Het kost een paar nummers, maar daar breekt de glimlach door. En daar komt het tongetje naar buiten. Niet viezig, maar speels. Matthew E White is een grote, knuffelbare man uit Virginia, stevig bebaard. Een half jaar geleden was hij nog nagenoeg totaal onbekend, maar voor zijn debuutplaat Big Inner oogstte hij her en der lyrische recensies. Het is inderdaad een knappe plaat. Neem Big Love, de single, een liedje met een gospelkoor, strijkers en blazers, en toch niet bombastisch. Al die tierelantijntjes zijn op tour natuurlijk niet te betalen en het smetteloze witte pak van de hoes heeft hij ingeruild voor een casual outfit. Gelukkig blijkt White een goede muzikant met een buitengewoon competente band. Big Love spelen ze net wat sneller, met een soort Grand Funk Railroad vibe. Een beetje southern rock, een beetje soul. Eerlijk gezegd is deze gejaagde versie wat minder geslaagd dan het origineel, maar op andere momenten overtreft hij zichzelf juist en vliegen de vonken er vanaf. De ingetogen folk van het album horen we maar heel af en toe, en omdat zijn vocalen wat dun klinken zijn dat niet de meest memorabele momenten van de set. Jesus Christ, he is your friend, zingt White in het vlammende Brazos. Zo is dat. (Atze de Vrieze)
#MM13: De folk route met o.a. Daughter, John Grant, Matthew E White en Night Beds
Plus David LeMaitre, The Milk Carton Kids, Marble Sounds, rootsy folkduo's, bombast en een vreemde eend in de bijt
3voor12 heeft op Motel Mozaique het pad van de nieuwe en gevestigde folklore gevolgd. Onder de lijst met namen vind je ook singersongwriters die misschien een vreemde eend in de bijt zijn in dit folkrijtje. Hieronder een overzicht van vrijdag en zaterdag.
Matthew E White
John Grant
John Grant hebben wij in het folkrijtje geplaatst, de Amerikaanse singersongwriter is echter met zijn laatste album de elektronische kant op gegaan. Grant is naar IJsland vertrokken om samen te werken met een IJslandse drummer, DJ en twee gitaristen. De elektro-singersongwriter start zijn sessie in de Schouwburg met een nummer van zijn nieuwe album.Tijdens het optreden kruipt hij af en toe achter de synthesizer om via een loopstation zeer uiteenlopende tonen te laten horen. Grant gaat van gevoelige pianonummers naar freaky electronica met diepe baslijnen. Zijn donkere stem vormt een mooi geheel met de de beats. Wanneer Grant tussendoor vertelt dat hij het nummer Sensitive New Age Guy heeft geschreven voor een vriend die vorig jaar zelfmoord pleegde, verwacht je een uitermate gevoelig ingetogen liedje. Verrassend genoeg knalt hij vervolgens met een uptempo punkfunk track waar de hele zaal niet op stil kan blijven staan. De zanger is ook niet beroerd voor een dansje. John Grant gaat op de LCD Soundsystem tour. Als laatste brengt hij het prachtige nummer Marz van zijn eerste album. Zijn zware ziel lijkt hij op ironische wijze met zijn droogkomische teksten te verdoezelen. Het concert praat hij tussendoor aan elkaar met onderwerpen als de dood en moeite met zijn seksuele geaardheid in het verleden. Grant laat zijn gekrenkte ziel zien en is van alle markten thuis. Van intieme melancholische ballades tot elektronische uitstapjes waar de voetjes van de vloer gaan. (Paul Bijkerk)
Daughter
Na Mister and Mississippi mogen we ook Daughter in de folkhoek scharen, maar het verschil is levensgroot. Meteen in de opener geeft de elektronica en het minimale snarenspel de Londense band een duistere, trippy feel. "Thank you very much", stamelt zangeres Elena Tonra giechelend. Haar schuchtere oogopslag ontwapent. Hoe minimaal de groep ook opereert, ze weet de spanning vast te houden. En de aandacht van bijna de hele nokkievolle Corso, uitgezonderd het laatste, luidruchtige deel bij de bar uiteraard. Schitterend zoals ze in Youth onderkoeld 'we are the reckless, we are the wild youth' zingt, zo in weerwil van tempo en expressie, maar toch zo oprecht en raak. Bij Daughter, en vooral bij zangeres Tonra voel je dat er zoveel meer onder de oppervlakte zit, dat onvermijdelijk onderhuids kruipt. Ook Love (van de Wild Youth EP van 2012), het intens voortkruipende Smother en Touch gaan diep met grote post-rockesque spanningsbogen. Enkele nummers krijgen door de elektronica en noisende gitaren een stuwende finale en zo weet de groep binnen één set en één nummer zowel donker en schuchter als trippy en dansbaar te klinken. Als een mix van Pien Feith, post-rock en The XX. "If you'll have us back, we'll gladly come and sing for you again." Deal. (Ingmar Griffioen)
David Lemaitre
David Lemaitre komt van ver. Heel ver om wat preciezer te zijn. Vanaf de hoogvlaktes van La Paz in Bolivia begon hij op zijn zestiende aan een avontuur dat via omzwervingen door heel Europa uiteindelijk leidde naar Berlijn. In Berlijn nam Lemaitre een EP (Valediction) op en over twee weken komt zijn album Latitude uit. Vandaag staat hij voor het eerst in Nederland. De Kleine Zaal van de Rotterdamsche Schouwburg staat vol als de drie heren, Lemaitre plus begeleiding, het podium op komen lopen. Lemaitre kan het best omschreven worden als een kruising tussen Fink, José Gonzales en Patrick Watson. Hij is een singer-songwriter van het experimentele soort. Met percussionist Joda Foerster en multi-instrumentalist Sebastian Slecht verkent hij zijn grenzen en laat hij veel verschillende dingen zien: Van een kofferdrumset tot cellofaan en het simpele geluid van een muntje in een glas. Aandacht dient er ook te zijn voor de zelfgemaakte synthesizer van wijnflessen. Hoe het werkt is een raadsel, maar het voegt wel degelijk iets toe aan zijn optreden.
Gaandeweg zijn set komt Lemaitre zelf beter in zijn spel en lijkt zijn single Megalomania zomaar een lentehitje te kunnen worden. Experimenteel blijft het wel als hij Dinora inzet. Een duister, trippy en door beats omgeven track die door loops voortgedreven wordt. Het is de vreemde eend in de set, maar storend is het niet. Aan het eind is de zaal half leeggelopen, de hoofdact The Veils is dan al in de Grote Zaal begonnen, maar het nog aanwezige publiek is enthousiast. David Lemaitre komt van ver, maar heeft deze avond ongetwijfeld een kleine fanbase erbij gekregen. (Klaas Bakker)
Night Beds
De vijfkoppige band oogt nog jong. Frontman Yellen start de sessie in Rotown met het openingsnummer van de debuutplaat Faithful Heights. Dit a capella uitgevoerde nummer wordt door de langzaam vollopende zaal aandachtig ontvangen. De band bedankt het publiek al na enkele nummers voor de stilte en de toewijding. Ze zijn gewend aan jongens die luidkeels aan de bar om tequila schreeuwen. De besnorde/bebaarde heren zetten een dromerige countryfolk neer met elektrische gitaren. Hometown Nashville is duidelijk terug te horen in de muziek. De toetsenist pakt bij diverse songs een slide gitaar, waardoor het geheel een country/americana soundscape vormt. De muziek brengt je naar een ruwe woestijn met een eenzame jongeman die op cowboylaarzen met een fles bourbon op zak, rouwt om zijn verloren liefde, op zoek naar geluk in een verder opgelegen stadje. De zanger blijft sterk staan en haalt zonder vals te zingen de hoge noten. De band staat echter nog wat wankel en de jongens ogen onwennig. Het concert wordt vooral gedragen door de stem van Yellen. (Paul Bijkerk)
Milk Carton Kids
Het folkduo bestaande uit Joey Ryan en Kenneth Pattengale besloot begin 2011 na hun solocarrière het muzikale huwelijksbootje in te stappen. De twee wilden in hun folkliedjes met akoestische gitaar op een rootsy manier verhalen vertellen. Het duo stond al in het voorprogramma van Joe Purdy en deed tournees door Amerika met The Lumineers. Vernoemd naar melkpakken die in de jaren 80 portretfoto’s van vermiste kinderen toonden (in de tijd dat er nog een geen Amber Alert was), mogen de mannen zich vanavond op Motel Mozaique aan het Nederlandse publiek tonen.
Alle banken zijn gevuld in de Paradijskerk aan de Nieuwe Binnenweg wanneer de heren hun tokkelende gitaarshow strak in pak starten. De heren zingen lieve Americana-liedjes die duidelijk overeenkomsten hebben met Simon & Garfunkel. Vooral bij het nummer Honey Honey is dit duidelijk te horen. Na een poosje naar deze tokkelende gitaren en close harmony zang geluisterd te hebben, verlang je wel naar wat meer energie en afwisseling. De songs worden iets te veel zoetsappige slaapliedjes, de loopjes van de tokkeltechniek kennen we inmiddels wel.
Ryan maakt de avond met zijn slechte grappen op een zeer sarcastische manier vermakelijk voor de zaal. Na het vierde nummer stappen kleine groepjes uit de banken om te vertrekken. De zanger grapt zelfspottend "Sorry for playing that song!" Per nummer volgen meer mensen de weg naar de uitgang. Er wordt zelfs halverwege door Ryan opgemerkt "Did you notice nobody left church this time." De mannen kunnen zeker wel wat, maar blijven iets te minimalistisch aan hun oude vertrouwde akoestische gitaar hangen. Pak eens een banjo, ukelele of andere instrumenten uit de kast en laat ook wat anders zien, doe eens iets onverwachts, verras ons. (Paul Bijkerk)
Marble Sounds
Rond de tijd dat het trieste nieuws bekend werd dat Woodkid vanavond niet kan optreden, beginnen de Belgen van Marble Sounds aan hun set in de Kleine Zaal van de Schouwburg. Voorafgaand aan het optreden kreeg de band rondom Pieter van Dessel, aangevuld met leden van onder andere Isbells, veel persaandacht. Het vijftal maakt dromerige rockmuziek, met een dik aangezette sound vol synths en riffs. De toon wordt gezet door een inleidende banjo tijdens het Eels-achtige the Summer of the Sun. Van Dessel klinkt helaas wat monotoner dan op plaat. Met zijn melancholische teksten brengt de formatie vooral werk van het nieuwe album 'Dear Me, Look Up'.
''We spelen voornamelijk liedjes van de nieuwe cd, maar dit is een van de eerste'', vertelt de zanger droogjes, waarna de single Sky High wordt ingezet. Deze aankondiging is overigens een van de weinige interacties met het publiek, naast de gebruikelijke Belgische beleefdheid in de vorm van 'Dank U'. Variatie in de songs is gelukkig wel aanwezig, vooral door de wisselende aanpak van arrangementen. Het publiek luistert ondertussen aandachtig en knikkend, de band staat er zelf nogal stoïcijns bij. De nummers worden nochtans met veel gevoel gespeeld. Fraaie liedjes als het opwekkende Dance Clarence Dance en de naar een climax stuwende afsluiter The Time to Sleep zorgen voor een onderhoudend concert, dat echter nooit iets extra's teweegbrengt. De meeste bezoekers hadden voor aanvang van dit optreden nog zin in een feestje, dankzij Marble Sounds wil iedereen liefst zijn bedje opzoeken. (Lodewijk Hoebens)