De doemvoorspellingen over Ahoy lijken uit te komen. Voor 2013 staan nog nauwelijks popevenementen aangekondigd, terwijl in Ziggo Dome al meer dan twintig shows gepland staan. Dat moet ook wel, want volgens Ziggo Dome topman en Mojo-gigant Leon Ramakers heeft het Ziggo Dome zo'n zestig shows per jaar nodig. Logisch dus dat Mojo zijn grootste shows het liefst in Amsterdam organiseert. Ziggo Dome is strikt genomen geen eigendom van Mojo of Live Nation, maar in de top van beide bedrijven duiken dezelfde gezichten op.

Why don't we play Amsterdam?
Maar de belangrijkste bedreiging voor Ahoy is toch echt de voorkeur van de artiest, denkt Ramakers. "In het verleden hebben we veel concerten gedaan in Rotterdam in het Feyenoord stadion. Ik heb toen meteen tegen Rotterdam en de directie van het stadion gezegd: als Amsterdam komt ben je het tweede stadion van Nederland. Al die tijd werd me de vraag gesteld: why don't we play Amsterdam? Er was geen stadion. Nu staat er een stadion waar ook nog eens 4.000 mensen meer in passen. Ik heb lang voordat het stadion er stond gezegd: het leven wordt anders."

Dat mechanisme werkt zeker niet alleen zo in het topsegment, en ook niet alleen voor Rotterdam. Volgens promotor Willem Venema (Double Vee Concerts) - een zelfverklaard provinciaal - is het moeilijk bands te overtuigen om meer shows te doen dan alleen in Amsterdam. "Mensen vinden Amsterdam geografisch handig, en probeer iemand uit Brooklyn maar eens uit leggen waar Woerden, Emmen of Heerlen ligt. Het lukt me nog wel regelmatig om een band te overtuigen dat je je following beter kunt concentreren en vasthouden door meer dan een optreden te geven. Maar dat moet financieel gecompenseerd worden. Als je mee wilt doen met Amsterdam, moet je diep in de buidel tasten, zodat je dat in elk geval niet als argument krijgt."

Over de kop
Toch slagen steden als Utrecht en Groningen er veel beter dan Rotterdam in toch een bruisende popcultuur in hun stad te hebben, ziet ook Venema. De afgelopen jaren sloten popzalen Waterfront, Nighttown (en opvolger Watt), Exit en Heidegger. De gemeente stak veel geld in urbanpodium De Nieuwe Oogst, dat inmiddels ook over de kop gegaan is. Intussen ontbreekt een zaal voor 1.000 bezoekers, een cruciale factor voor een gezond popklimaat. "Het ontbreekt in Rotterdam aan de politieke wil om zo'n zaal te hebben, kennelijk ook aan continu talent om zo'n zaal te runnen, maar misschien ook aan het publiek om hem te vullen. Als de continuïteit weg is, is het moeilijk zalen te vullen."

Dat ziet ook Harry Hamelink, oud-programmeur van Nighttown, de laatste jaren vooral bekend van festival Motel Mozaique. "Het runnen van een goed poppodium begint bij goede inhoud, goede ideeën en goede mensen. De hand in eigen boezem stekend als Rotterdam: blijkbaar is er de afgelopen jaren geen partij gekomen die dat gat op een goede manier heeft gevuld. Het moet ook een een-tweetje met de gemeente zijn. Geen podium van dat formaat kan bestaan zonder overheidssteun, terwijl men in Rotterdam heeft geleund op de gedachte dat popmuziek zichzelf wel kan bedruipen."

Oefenruimtecomplex Frikandel
Aan de onderkant gebeurt nog wel heel veel, vindt David Fagan, frontman van de Rotterdamse band Rats On Rafts, die wijst op het nieuwe oefenruimtecomplex De Frikandel. "Die zit bij de Coolhaven. We hebben overal wel oefenruimtetjes, al is er wel wat verloren gegaan toen met Waterfront en zaal, oefenruimtes en een studio sloot." Fagan reageert op een uitspraak van platenzaakeigenaar Rein Mos (Plato Rotterdam), die opmerkte dat zelfs Rotterdamse bands tegenwoordig Paradiso interessanter vinden dan een Rotterdamse zaal. "Ik vind: als je uit Rotterdam komt, moet je ook in Rotterdam iets doen. Ik ben trots op de stad waar ik vandaan kom en vind het nooit echt leuk om naar Amsterdam te gaan. Als ik mijn plaat daar zou presenteren, zou ik een verrader zijn."

Rats On Rafts presenteerde tot nu toe bijna alles wat de band te presenteren had in Worm, de laatste keer werd gekozen voor de Schouwburg, in samenwerking met Harry Hamelink. "Er is een bruisend circuit op het gebied van de kleine zalen, met Worm, Baroeg, Rotown en Roodkapje", vindt ook Hamelink. "Dat zijn goede clubs met goede programmeurs en promotors. Maar het is wel allemaal tot een capaciteit van 250." De tussenzaal van het formaat Nighttown ontbreekt, maar ook Ahoy is volgens hem heel belangrijk voor de stad. "Neem een band als Of Monsters And Men. Die heeft in Exit gespeeld voor veertig man, maar kan nu eigenlijk niet meer in Rotterdam spelen. Een ander voorbeeld: Radiohead speelde in Lantaren/Venster toen daar nog popmuziek geprogrammeerd werd, op Metropolis, in Nighttown voor 550 man, en vervolgens in Ahoy. In vroeg stadium kun je als stad een band opbouwen met een band, met hun management. Als je die onderhoudt kunnen later bijzondere projecten ontstaan."

Intussen is een situatie gecreëerd waarin op los-vaste basis toch concerten worden georganiseerd. Harry Hamelink speelt met zijn Motel Mozaique een sleutelrol, maar hij heeft geen vaste plek. Zo werkt hij met onder meer De Doelen en Corso. Hamelink: "Er is nu een stadsinitiatief (Popkantoor, red.) voor het openen van een tijdelijk poppodium voor vijf jaar. als dat het wordt, zou Rotterdam over anderhalf jaar weer een zaal kunnen hebben. Anders duurt het minstens vier, vijf jaar. En in de tussentijd mis je heel veel." Fagan: "Gelukkig gaat het met Feyenoord wel goed."
 
Bekijk alle 22 talkshow-items in onze YouTube-playlist.