#LL13: The Veils nog altijd grillig

Zwartgallige rock op je zonnige zaterdag

Sjoerd Huismans, foto's Jelmer de Haas ,

De magere Finn Andrews ziet er nog altijd niet echt gezond uit, maar met zijn band The Veils gaat het uitstekend. Liedjes van de sterke plaat Time Stays, We Go, die dit jaar uitkwam, zorgen voor een flinke kwaliteitsimpuls bij liveoptredens. Shows waarbij de spanningsboog nog altijd wild heen en weer schommelt, zo blijkt vanmiddag in de India.

HET CONCERT:

The Veils, Lowlands India, zaterdag 17 augustus 2013

DE ACT:

Na eerder al een hitje gescoord te hebben met ‘Lavinia’, brak The Veils in 2006 definitief door met de uitstekende tweede plaat Nux Vomica. De verbeten klaagzang van de getormenteerde zanger Finn Andrews werd vertolkt in fraaie songs als ‘Not Yet’, ‘Jesus for the Jugular’ en het titelnummer. Daarna volgde Sun Gangs in 2009, een heel wat kalmere plaat met folky, akoestische instrumentatie. Maar het vuur is gelukkig weer helemaal terug op Time Stays, We Go, dat dit jaar uitkwam. De Londense indieband zoekt het weer meer in de chaos met wilde gitaarriffs en dynamische songs die elk moment kunnen exploderen. Met daaroverheen natuurlijk nog immer de opbeurende teksten van Andrews: 'We know there’s no turning back… and the road ahead… yeah the road ahead is burn to black.'
 
 

HET NUMMER:

Afsluiter ‘Nux Vomica’ is van alle nummers van The Veils het meest intens. In een dreigende opbouw vraagt Andrews aan de Heer wat er mis gaat in de wereld. 'What say you Lord / Now that they're breeding all our animals insane / And the remedy is growing harder to obtain / There's a white horse running wild through the switch-cane / I can hear him now / And I fear him.' In de refreinen barst de song volledig los. Andrews raakt gevangen in de snoeren van zijn gitaar en microfoon terwijl hij de song tot een einde krijst alsof de duivel hem op de hielen zit. 
 

HET MOMENT:

Andrews is nog altijd een beetje een ongemakkelijke frontman. Aan het begin van ‘Not Yet’ probeert hij het publiek eens bij de show te betrekken. ‘Jullie mogen al die dingen doen die … nou ja, die mensen op festivals doen. Meeklappen, zingen…’ Als het publiek inderdaad de lastige maat van de song probeert mee te klappen, raakt Andrews het ritme zelf kwijt. Er volgt een haastig: ‘Eh NEE niet klappen graag. Zing maar mee’.
 

HET PUBLIEK:

Tijdens ‘Not Yet’ gebeurt er wat in het publiek. Mensen kennen de song, dansen en zingen mee en er volgt een luid applaus. Waarom dan die depressieve, langzaam op gang komende opvolger ‘Vicious Traditions’? Het optreden vandaag in de India is grillig, na elk intens moment laat de band de aandacht weer verslappen. En dat merk je aan het publiek, dat niet zo goed weet wat het aanmoet met het optreden. Wellicht is het iets teveel zwartgallige rock voor een zonnige zaterdag. Gaandeweg loopt de India leeg.

HET OORDEEL:

Ondergetekende zag The Veils jaren geleden aan het werk in Doornroosje, Nijmegen. Finn Andrews was ziek, dat was althans het verklaring voor zijn stemgeluid, nog rasperiger dan normaal. Naast de piano stond een fles Jägermeister. Het ging nogal hard met die fles - de bassiste pakte hem op een gegeven moment af - en dat was te merken aan het chaotische optreden. Anno 2013 is The Veils nog altijd geen gelikte band. Maar eigenlijk hoop je dat de duivel en de drank Andrews’ geest blijven troubleren. Hoe zou je anders songs als ‘Nux Vomica’ moeten vertolken?  

DE FOTO: