The Veils, Sportveld, Into The Great Wide Open, zaterdag 7 september
#GWO13: De zon schijnt weer voor The Veils
Moeten we blij zijn voor Finn Andrews?
Alsof de hemel naar beneden donderde. Met bakken kwam de regen op het Sportveld terecht toen The Veils op de allereerste editie van Into The Great Wide Open speelde. Nu, vier jaar later, zijn ze terug om hun pop noir te vertolken bij de ondergaande zon. Finn Andrews lacht. Wat ongemakkelijk, maar toch: ook muzikaal is de somberheid langzaam vervaagd.
HET CONCERT:
DE ACT:
De wanhoop zit hem nog steeds in de ogen, maar de echte manie van frontman Finn Andrews is inmiddels wel verdwenen. The Veils heeft inmiddels alweer een viertal albums uitgebracht. Nux Vomica (2006) was een getergd hoogtepunt. In de tours die erop volgde leek het alsof de duivel Finn Andrews in de nek hijgde. Soms probeerde de man zijn demonen te bezweren met flessen sterke drank, andere keren ging hij krijsend en gillend ten onder, met vaak legendarische shows tot gevolg. Eerder dit jaar bracht de band Time Stays, We Go uit, dat die gekte wat achter zich laat voor vriendelijker klinkende liedjes. Nou ja, vriendelijk? Ze verhalen nog altijd over schizofrenie, een naderend einde en de mogelijkheid van zelfmoord, maar hebben niet meer die erupties waar The Veils juist zo bekend om stond. Vandaag ligt de nadruk op die laatste plaat…
HET NUMMER:
…maar dat wil niet zeggen dat daar meteen ook de kracht van de set ligt. Zonder uitzondering zijn het die intense, getergde songs van de tweede plaat die overtuigen. Calliope en Not Yet worden tegenwoordig met zware blazers aangedikt, Jesus for the Jugular is die duister extatische apotheose als afsluiter, maar het absolute hoogtepunt is titeltrack Nux Vomica, met Bijbelse verwijzingen en die laatste zin voordat het geweld écht losbarst: "Honey, it ain't hard to lose your grip in the midst of all of this, but it ain't far to fall."
HET MOMENT:
Denk nou niet dat dat alles is wat Finn Andrews kan: krijsen als een pikzwarte kraai. Hij heeft ook een paar hele mooie, troostrijke liedjes geschreven en is gezegend met een bijzonder donkere baritonstem. Sit Down By The Fire is de enige in die categorie die ze vanavond spelen, maar het wordt piekfijn uitgevoerd. Vooruit, en Out from the Valley & Into the Stars, maar die voelt vandaag wat saaitjes.
OOK OPMERKELIJK:
Op Lowlands en Motel Mozaïque wilde Andrews wel verzanden in brabbelanekdotes over de pornofilms die in het huis tegenover het zijne werden opgenomen en over het al dan niet meeklappen tijdens liedjes. Vandaag niets van dat alles: gewoon een strakke set zonder al te veel geouwehoer.
HET PUBLIEK:
Ze zijn er hoor: de meisjes vooraan die woord voor woord elke getroubleerde zin meezingen, die hun armen in de lucht gooien wanneer hun lievelingsliedje wordt gespeeld, die stiekem hopen dat ze Andrews mee naar huis mogen nemen in de veronderstelling dat zíj hem kunnen oplappen, 'beter' kunnen maken en zijn zorgen laten vergeten.
HET OORDEEL:
Maar zo slecht gáát het helemaal niet meer met Andrews. Hij doet niet meer aan alsof hij zich na de show gaat verhangen in de backstage, alsof hij zich klem móét zuipen, omdat hij anders het gewicht van het leven niet aankan. En het materiaal van die laatste plaat? Er zitten een paar mooie liedjes tussen, maar zowel op plaat als live evenaren ze nergens het niveau van eerder werk. De angel is eruit, zo simpel is het. De zon mag weer schijnen. Eigenlijk moeten we blij zijn voor Andrews, maar legendarisch is The Veils niet meer.