Bombino, Into The Great Wide Open Sportveld, zondag 8 september
#GWO13: Verwoestijning Vlieland ernstig versneld door Bombino
Onwaarschijnlijke Afrikaanse held verspreidt geluksgolven met gitaar
Het is bepaald geen Sahara, maar de zon brandt op het Sportveld, vier mannen in Afrikaanse gewaden staan op het podium en laten een bezwerende bluesy woestijnstorm over Vlieland razen. Bombino is de naam, de eerste artiest uit Niger op Into The Great Wide Open en meteen afsluiter van het festival op het hoofdpodium. Veel woorden maken ze er niet aan vuil, maar met vier instrumenten serveren ze een zeer hypnotiserende cocktail.
HET CONCERT:
DE ACT:
De hoofdact van deze slotdag is een bijzondere: een bluesy gitarist uit het noorden van Niger, een zoon van het Toeareg-volk, de nomadische Berberstammen die in Mali, Algerije en Niger traditioneel in de Sahara leven. Zo zien Omara Moctar (het brein van Bombino) en zijn gitarist en bassist er ook uit. Er waait wel meer Afrikaanse muziek over, de reden dat Bombino zo breed aansloeg dat we hem in 3voor12 Radio, het clubcircuit, op Lowlands en ook hier mogen bewonderen is dat hij een uitstekende tweede plaat heeft gemaakt met Black Keys-gitarist Dan Auerbach. De 33-jarige Afrikaan was op eigen kracht al even bezig. Hij leerde in ballingschap in Algerije (na de Toeareg-opstand van 1990, waarin gitaarmuziek als rebellie werd gezien en twee collega-muzikanten geëxecuteerd werden) de muziek van Jimi Hendrix en Mark Knopfler kennen. Hij combineerde het bestaan van herder en muzikant en tussen opstanden en verbanningen door strikte een filmmaker hem voor opnames die begin 2011 leidden tot debuutalbum Agadez. Door het succes van die plaat kwam Auerbach hem op het spoor.
HET NUMMER:
Azamane Tiliade is ook op het toepasselijk getitelde album Nomad een van de beter opgebouwde prijsnummers. De klaaglijke Arabische zang in het intro, de qua percussie wat zwaardere aanzet, de rondcirkelende gitaren, repetitieve, trance-opwekkende (wel even de ogen dicht doen) grooves en samenzang met zijn Afrikaanse secondanten zijn helemaal raak. En dan perst Moctar in dit nummer die riffs er ook wat scherper en rauw uit. Dat mag best, de productie van Auerbach heeft het wat toegankelijker gemaakt, maar gelukkig niet gladgestreken. Ook live laat hij nog even horen, waarom hij de West-Afrikaanse Jimi genoemd werd.
HET MOMENT:
Het lichtvoetiger swingende Imuhar, met klaaglijke zang die sterk aan de Ivoriaanse reggae-ster Alpha Blondy doet denken, is een voornaam hoogtepunt. Het is de eerste keer in de show dat bassist en gitarist de zang van frontman Moctar versterken, de eerste keer dat iemand crowdsurft en vooral een zeer meeslepend nummer. Zoals de meeste Bombino-tracks heb je het gevoel dat ze dit eindeloos kunnen en mogen doorvoeren.
OOK OPMERKELIJK:
Ook deze afsluiter komt terug voor een toegift, maar opeens staat er een blonde vrouw in zwarte jurk tussen. Ze beweegt zwoel rond en durft met de luchtgitaar ook wel een duel aan met Moctar en zijn gitarist.
HET PUBLIEK:
De zon schijnt al even volop, de temperatuur is behaaglijk, iemand heeft een enorme strandbal gelanceerd die ruim een uur wordt hooggehouden en een stel kinderen blazen een zee aan zeepbellen die over de eerste rijen waaien; de sfeer is echt top en mensen staan voor de verandering eens tot voorbij de geluidstoren te springen of heupwiegen. Een stel vrouwen van in de veertig wekt blootsvoets de indruk aan een voodoo-ritueel bezig te zijn (voor Arabische begrippen zien ze er inderdaad door de duivel bezeten uit). Een meter verderop gaat een vrouw bij haar aan een rolstoel gekluisterde partner op schoot en veel ouders geven hun kinderen vanaf hun schouders een voordelig blikveld op dit zonderlinge Afrikaanse schouwspel.
HET OORDEEL:
Verrassend goed uitgevoerd, die muziek van Nomad, door vier uitstekend ingespeelde muzikanten die zich wel erg keurig aan hun spel en plek op het podium houden. Daar is nog winst te boeken. Een set als deze kan van goed naar subliem getild worden door wat nummers slimmer uit te voeren, bijvoorbeeld met meer spanningsbogen door beter getimede terugkerende versnellingen en door wat handiger het publiek te bespelen. Veel nummers lijken ook wat op elkaar en de heren pauzeren soms wat te lang tussendoor, waardoor de aandacht bij een deel verslapt. Niettemin vormt het viertal een boeiende verschijning en laten ze muzikaal geen steken vallen. Sterk wapen is de straffe drummer, de enige blanke in de band, die er continu een enorm opzwepend tempo op na houdt en met extra aandacht voor de kleine tomdrums het tribale gevoel versterkt. Resumerend is deze wereldse band een verademing en een uitstekende afsluiter, die bijna het slot van de zaterdag op het Sportveld doet vergeten. Gemist? Herkansing op 17 oktober in 013, Tilburg, 19 oktober in Patronaat, Haarlem of 20 oktober in Tivoli de Helling, Utrecht.