#MM13: De NL Route met Mister & Mississippi, Jacco Gardner, Broeder Dieleman & Akwasi

Plus Tangarine in de Paradijskerk

Tekst: Ingmar Griffioen, Guido den Boer, Klaas Bakker, Paul Bijkerk, foto's Joyce Moes, Marcel van Leeuwen ,

Veel Nederlandse waar op deze Motel Mozaique, niet zelden van internationale klasse. 3voor12 legt ze langs de meetlat: wie steekt er bovenuit en waar gaan we deze zomer nog veel plezier aan beleven?

Mister and Mississippi

Voordat de loopbaan van Mister and Mississippi goed en wel op gang is, lijkt de band al aan een zegetocht begonnen. Een deal bij V2, optredens op Noorderslag, Paaspop en straks alle belangrijke Nederlandse festivals, erkenning als 3voor12 en 3FM album van de week en als een van de 12van3voor12, 3FM Award nominaties als Serious Talent en Beste Nieuwkomer…het houdt niet op. Het verhaal is bekend: vier studenten aan de Herman Brood Academie vormen voor school een band, winnen de Amsterdamse Popprijs en daarna gaat het steeds harder.

In de volle Gouvernezaal wordt snel duidelijk waar al die erkenning op is gebaseerd: Mister and Mississippi heeft al een hoop pure klasse in huis. De groep bestaat uit vier vaardige muzikanten, die de zaakjes speltechnisch uitstekend op orde hebben, wiens stemmen mooi samen kleuren en die uitblinken in harmonieuze folkpop die aanzwelt tot grote proporties. Er zijn een paar inkakmomentjes en je zou wensen dat Samgar Lemuël Jacobs en Maxime Barlag vaker verschillende zanglijnen zouden kiezen, wat het spannender zou maken. Maar het vele spelen werpt zijn vruchten af: de bandleden opereren soepel, hebben tijd voor grapjes en durven al meer uit de band te springen. In januari waren ze nog vrijwel onbekend, nu spelen ze dus de Gouverne al bijna helemaal vol en muisstil, terwijl er hier genoeg buitenlandse concurrentie is. Nog even en al die verrukte bezoekers neuriën de nummers niet alleen mee maar zingen uit volle borst... Aan dit met noeste arbeid verdiende succes kan iedere muziekstudent en bijna iedere beginnende Nederlandse band zich optrekken. (Ingmar Griffioen)

Jacco Gardner

Als veertienjarige verdiepte de jongeman uit Hoorn zich al in de sixties, ging hij muziek van Syd Barrett luisteren en zich verdiepen in de revivalist en neopsych scene in de VS. Gardner maakt een mix van psychedelische muziek en klassieke barokke pop met een hang naar de sixties. Hij heeft al een internationale buzz veroorzaakt: opgepikt door Pitchfork, NME en eind 2012 werden ze door The Guardian Best New Band Of The Day genoemd. En dat terwijl het debuutalbum Cabinet Of Curiosities pas in februari dit jaar uitkwam. Na optredens op diverse buitenlandse festivals gingen de mannen in maart voor een kleine Amerikaanse tour naar de VS, waaronder meerdere optredens op het grote showcase festival South By South West.

De mannen mogen na het gecancelde optreden van Woodkid in de grote zaal in de Schouwburg aantreden in hun eigen polderland. De psychedelische sixtiespop wordt door middel van een sampler door Gardner zelf bestuurd met het geluid van violen en orgels. Gardner gooit er Sergeant Pepper-achtige samples uit en dat geeft een sprookjesachtige sfeer. Psychedelisch, van nerveuze naargeestige scenes uit films als A Clockwork Orange, tot het lieve geluid van een opwindbaar opengeklapt muziekdoosje met een dansende ballerina. De vierkoppige band klinkt goed op elkaar ingespeeld en neemt het publiek mee naar de raarste plekken in de wondere wereld van Jacco Gardner. Jacco Gardner is hier het klassieke voorbeeld van de een zijn dood, de ander zijn brood. Door het wegvallen van Woodkid belandt hij op het laatste moment in de grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg en dat id voor hem de ideale zaal om te tonen dat hij klaar is om met zijn band op de grotere festivals het geluid van baroquepop te gaan verspreiden. (Paul Bijkerk)

Broeder Dieleman

De Paradijskerk, een betere locatie kan er eigenlijk niet zijn voor Broeder Dieleman. In alle weelde die de Katholieke Kerk rijk is komt dit drietal rondom ‘Broeder’ Tonnie Dieleman relatief sober over. Onder het motto “Even moed indrinken” trekt de boomlange frontman een blikje bier open, controleert nog even of iedereen plaats heeft genomen op de uiterst oncomfortabele houten kerkbankjes en steekt van wal. De akoestiek van de Paradijskerk geeft het prachtige, dynamische tokkelwerk van Dieleman een bijna bovennatuurlijk geluid. Zijn zang is donker en rauw en met een onmiskenbaar Zeeuws dialect vaak ook redelijk onverstaanbaar. Zijn twee metgezellen zijn voorzien van verscheidene instrumenten, van een xylofoon tot een floortom. Vooral Janine van Osta voorziet de nummers vaak van extra zang. Nadeel is dat dit af en toe niet geheel zuiver is. Zeker op de momenten dat zij de hoofdlijnen van de zang voor haar rekening neemt schiet haar stem af en toe een verkeerde richting in.

Toch blijft Broeder Dieleman boeien. Hoewel de teksten niet altijd even verstaanbaar zijn, worden ze wel met gevoel gezongen. De Schelde, witte reigers en de Engel des Doods worden veelvuldig bezongen, waarbij de kerk steeds meer gaat voelen als een Zeeuws strand, met enorme gouden beelden en een kroonluchter. Tussendoor maakt de sympathieke Zeeuw de ene na de andere gevatte opmerking of vertelt hij het aanwezige publiek wat wetenswaardigheden over de Katholieke Kerk, vaak met een knipoog. Het soms wat rommelige spel en de bij vlagen onzuivere zang wordt het drietal dan ook vergeven als zij na een kleine drie kwartier de set afsluiten. Een duidelijk geval van na het zingen de kerk uit. (Guido den Boer)

Akwasi O. Ansah

Akwasi O. Ansah opent vanmiddag het festival in de kleine zaal van de Rotterdamse Schouwburg. Samen met de band Daar Ergens heeft hij liedjes van Bram Vermeulen bewerkt, die uiteindelijk op Oerol in een toneelstuk te zien zullen zijn. Vandaag wordt het resultaat voor het eerst aan publiek getoond. Akwasi, bekend van Zwart Licht en doorgaans bezig met harde rapteksten, opent zijn ziel op Motel Mozaique. De nummers die over vriendschap en verdriet gaan, vormen een nieuwe inspiratiebron voor Akwasi. ‘Alle mannen laten echte tranen vallen’, vertelt hij na Weet Niet Waarom Ik Huil Vandaag. Ook in Spijt klinkt haast een ander persoon door in de rapper. Hij is van huis uit ook acteur, waardoor het geheel zo af en toe als kleinkunst aandoet.

Zo hard als bij Zwart Licht wordt dus het nooit, maar de wil om het publiek van zijn boodschap te overtuigen is er zeker. Bij De Wedstrijd, het lied waar dit project mee begon, is dat het meest merkbaar. Het half uur durende optreden is kort maar krachtig en de band is goed ingespeeld. Voor een première was dit dan ook zeker niet verkeerd. ‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten’, zo wordt in Testament bezongen. Door Daar Ergens en Akwasi zijn we Bram Vermeulen, voor zover mogelijk, zeker niet vergeten. Bram leeft voort, nog altijd. (Klaas Bakker)

Tangarine

Het is hun eerste Motel Mozaique biechten de broers Brinks op in de Paradijskerk naast Rotown. Helemaal niet verkeerd dus dat Tangarine meteen op een van de meest paradijselijke locaties staat. Er hangt een lichte mist in de kerk en het lichtspel is bijzonder fraai getroffen. Fascinerend hoe Christus telkens in andere gedaante over de hoofden van de Drentse broers naar je toe lijkt te schrijden. Naast de ambiance mogen de liedjes, die het duo schreef in de beste traditie van grote songwriters als Dylan en Neil Young, er ook zijn.

Het is wellicht een open deur bij een eeneiige tweeling, maar Sander en Arnout Brinks voelen en vullen elkaar vocaal en instrumentaal perfect aan. Arnout neemt iets vaker de leadpartijen en heeft nog een mondharmonica achter de hand. Wat wringt is de klankkleur van beide broers. Klinken ze in het lage nog als Paul Simon, in de hoge stukken is het wat pieperig, als een dubbele lachgas-dosis. Daar moet je tegen kunnen, net als de droge humor die eerst vermakelijk is, maar net wat te ver doorgevoerd wordt. Niettemin een goede vondst om de kerkgangers te laten zingen voor de jarige in het publiek. Het duo speelt redelijk wat nummers van de nieuwe plaat Seek & Sigh, die 12 april bij Excelsior verschijnt en waarmee de teller op vijf albums komt. Met zoveel songs op het repertoire zouden ze wel een iets minder eenvormiger set kunnen smeden, zoals het ook geen kwaad zou kunnen om enkele nummers live in een minder braaf jasje te gieten. (Ingmar Griffioen)