeloze relaties. “Dus dansen we maar.” De graatmagere Belg wordt bestempeld als stem van een generatie die haar zorgen verdrinkt en vervalt in zelfdestructie. Stromae zelf hoopt vooral dat hij geen eendagsvlieg is. En dat hij ooit een gezinnetje sticht.
Song van het Jaar: de mediastorm rond Stromae
Werkelijk de stem van een verloren generatie?
Op 15 oktober betreedt een slungelige Brusselaar het heilige gras van het Koning Boudewijn Stadion in de Europese hoofdstad. Paul Haver, beter bekend als Stromae, staat op het punt supporters op te warmen voor de tweede helft van de kwalificatiewedstrijd tussen België en Wales. Een gewonnen wedstrijd voor de flamboyante Belg, die gehuld is in de kleuren van de Belgische vlag. Een allochtone twintiger uit het hart van Europa, die de tijdsgeest van het continent vanuit zijn eigen hart bezingt. En daarmee in staat is een voetbalstadion met zowel Vlamingen als Walen in vervoering te brengen. De Jaques Brel van zijn generatie, een nationale wereldster. In aanloop naar uitslag van de Song van het Jaar-verkiezingen blikt 3voor12 terug op opvallend hitsucces onder de Song van het Jaar-genomineerden. Is Stromae werkelijk de stem van een verloren generatie? Of is dit wat we willen geloven?
Eind mei berichten Belgische media over een stomdronken Stromae, die al strompelend is vastgelegd bij een Brussels metrostation. Luttele dagen later blijkt het briljante marketingstunt voor tweede single Formidable, die met een verborgen camera op het metrostation gefilmd werd. Zijn filmschoolachtergrond treedt naar voren. Hij was broodnuchter. Enkele weken eerder lanceert de Belg zijn single Papaoutai waardoor de schijnwerpers opnieuw op hem gericht zijn. De achtergrond van Haver is niet ver weg in het eurohousenummer. Het is een track met daarin zware tekst gedragen door pompende beat en daarover dik uitgesmeerde synthklanken, gebrouwen volgens de Alors on Danse-formule. De singles harken samen meer dan 134 miljoen Youtubeviews binnen en zijn geslaagde voorzetten voor zijn tweede album, dat de cryptische titel √ meekrijgt, de wiskundige notering van de vierkantswortel.
Media als Vrij Nederland, The Guardian en The New York Times weiden lange artikelen aan het jonge fenomeen en diepen het engagement in zijn oeuvre uit. De New York Times schrijft dat Stromae een jonge, ontgoochelde en rusteloze Europese generatie weerspiegeld. Dat hij de algemene, Europese somberheid puntig vat in aanstekelijke muziek. Stromae is dit jaar één van de weinige, zo niet de enige, Europese artiest die hierdoor door zowel de serieuze media als het wereldwijde publiek omarmd wordt. Maar de analyses knellen wat.
De opkomst van Stromae is natuurlijk een prachtig verhaal. Een verhaal over jongen met Rwandese wortels die niet voldoet aan het stereotiep van hetroseksuele man, een beetje een antiheld zelfs. Zijn carrière is gestart in het epicentrum van Europa, een continent in een overgangsfase, een waaier aan landen die elkaar afstoten en aantrekken. De verleiding om de urgentie van Stromae daarom uit te vergroten is inderdaad verleidelijk. Maar is Formidable niet vooral een hartverscheurend liedje over een verbroken relatie? En Papaoutai over een jongen die zijn vader mist? Alors On Dance gaat zeker in op wereldproblematiek, maar beslaat uiteindelijk niet meer dan losse, escapistische observaties van een jonge Europeaan. Dan mag een nummer als Let’s Dance to Joy Division van The Wombats, een liedje met dezelfde thematiek, ook uitgelegd worden als een maatschappelijk statement van jewelste.
De berichtgeving van de serieuze media ruikt naar het halsstarrig zoeken van een diepe betekenis in hedendaagse popmuziek. Het draaft te ver door om het engagement van Stromae op die wijze onder de loep te nemen. Sterker; het doet Stromae tekort als artiest. Zijn achtergrond wordt ingezet als statement.
De toegankelijke beats die Stromae bakt vormen geen bewust contrast met diepe teksten. Zijn producties zijn een uitvloeisel van de muziek die hij omarmt en de dingen die hem bezig houden. Als Stromae op Youtube dolt met seksualiteit is dat dan een maatschappelijk statement, of een gebbetje dat dankzij zijn succes een groot publiek bereikt?
Buiten kijf staat dat Stromae een wereldster aan het worden is met goed in het gehoor liggende beats gemaakt voor radio en dansvloer. Onverstaanbaar voor velen, maar dat staat zijn populariteit niet in de weg. En ja, de teksten van Stromae gaan verder dan het gebruikelijke ‘laten we naar de klote gaan’-jargon. “Ik zeg met mijn muziek niet dat alles slecht gaat. Maar ik zeg ook niet dat alles goed gaat. Zo is het leven nu eenmaal”, vertelde hij de New York Times. Een ontnuchterend statement.