#GWO13: De zoektocht naar ruimte van Tindersticks

Stuart Staples: “We gaan het publiek op ITGWO aanvallen, anders overleef je het niet”

Tim Schakel ,

De band Tindersticks staat aanstaande zaterdag op het Into The Great Wide Open en bestaat inmiddels al langer dan twintig jaar. De laatste keer dat ze op een festival speelden in Nederland ging het faliekant mis. Op het Cross-Linx festival in Eindhoven werd er keihard door het optreden geouwehoerd, waardoor de band na 40 minuten het optreden beëindigde. Schreeuwen tijdens een optreden van Tindersticks past ook niet bij de muziek, want het is het beste te omschrijven als cineastisch met een vleugje Nick Cave. Op Vlieland gaan ze echter vol in de aanval met een nieuw album op zak, dat 14 oktober uitkomt. In combinatie met de tour vieren ze het 21 jarige jubileum van de band. 3voor12 sprak met de charmante frontman Stuart Staples. “Met een Greatest Hits album zeg je eigenlijk dat je als band dood bent.”

Voor het interview met de Brit Stuart Staples moet er gebeld worden naar Frankrijk. Een aantal jaren geleden is hij vanuit het overbevolkte Londen daarheen verhuisd met zijn vrouw en vijf kinderen na een behoefte aan ruimte. Niet alleen fysieke woonruimte voor de muziekstudio van Stuart en de atelier van zijn vrouw, die kunstenares is, maar ook ruimte voor in het hoofd. “Ik heb space nodig om muziek te maken en te creëren en daarom moest ik weg uit Engeland”, vertelt Stuart. Met frisse wind heeft Tindersticks vorig jaar het goed ontvangen album The Something Rain uitgebracht, dat de band zelf heeft geproduceerd in de studio van Stuart Staples in Frankrijk. Inmiddels staat er een nieuwe langspeler klaar om gereleased te worden. Niet zomaar een plaat, want ze hebben oude nummers die nooit zijn uitgebracht opnieuw opgenomen in de ruimtes van het prestigieuze Abbey Road studio ter ere van het 21 jarige jubileum van de band. In plaats dat Tindersticks dit viert met een Greatest Hits-album kiezen ze voor een andere aanpak. “Een Greatest Hits-plaat is als eerste besproken, maar alles aan dat concept is dood. Het is de doodsteek voor je band. We willen met deze plaat laten zien waar we nu zijn”, legt Stuart uit.

Across Six Leap Years is de titel van het album en geeft de tijdsperiode aan van de band?
“Dat klopt. Het is een referentie aan de jaren die een extra dag hebben. Jullie hebben vast een andere naam voor leap years?”

...ja bij ons heet het een schrikkeljaar. Het is dus eigenlijk een classy manier om te zeggen dat jullie al ruim twintig jaar samen zijn?
“Haha.. ja inderdaad, iets van we zitten tig jaar in de muziekwereld.”

Er zijn muzikanten die zeggen dat een liedje is wat het is. Dus met andere woorden, als een nummer niet werkt, dan is het óf niet genoeg of het heeft gewoon niet zo mogen zijn. Jullie brengen nieuw leven in oude nummers. Is dat niet een onnatuurlijk proces?
“Nee, dat denk ik niet, want soms komen liedjes vast te zitten in een bepaalde tijdspanne. Een song op zichzelf is geen recording en het opnemen daarvan is een gewoon een complex proces. Ten eerste moet je het schrijven, dan moet je de band inspireren en vervolgens moet je op het juiste moment, de juiste plek, de juiste mensen om je heen hebben om het op te nemen. Al deze elementen bepalen of een opname een succes wordt of niet. Neem bijvoorbeeld Say Goodbye To The City. We zijn nu pas in staat om het juiste gevoel te vangen bij deze song. Tien jaar geleden hadden we moeite om deze track te begrijpen en hoe we er mee moesten connecten. We kregen het toen niet voor elkaar om de juiste feeling te pakken. Nu gaat het ineens heel makkelijk. Het heeft dan in feite weinig te maken met het liedje zelf, maar te maken met de manier waarop we het zelf hebben geïnterpreteerd.”

Dus het probleem lag destijds bij de energie van de band?
“De energie is zeker belangrijk, maar ook kennis en ervaring die je zelf opdoet in je leven. Het schrijven nu is heel anders dan twintig jaar geleden. Op dat moment begreep ik niet alle nummers zo goed als nu. De songs zijn met mij meegegroeid door de jaren heen en ik kan ze beter plaatsen.”

Voelt dat niet vreemd? Want al die liedjes zijn geschreven vanuit een bepaalde emotie of stemming. Je zou denken dat je door het herschrijven de essentie mist van de betekenis van een bepaalde song?
“Het is niet zo dat we de oude songs beter wilden maken of hetzelfde gevoel wilden bereiken. Eigenlijk het tegenovergestelde. De songs moeten juist kenmerkend zijn voor waar we nu staan als band. Het is dus eigenlijk een cover-album. Een voorbeeld is het nummer A Night In. Ik schreef dat nummer twintig jaar geleden over een relatie die ik had met een specifiek persoon. In deze song zit een gevoel van boosheid, maar tegenwoordig is het niet meer zo eenzijdig. Ik krijg andere gevoelens bij A Night In. De woede is nog wel terug te horen in het nummer, maar er zit ook een gevoel van tederheid en begrip in. Dit proces heeft me geholpen anders te kijken. Het is daarom een belangrijke track voor mij.”

Je zegt vaak dat de ruimte, mensen om je heen etc essentieel zijn voor hoe een album uiteindelijk klinkt. In hoeverre is Abbey Road bepalend voor het geluid van deze plaat?
“We zijn niet naar deze studio gegaan voor ‘The Beatles-sound’ of iets, maar omdat we opzoek waren naar een goede studio in Londen. Bovendien hadden we een grote ruimte nodig. Abbey Road heeft een bepaalde karakteristiek sound en dat hoor je natuurlijk terug. Bovendien is deze studio legendarisch. Maar het is met name het niveau van de mensen die daar werken, die het naar een hoger plan trekken. In vergelijking met het vorige album kon ik mij puur concentreren op de muziek en mijn zang en dat was lekker.”

Bij het maken van je vorige album The Something Rain was je erg gelukkig dat je alles zelf kon doen en nu geef je het toch uit handen…
“Destijds moest ik het zelf doen. Er was voor mij geen andere manier. Ik wilde het zelf onder controle hebben, maar ik houd van afwisseling en om projecten verschillend te benaderen. Dus nu was het tijd om het op deze manier te doen.”

Into The Great Wide Open en de verjaardagstour
Tindersticks begint aanstaande zaterdag met een nieuwe tour. Ze zullen twaalf optredens geven door Europa, waarvan twee in Nederland. De eerste op Into The Great Wide Open en het tweede optreden in het concertgebouw in Amsterdam, waar de band naar uitkijkt. De laatste keer dat Tindersticks op een festival stond in Nederland ging het dus flink mis. Er lijken maatregelen genomen te zijn voor de volgende reeks optredens.

Jullie hebben gekozen voor speciale locaties, voornamelijk in concertgebouwen. Heeft dit te maken dat mensen aandachtiger luisteren op dit soort locaties?
“Nee, dat is niet de reden. We houden van afwisseling en spelen daarom op verschillende plekken. Het is fijn als je ergens akoestisch kan spelen en dan weer met een groot orkest. Voor deze tour is het belangrijk voor ons om op zoek te gaan naar speciale plekken, omdat we iets te vieren hebben als band.”

De tour begint op Into The Great Wide Open aanstaande zaterdag. Dat is een festival en is toch heel anders dan de rest van de locaties, veel rumoeriger waarschijnlijk. Hoe pak je dat aan?
“Dit optreden staat eigenlijk los van de verjaardagstour. In de concerthallen spelen we twee lange sets met een orkest en anderen gast-artiesten. Op Into The Great Wide Open is de bezetting veel kleiner.”

Wordt de show daardoor intiemer?
“Nee, want wanneer je op een podium staat midden in een veld moet je het publiek aanvallen, anders ga je eraan. Dus we gaan vol aan de bak en hopelijk kunnen we wat momenten van intimiteit creëren.”

Tindersticks speelt zaterdag 7 september op ITGWO en 29 oktober in het Concertgebouw in Amsterdam