De Hoorstichting kwam eerder deze week met nieuwe 'onderzoeksresultaten', die laten zien dat 38% van de jongeren (12-25 jaar) die hun test heeft afgelegd last heeft van gehoorschade. Twee jaar geleden was dat 30%. Het is het resultaat van een online zelftest op de website oorcheck.nl. "Ik wil het probleem niet bagatelliseren, er is sprake van een hoog geluidsniveau bij podia en festivals, en dus een verhoogd risico, maar de manier waarop ze dit onderzoeken is niet ok. Het betreft een online test, waarbij je niets weet over de testomgeving. Wie zijn de mensen die zo'n test doen, jongeren die al bang zijn dat ze gehoorschade hebben? Eerder hebben ze een onderzoek laten dat in feit niet meer was dan een peiling vol suggestieve vragen." Volgens Paul Heere van de Hoorstichting gaat het niet om de procenten, maar om de trend. "Die is onmiskenbaar, het gaat de verkeerde kant op."
Berend Schans: "Vandaag zei woordvoerder Paul Heere in het journaal dat het geluid bij concerten steeds harder wordt. Dat is 1) niet waar, en 2) niet op controleerbare feiten gebaseerd" "Ik vind dat de Hoorstichting onze sector op deze manier reputatieschade toebrengt", zegt Schans. Volgens Paul Heere is sprake van een ontwikkeling waar vriend en vijand het over eens is. "Ga maar praten met geluidstechnici, met verhuurders van apparatuur. Het komt ook door de ontwikkeling van de techniek. Kon je vroeger nog redelijk makkelijk 'schuilen', ergens in een hoek, nu zijn de geluidssystemen zo goed afgesteld dat overal in een ruimte het volume ongeveer gelijk is. Je kunt er minder makkelijk aan ontkomen."
Schans denkt dat de Hoorstichting door het probleem op de Haagse agenda te houden vooral zichzelf in leven hoopt te houden. Ondertussen is met de sector best te praten, denkt hij. Begin 2011 maakte de evenementenbranche op Noorderslag afspraken in het zogeheten 'convenant gehoorschade'. Volgens Berend Schans van de VNPF wil de sector graag zijn verantwoordelijkheid nemen. Zo zou de bovengrens van geluid in poppodia en op festivals op 103 dB moeten liggen, gemeten over een periode van een kwartier, op twee meter hoogte bij de mengtafel. Die maatregelen gaan de Hoorstichting kennelijk niet ver genoeg. Die club wil een dergelijke meting juist vooraan bij het podium doen. Onwerkbaar, vindt de VNPF. "Mojo en ID&T werken al jaren intern met richtlijnen die wij realistisch vinden. De Hoorstichting zou volgens afspraak met pakketten maatregelen komen, dat is uiteindelijk een vrij uitvoerig en niet altijd even goed werkbaar certificaat (oorveilig) geworden… ik vraag me af: wat wil de Hoorstichting nu eigenlijk, dat alles dicht gaat?"
Volgens de Hoorstichting blijft samenwerking met de sector essentieel. Maar zelfs met welwillende clubs zijn de resultaten onvoldoende. Heere: "We hebben inderdaad veel samengewerkt en dat willen we ook blijven doen, maar zolang het vrijblijvend is, komt een goed beleid niet echt van de grond. Naar de overheid kijken we met name als het gaat om preventie, het informeren van mensen. Of het nu 100 of 103 dB is, we hebben het over een geluidsniveau dat potentieel schadelijk is. Veel mensen weten dat niet, terwijl ze zichzelf ertegen kunnen beschermen."
VNPF: "Tendentieuze berichtgeving over gehoorschade in clubs"
Sector wil zelf verantwoordelijkheid nemen
De VNPF is verrast door een nieuwe lobby van de Hoorstichting richting Den Haag. De patientenvereniging heeft PvdA Kamerlid Agnes Wolbert zover gekregen 30 mei de staatssecretaris te vragen om maatregelen, tot irritatie van de belangenvereniging voor podia en festivals: "Ik zou het jammer vinden als dit het debat over de stimulering van de popmuziek gaat domineren. Als sector zijn we bezig onze verantwoordelijkheid te nemen, in samenwerking met de Hoorstichting. Met deze tendentieuze berichtgeving gaan ze daar dwars doorheen."