#LL13: Jeroen Dijsselbloem geeft voorproefje Prinsjesdag

'Je lost de structurele economische problemen van Nederland niet op met meer overheidsuitgaven'

Willem van Zeeland ,

Minster van Financiën Jeroen Dijsselbloem spreekt het publiek op Lowlands toe over de crisis. Zal hij iets interessants te vertellen hebben? Of praat hij alleen nog maar met meel in de mond, sinds de beurskoersen kelderden na zijn uitspraak over Cyprus als blauwdruk? Dijsselbloem houdt het simpel en helder. Hij omschrijft vier pittige, structurele problemen van de Nederlandse economie die volgens hem niet op te lossen zijn met meer overheidsuitgaven. 'Steeds vaker hoor je dat de overheid moet stoppen met bezuinigen en dat de economie juist gestimuleerd moet worden door meer overheidsuitgaven. Dat is het gemakkelijke verhaal. Helaas moet ik jullie het moeilijke verhaal vertellen.'

1. De woningmarkt

De woningmarkt heeft zich volgens Dijsselbloem de afgelopen twintig jaar ontwikkeld in de verkeerde richting. De huizenprijzen zijn te hoog, met name door fiscale subsidie van de overheid in de vorm van de hypotheekrenteaftrek. Daardoor zijn er problemen ontstaan voor:
Banken: Zij hebben te veel en te riskant geld uitgeleend.
Starters: Zij kunnen geen huis kopen omdat de prijzen te hoog zijn.
Huizenbezitters: Zij zitten te vaak met een huis dat zij moeten verkopen voor een te laag bedrag, waardoor ze met een restschuld blijven zitten.
De Overheid: Loopt belastinginkomsten mis door de hypotheekrenteaftrek.
Door deze optelsom is er onvoldoende vertrouwen in de woningmarkt en dat is een ernstig probleem waar een structurele oplossing voor moeten komen.
 

2. De pensioenen

Het Nederlandse pensioenstelsel is volgens de minister een van de beste ter wereld. Maar toch hebben we een probleem: er is te veel beloofd. De ramingen waren te optimistisch, gebaseerd op vertrouwen in een hoge rente en goede aandelenkoersen. Die verwachtingen moeten op een realistische manier bijgesteld worden. Hij verwacht dat de rente laag zal blijven en geeft toe dat de overheid mensen te veel heeft gedwongen om veel te sparen, zonder het eindresultaat te garanderen. Dijsselbloem wil het pensioenstelsel veranderen: Minder fiscale aftrek en meer vrijheid voor burgers om zelf te kiezen hoe ze hun pensioen op willen bouwen.

3. De financiële sector

De crisis is in 2008 gestart bij banken. De welvaart in Nederland was onder andere toegenomen dankzij de enorme groei van de financiële sector. De groei was alleen tot stand gekomen met te riskante beleggingen. Toen het mis ging kreeg de overheid, en dus de samenleving de rekening gepresenteerd. De banken zullen hun balans moeten herstellen, ook leidt dat op korte termijn tot economische krimp, je ontkomt er niet aan dat de banksector zich duurzaam moet aanpassen.

4. De Eurocrisis

In 2010 kwam de tweede fase: De Eurocrisis. Het vertrouwen in de Euro is fors gedaald, maar op basis van dat vertrouwen in de Euro is in voorgaande jaren wel te veel geld geleend, ook in de Zuideuropese landen en dat geld moet terugbetaald worden.
 

Dijsselbloems conclusie

Geld uitgeven lost problemen niets op maar maakt de problemen erger. Dat soort gemakkelijke oplossingen zullen we als een boemerang in in ons gezicht terugkrijgen. Harde ingrepen zijn nodig voor herstel op lange termijn. Dijsselbloem geeft een heldere analyse van de problemen en hij geeft aan wat voor beleid er volgens hem nodig is. Het blijft alleen wel erg algemeen, want concrete maatregelen horen we nauwelijks.

We zullen zien waar hij volgende maand op Prinsjesdag mee komt.