#LL13: MMM, Petite Noir, Charanjit Singh, Matias Aguayo, Snakehips en traumahelikopter

X-Ray blog vrijdag

De vorig jaar vergrote oranje golfplaattent X-Ray is nog steeds de plek voor de spannende programmering op Lowlands. Zeker op underground dance-gebied, en dit jaar vinden we er ook de betere Nederlandse garagerock.

Laatste keer Lowlands voor traumahelikopter

'Groningen Noord,' roept Mark Lada om nog maar eens de origine van zijn traumahelikopter te benadrukken. Er zijn zelfs fans mee uit die noordelijke contreien; een vader en zoon staan hard met een kartonnen bord met Groningen Noord rules te wapperen, wat de laatste een podiumplek plus blik bier oplevert. Typerend voor het garagerocktrio dat wel van een feestje en iets minder van conventies en regeltjes houdt. 'Dit wordt onze laatste Lowlands,' voorspelt Lada nadat hij al surfend de halve X-Ray door is gegaan. 'Want ik mocht onder geen beding het publiek in.'

traumahelikopter - zonder hoofdletter - opent Lowlands om 13.30 en dat is een opvallende keuze. De X-Ray is de perfecte plek voor de opwindende garagepunk van het trio, maar het feestje in het publiek is toch altijd net wat groter als er meer bier in de man is. Het trio heeft geen bassist en maar een halve drumkit nodig en trapt vol af. De drie Groningers gaan er met gestrekt been in en spelen met 'Down In The City' en 'Kids' meteen de sterkste nummers van het in januari bij Excelsior verschenen debuutalbum. Het publiek laat er ook geen gras over groeien; vanaf de eerste noot is de pit aan. En als Bastiaan Bosma (Bullerslug, ex-Aux Raus) afsluitend twee nummers als brulboei fungeert laten ze hem niet in de steek: 'Waar is die focking circlepit?!' Nou hier, daar en waar eigenlijk niet in de X-Ray? (Ingmar Griffioen)

Chileense dance-kameleon Matias Aguayo

Matias Aguayo was altijd een beetje een vreemde eend in de Duitse elektronica. Waar mede-Chilenen Ricardo Villalobos leiders werden in de microhouse, zorgde Aguayo voor de noveltyhitjes in het Kompakt oeuvre. Zo coverde hij samen met Michael Mayer Kylie's hit 'Slow', een verwerkelijk sublieme interpretatie: robot-achtig seksueel. Serieus goed.

De producer treedt hier aan met twee Zuid-Amerikanen als band om zijn kleurrijke laatste album naar het podium te vertalen. Het is een drummer en een toetsenist. Die laatste dubbelt ook nog eens geregeld Aguayo's vocalen met allerlei freaky effecten. Zijn belangrijkste troef is het sexy Rrrrr, waarin de rollende R weerklinkt als een soort paringslokroep. Jammer genoeg heeft Aguayo niet zo'n sterke stem en ook niet zo'n sensuele uitstraling. Hij oogt als Spinvis met een bad hair day in een hipstershirt waar de vilten opplakstukjes half vanaf hangen. Sorry Spinvis, ik vind je een man met stijl, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Enfin, zelden krijgt hij de groove echt voor elkaar, ondanks een combi van echte drums en elektronische percussie. Op de meeste momenten staat alles in dienst van de herhaling, en hoor je daarnaast enkel nog een soort oermens-gilletjes. Had een aangename verrassing kunnen worden, is dat helaas niet. Maar aan het einde heeft hij toch even alle heupen in X-ray los en ga je nog eens goed luisteren naar wat ie doet. Baile Kompakt? Juist, die kameleons in zijn visuals zijn zo gek niet. (Atze de Vrieze)
 

Charanjit Singh maakt Lowlands vrolijk

Een opmerkelijk verhaal: Charanjit Singh maakte in de jaren tachtig een acid houseplaat, zonder dat hij het wist. Hij had zelfs nog nooit gehoord van Kraftwerk.Twee Nederlanders hebben zijn muziek ontdekt en daardoor staat hij vandaag op Lowlands. Hij wordt vergezeld door Johanz Westerman. Een speciaal optreden, want hij was een van die twee mannen. Singh is inmiddels 72 jaar oud en krijgt nu pas erkenning voor zijn album Ten Ragas To A Disco Beat. Maar hoe wordt deze nieuwe house-pionier ontvangen door het Lowlands-publiek?

Een gevoel van joligheid overheerst in de tent wanneer de man uit India langzaam het podium opkomt. 'Hoe kan dit?' en 'hoe oud is die man?' wordt er naast mij gezegd. De grappen en grollen maken plaats voor vrolijkheid en harmonie, wanneer ze de muziek horen. Er wordt lekker gedanst, maar het gaat niet helemaal los. De sfeer in X-Ray is echter top en de vrouw van Singh ziet dat het goed is. (Tim Schakel)

Petite Noir is allesbehalve klein

Ja, dat krijg je ervan. Noem jezelf Petite Noir en je kunt grappen over je lengte verwachten. Gegniffel als Yannick Iluga even na achten het X-Ray podium betreedt. De 22-jarige zwarte Zuid-Afrikaan is allesbehalve klein. Ook zijn sound niet. Sinds 2012 bracht Iluga als Petite Noir drie singles uit die laveren tussen verbeten hoekige elektronica en indiegitaren. Iluga’s stem balanceert op plaat al op het randje van overslaan dus het is de vraag hoe dat op het podium uitpakt.

Nou, dat valt niet tegen. Vooral dankzij de robuuste band die de lange zanger om zich heen heeft. De gitarist heeft een effectbak waarin met gemak twee skateboards in passen en trekt het ene na het andere Django Django-achtige gitaarlickje uit zijn snaren. De schuchtere bassist (zwartgeverfd haar, dito rafelhemd) heeft New Wave-dna door zijn aderen kolken en de drummer wisselt droge afrobeatritmes moeiteloos af met ruigere roffels. Battles schiet te binnen, maar dan na een rondreis door Afrika.

Nu nog wat meer liedjes die aan je oren blijven kleven. Zoals 'Dissapear' en 'Noirse', die niet voor niets tot het laatst bewaard worden. 'Show me a secret, let’s have a party,’ kraait Iluga terwijl hij zijn Obey-petje verzet. Voor een party is de sound van Petite Noir net te streng en te hoekig. Maar streng is vaak ook spannend, vinden ze in Kaapstad. (René Passet)

Snakehips mengt hipster-r&b met oude soul

Dat sample van Marvin Gaye krijgt Snakehips nooit van zijn leven gecleard. Zeker niet mijn zijn beeltenis groot op het scherm achter het duo. Twee dunne Britse jochies staan achter de draaitafels. Een Schandinavisch blond, de ander met een net even schreef petje en een een hysterisch gekleurd jungleshirt. Veel eigen materiaal hebben ze nog niet, dus ze draaien ook tunes van anderen. Van Amerikaanse rappers als Ludacris, maar ook van collega-hipster-producers als Banks (voor wie ze een remix maakten). Heel even horen we een flard van 'You Don't Know What Love Is' van 2000F en J Kamata, een vergeten tune op Hyperdub. Als je die nu hoort, realiseer je je hoe erg die track zijn tijd vooruit was.

Nu zitten heel veel producers op deze vibe: lome r&b met verfijnde elektronische beats, soms wat extra bass toegevoegd. Halverwege de set schakelen ze een tandje bij en wordt er zelfs voorzichtig gedanst. Door het gebruik van ouderwetse soulsamples geeft Snakehips aan de populaire sound van nu een eigen draai, een soort slinger richting Nightmares On Wax. Qua performance heeft het nog niet al te veel om het lijf, maar de sound is helemaal ok. Oh, en noteer hun eigen tune 'On And O'n even. (Atze de Vrieze)

De nacht is nog niet geslacht door MMM

Het geluid komt van voor in de zaal, en dat je met je hoofd richting het podium staat, is echt niet omdat MMM een wervelende act is om te zien. Er staan twee grijzende, veertigplussende Duitsers achter wat apparatuur. Erik Wiegand (type biologieleraar) zwaait af en toe met een arm. Zijn partner Michael Fiedler (type economieleraar) beweegt nagenoeg niet. Dat is het. De muziek moet het werk doen, en dat lukt re-de-lijk. Het optreden begint met een opgevoerde James Brown in de sampler, en dan weet je dat het geen rechttoe-rechtaan house/techno wordt. Al snel verdwijnen de samplers en speelt het Berlijnse duo zijn troef uit: een huppelende reggaetón-achtige beat (noem het UK-funky-achtig zo je wilt).

MMM ('Macelleria Mobile di Mezzanotte', mobiele slagers van de nacht) speelt een heel cleane, mooi geproduceerde versie van Caribische gettomuziek, zoals je zou verwachten dat twee nette Duitse meneren met dure apparaten die zouden maken. Het geluid in de X-Ray is perfect, maar het dreigt geen moment sexy te worden, iets wat je met zulke ritmes wel zou hopen en verwachten. Halverwege klinkt een funky gitaarsample (laatste single 'Que Barbaro') en meteen komt er wat sjeu in de muziek die je de rest van de tijd moet missen. Een zangeres, een mc of een stel danseressen op het podium zou wonderen doen, maar er ook een heel andere act van maken. Wiegand en Fiedler gaan beiden al ruim twee decennia mee in de elektronische muziek en weten heus wel wat ze willen. Maar dit werkt gewoon niet. In de paar house/techno-nummers die ze ook spelen valt de muzikale benadering wél op zijn plaats. Het lijkt wel alsof ze daar zelf na al die jaren op uitgekeken zijn. De dansvloer duidelijk niet. (Job de Wit)