Tricky (45) is gelukkiger dan óóit. Op deze zomerse dag in Amsterdam zit hij stralend in z’n hotel en vertelt hij glimlachend en vooral voluit over zijn tiende soloalbum False Idols. “Man, ik heb vannacht niet geslapen, zo goed voel ik me”, aldus Adrian Thaws, alias Tricky. “Ik sprong op het vliegtuig, kocht hier vanochtend wat hasj en mag nu de hele dag praten over mijn nieuwe plaat. Da’s toch geweldig?”
Uit de mond van een ‘normale’ artiest klinkt het als een promopraatje, maar bij Tricky zouden je alarmklokken er bijna van gaan rinkelen dat hij zo in zijn sas is. De man die nu breed zit te grijnzen, stond er járen om bekend bot en kortaf te zijn tegen journalisten, tot op het angstaanjagende af. Hij schijnt er eens eentje een bloedneus te hebben geslagen, gaf op slechte dagen antwoorden van één woord (meestal ‘nee’) en wie herinnert zich niet het legendarische interview dat OOR-collega Koen Poolman dik een decennium geleden met hem deed? “Jij praat bullshit”, snauwde Tricky toen bijkans ontploffend. Bad voodoo, noemde Poolman het zelf.
Ja, hoe anders is Tricky vandaag. Nog geen tien minuten zijn we in gesprek, en hij richt glunderend zijn ogen op een meisje dat een tafel verder gaat zitten. “Ben jij een zangeres?” Ze schudt haar hoofd. “Zou je dat willen zijn? Je kunt niet zingen? Hoe weet je dat nou weer, heb je het ooit geprobeerd?” Ja, ze heeft het wel eens geprobeerd. “Nee, dat was dan niet de juiste persoon! Heb je er een opname van? Waar kom je vandaan? Wil je het nog eens proberen? Toe, vertrouw me!” Het is de Tricky van nu ten voeten uit, die in een overenthousiaste bui de saxofonist op de hoek nog mee de studio in zou slepen. Precies dat deed hij bij Francesca Belmonte, de zwoele jongedame die zo goed als alle zangpartijen van False Idols voor haar rekening neemt. Hij ontdekte haar al in 2008 in een schoenenzaak, vroeg haar voor hem te zingen, “en zo geschiedde”.
De paradoxen van Tricky
Triphoplegende over zich verzoenen met Björk, kotsen om Kanye en het verlaten van zijn platenmaatschappij
De man van eeuwige tegenstellingen, Tricky, is terug. De nieuwe plaat False Idols is een aanklacht tegen de ‘walgelijke’ hedendaagse beroemdheden, maar ook een return to form voor de triphoplegende. In Amsterdam maakt hij ’t goed met Björk, kotst hij op Kanye West en Beyoncé, plaatst de vrouw op een voetstuk en schoffeert Domino.
Return to form
False Idols is een return to form, zou je kunnen zeggen, weer een duister werk dat in het omvangrijke oeuvre van de man toch wel het beste is te plaatsen in lijn van zijn veelgeroemde solodebuut Maxinquaye: de vocalen worden als altijd vrijwel niet door hemzelf ingevuld maar door vrouwen. Weg zijn de bluesy rockgitaren van zijn laatste twee platen, terug is de Bristol triphop-sound waar hij ooit bekend mee werd. “Ik voelde me miserabel”, zegt Tricky vandaag over die laatste twee platen, die hij maakte voor het vermaarde label Domino. Ook Arctic Monkeys en Franz Ferdinand zaten er, en naar eigen zeggen viel ook Tricky voor de ‘hype’. “Domino probeerde me te A&R-en, maar dat gaat toch nooit werken? Het werd een soort touwtje-trekken. Toen ik mijn eerste album voor ze had afgemaakt, dacht ik: ‘Jullie weten kennelijk wat jullie willen, ik zal me er maar bij neerleggen. Laat ik er maar wat gitaren op doen.’ Ze wilden dat ik mijn plaat liet mixen door de man die ook M.I.A. had gedaan. Wat heb ik met M.I.A. te maken?! ‘Hij is nu een hotte producer’, was het antwoord.”
Tegen de tijd dat hij aan zijn tweede album voor Domino begon, kon Tricky alleen maar denken: ‘Wanneer gaat dit eindigen?’ “Het begon mensen op te vallen. Mijn bandleden zeiden het tegen me tijdens het touren: ‘Je ziet er niet goed uit.’ Het ging voelen als werk, en als ik had willen werken was ik verdomme wel bouwvakker geworden.”
Valse idolen
Om die reden stapte Tricky op bij Domino (zoals hij eerder ook met slaande deuren Epitaph en Island verliet) , en richtte hij zijn eigen maatschappij op. False Idols heet die, net als de nieuwe plaat. De titel zou je kunnen zien als een sneer naar Domino, maar vooral ook naar ‘de moderne beroemdheden’. Mensen die geen enkele vorm van talent hebben maar tóch zichzelf uitmelken op de social media, en verschijnen in panels van tv-programma’s om anderen te beoordelen. Zodra hij erover begint, flakkert er weer wat van dat oude vuur op in de ogen. Boos: “Dat soort valse idolen wordt door de corporate companies gecreëerd om het volk mak te houden. Zodra mensen thuiskomen van hun klotebanen zetten ze het voetbal op, in plaats van het bedenken dat ze verandering nodig hebben en actie ondernemen. Vrouwen kijken naar sitcoms, om voyeur te zijn in andermans leven.”
Dat escapisme kan mensen er toch ook doorheen helpen? “Bij Robert Kennedy zou je dat kunnen zeggen. Hij is m’n idool, als ik zijn speeches op YouTube bekijk ben ik klaar om de wereld te bevechten. Maar Kanye West of Beyoncé? Die gaan míj niet helpen. Muzikanten tegenwoordig zijn zó blij met de faam en het succes, dat ze niet meer de mensheid willen bevechten, maar liever de hele dag zitten te tweeten. Foto’s van hun eten schieten op Instagram. Who gives a fuck?! We gaan geloven dat Kim Kardashian het échte leven leeft. Daarom hebben we geen zieners meer zoals Bob Marley of John Lennon. Ik kom nog uit de tijd dat muziek een worsteling was, een gevecht.”
Maar wacht eens even, Tricky heeft toch óók Instagram en Twitter? Het is even stil. Vervolgens laconiek: “Dat is toch heel anders! Ik kan de zielen van mensen aanraken met mijn muziek. Als Instagram me daarmee kan helpen, gebruik ik dat graag. Liever dat dan een liedje zingen met Lenny Kravitz.”
Verzoening met Björk
Een van de sleutelsongs op False Idols is Valentine, een loodzwaar nummer en een van de weinigen waar je Tricky zelf ook nog op hoort grommen. Het begint met een sample van de jazzstandard My Funny Valentine, die Tricky ook al in 2003 op de mix-cd Back To Mine zette. Dat kan geen toeval zijn. Hij glimlacht. “Inderdaad. Björk liet me ooit het liedje horen in haar appartement in Londen, toen we in een ver verleden aan het daten waren. Het was prachtig, en zo’n mooi cadeau. Zij gaf me álles in die relatie, ze gaf me de volle honderd procent, maar ik was niet het allerbeste vriendje. Nee, ik was niet betrouwbaar en gaf niets terug. Hiermee probeer ik het goed te maken.”
Vrouwen op een voetstuk
Het gesprek komt op vrouwen – die hij op een voetstuk plaatst. Moeder pleegde zelfmoord toen Tricky vier was, vader liet de kinderen achter bij oma en tante alwaar hij werd opgevoed door vrouwen. Zijn ooms en neven, die waren in en uit de gevangenis, deden gewapende overvallen en werden neergestoken voor de ogen van de nog jonge Tricky. Geen wonder dat hij nog altijd zijn liedjes voor vrouwen schrijft, vindt Tricky zelf. “Ik bekijk het leven vanuit een vrouwelijk perspectief. Ze zijn weliswaar de underdog in deze wereld, maar hebben zo veel meer instinct dan mannen. Wij krijgen de kampioenenregels, de spieren, maar ik heb de vrouwen mijn familie zien samenhouden terwijl de mannen aan het vechten waren. Maar denk nu niet dat ik Rihanna op mijn album wil zien, ik geloof niet dat ze goed is voor vrouwen. Ze verkoopt seks, ik zou niet willen dat mijn dochter daarnaar luisterde. Voor Beyoncé geldt hetzelfde.”
Die dochter, ze is inmiddels flink aan het puberen, is volgens Tricky zoveel sterker dan hijzelf. “Zij zou zo’n chique hotel als dit kunnen binnenlopen zonder dat het haar raakt. Ik daarentegen… Ik voel me hier niet thuis, ik kan die mensen voelen.” Hij doelt op een vrouw die twee tafels verder zit. “Zie je die vrouw daar? Ik liep langs haar en zag dat ze haar gedachten bijna niet kon verbergen: ‘Wat doet die vieze man hier?’ Snap je? Wat een snob! Ik moet me wegdraaien terwijl ik de behoefte voel om te zeggen: ‘You’re fucking disgusting and so on.’ Ik wil haar wat áándoen.”
Oké, zoveel is Tricky dus óók weer niet veranderd.
False Idols van Tricky is uit op !K7/V2 en tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.