Kurt Vile: "Mijn vrouw schrok zich dood toen ze mijn tourschema zag"

Zanger uit Philadelphia maakt dubbelalbum vol lange liedjes

Atze de Vrieze ,

"Kurt Vile is the obvious heir to everything good about contemporary rock." Was getekend: Brett Easton Ellis. Die kan hij in zijn zak steken, dat kleine mannetje met lang krullend haar voor zijn gezicht. Hij is niet de enige fan van het werk van de man uit Philadelphia, die de afgelopen jaren met iedere release meer respect oogstte. Nu is er Wakin' On A Pretty Daze, een dubbelalbum met liedjes die haast per definitie de zeven-minuten-grens overschrijden.

"Eerlijk gezegd wist ik niet wie Brett Easton Ellis was", vertelt Vile. "Mijn tourmanager vertelde dat hij een groot schrijver is." Hij is geen makkelijke, wel een zeer sympathieke prater. En een lezer, zo blijkt. Want na die lofbetuiging in oktober - op Twitter! - is Vile begonnen aan het veelbesproken oeuvre van Ellis. "Ik ben nu toe aan mijn laatste, Glamorama. Ik heb al zijn klassiekers gelezen: American Psycho, Lunar Park, Less Than Zero. Ik vind hem echt een geweldige schrijver, zijn personages zijn levensecht, de satire en zwarte humor spreken me heel erg aan. Ik hoop dat ik hem een keer mag ontmoeten. Er wordt aan gewerkt, mijn nieuwe album gaat sowieso zijn kant op."

Zijn enthousiasme heeft iets ontroerends. Alsof ie zich met elke roman beter realiseerde wat zo'n vriendelijk bedoelde tweet eigenlijk voor waarde heeft. Kurt Vile heeft bepaald geen stormachtig carrièreverloop gekend. Hij is de zoon van een machinist met tien kinderen uit Philly. Als oudste jongen kon hij zich veroorloven de jongere broertjes en zusjes soms de kamer uit te bonjouren als hij gitaar wilde spelen ("heel soms luisterden ze naar mijn orders"), maar naam maken voor zichzelf deed hij pas aan het eind van zijn twintiger jaren. Zijn eerste platen verschenen op kleine labeltjes, tot hij opgepikt werd door het toonaangevende indielabel Matador. Met name zijn vorige album Smoke Ring For My Halo kreeg veel erkenning, zowel in de jaarlijstjes als bij het publiek. "Ik heb heel veel gespeeld destijds", herinnert Vile zich. "Mijn vrouw schrok zich dood toen ze mijn tourschema zag. Het was ook krankzinnig, aan een stuk door. Het was zwaar om veel bij mijn gezin weg te zijn. Ik ben gemaakt om muziek te maken, niet per se om op tour te zijn. Dat is mijn baan. Maar ik heb geleerd hoe ermee om te gaan. Ik zou geen van tweeën willen missen. Als ik klaar ben met een tour wil ik iets hebben om bij thuis te komen."

Het relatieve succes gaf hem een klein beetje vrijheid, en die heeft hij gretig tot zich genomen. Het resulteert in een van de beste liedjes die hij ooit maakte, het openingsnummer van zijn nieuwe album, Wakin' On A Pretty Daze. Hij laat in dat liedje de telefoon letterlijk van zijn nachtkastje trillen. "I guess it wanted to kill himself", grapt hij in het liedje, dat vervolgens negen minuten lang uitgesponnen wordt. "Nu ben ik wel bereikbaar, maar ik heb periodes gehad dat ik gewoon vier, vijf dagen de telefoon niet op nam. Ik vond dat ik dat verdiend had, na al dat harde werk. Even veel tijd doorbrengen met mijn familie. Ik heb mezelf genoeg bewezen." Ook vriendschap speelt een rol op het nieuwe album, in het liedje Girl Called Alex. "Een geweldige vriendin die het verdiende in een song te belanden", aldus Vile. Wat er precies voor zorgde dat hij met een mengeling van nostalgie en melancholie aan haar dacht, wil hij liever niet kwijt.

Zes maanden besteedde hij aan het nieuwe album. Eerst alleen, volgens met wisselende muzikanten, waarvan sommigen met hem mee zullen gaan op tour, anderen niet. Meest opvallende gast is Stella Mozgawa, drummer van de band Warpaint. Een krachtige, grootse drummer die in haar eentje het niveau van haar band op het podium twee niveaus omhoog tilt. "Stella is geweldig", zegt Vile. "Heel muzikaal, ze luistert heel nauwkeurig. En ze is een meisje, dus ze drumt zonder de testosteron die je vaak hoort." Dat is geen onbelangrijke kwaliteit, want Vile flirt graag en veel met typische southern rock, maar hij is in de verste verte geen macho poseur. Hij vervolgt: "Ik heb haar ontmoet op het Primavera festival, en sindsdien kwamen we elkaar een aantal keren tegen. Ik ken niemand die zo'n grote professional is als zij. Pas toen we samen gingen opnemen, zijn we ook vrienden geworden." 

Bijna alle songs begon Kurt Vile in zijn eentje op de gitaar. De basisstructuur - feitelijk meer gitaarpartijen dan coupletten en refreinen - nam hij zelf op. "De rauwheid van de ideeën moest behouden blijven, het moest niet te afgetraind klinken. En dan begint het: overdubs. Laag voor laag toevoegen." Het geheim van de Vile's sound ligt daar: zijn lange songs zijn geen Bohemian Rhapsody-stijl mini-opera's tjokvol ideeën, het zijn langzaam uitwaaierende composities. Meerdere gitaarpartijen vouwt hij om en over elkaar heen, zodat ze langzaam in elkaar op gaan. Wakin' On A Pretty Day, het openingsnummer, is majestueus in zijn onderkoelde sfeer en onthaastende werking. Met Vile's slome stem, die door Kim Gordon met niemand minder dan Lee Hazlewood vergeleken is. Er zit een gitaarsolo in van meer dan een minuut, die geen moment macho aanvoelt. 

Het zijn songs waar je van moet leren houden. Precies zoals de meeste mensen waarschijnlijk weinig kunnen met Vile's gesloten manier van spelen op het podium, haar voor het gezicht, neus richting schoenen. Maar ondertussen weet hij je ongemerkt mee te slepen. Hoe moet dat gegaan zijn, een dag voor zijn interviewdag in Amsterdam? Via een vriendin van een vriend van zijn tourmanager belandde de zanger in partycafé Candela, zo'n typische slechte toeristentent pal achter het Leidseplein. Er was een open mic avond aan de gang, en Vile is het podium op gestapt. "Het deed me denken aan de tijd dat ik veertien was. Open mic-avonden, schitterend. Of de mensen me begrepen? Ach, de meesten besteedden vooral aandacht aan elkaar. Iemand speelde mondharmonica met me mee. Hij moest mij vertellen in welke toonsoort ik speelde. Ik zet gewoon mijn capo op de hals en begin te spelen."

Wakin On A Pretty Daze van Kurt Vile is verschenen bij Matador/Beggars en nu nog tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.