Dekmantel is ondanks de gestage groei een nette organisatie (vergeet het dixi-incident in het Amsterdamse Bos), wiens feesten gekenmerkt worden door een goede sfeer en prima programmering. Dat merk je ook dit jaar, nu naast MC Theater ook de aanpalende North Sea Jazz Club meedoet. Resultaat is twee goed geoutilleerde zalen waar je ook tot laat wat kunt eten, genoeg zitplaatsen en vriendelijk personeel dat de boel ook op gezette tijden schoonmaakt. Voor de deur staan de kluisjes, die geen 8 (elders heel gewoon!) maar 2 euro kosten. Vriendelijk geprijsd ja.
En dan heeft de organisatie nog een uniek experiment om dringen te voorkomen: eenrichtingsverkeer! Jawel, om in het MC Theater te komen moet je door de bar van de NSJazzclub, rechtsaf, buitenom en zo beland je in de MC foyer. Wil je terug naar de NSJazz-zaal dan verlaat je het MC aan de andere kant en loop je weer rechtsom naar buiten. Prettig voor de doorstroom en zo maak je meteen wat kilometers. Snel switchen is lastiger. Door de routing (en vooral de continu afgekegde main room) is de kleine zaal wel moeizaam bereikbaar, wat zich in een lage bezetting vertaalt.
#ADE13: Dettmann en Klock zetten de onverbiddelijke Ostgut Ton
Berlijns label doceert op Dekmantel breder dan strenge leer schoolmeesters
Net als vorig jaar presenteert Dekmantel een uitverkochte vierdaagse op ADE. De Amsterdamse organisatie rijgt - ook met Lentekabinet en Dekmantel Festival - de successen aaneen. Vanavond hebben ze ook nog eens het vermaarde Duitse Ostgut Ton label uitgenodigd, dat met Ben Klock, Marcel Dettmann en Marcel Fengler bovendien de kanonnen uit de Berlijnse Berghain club meeneemt. Maar hoe pakt dat nu uit, zo'n zondagnacht na vijf lange dagen Amsterdam Dance Event?
Nu met extra zaal en logistiek experiment
Verstand op nul, blik op oneindige Klock-set
Er staat inderdaad maar vijftien man bij nd_baumecker. De Berlijner gaat wel hard op de acid techno toer. Stukje warmer dan Klock, die in de grote zaal staat te vlammen met die kale, duistere techno. Daar is het wel druk. Hij en maatje Marcel Dettmann zijn de onverwoestbare residents uit de Berlijnse Berghain (Panorama Bar) en stonden met releases aan de basis van het daar in 2007 ontstane Ostgut Ton(träger) label. Handelsmerk van Klock is machinale hardtechno, minimaal en behoorlijk uitgebeend: niet teveel stemmetjes of andere gekkigheid die kunnen afleiden. Hij houdt het tempo hoog, even een flard lucht door de beat weg te draaien en doorpompen maar. Of verzuipen natuurlijk, maar daar lijkt deze zondag niemand voor te kiezen.
Op 2/3 van zijn set van drie uur staat enkel de grote MC-zaal vol. Dit is toch wel vuist in de lucht techno of eigenlijk: vuisten. Met wel wat fijne kleine techno-geluidjes erachter die het allemaal net behapbaar houden. Het zijn vaak niet de bekende tracks maar subtiele verschuivingen van de patronen die de handen omhoog en kelen schor krijgen. Het is het soort perfectionisme van de kale school. De Duitse (minimale) Zero-kunst vertaald naar techno. De soundtrack van de Oostblok-architectuur.
Tobias punt Freund
In de kleine zaal is Tobias. aan een zeer opzwepende liveset begonnen. De al dertig jaar voor anderen producerende Duitser Tobias Freund krijgt live, via samenwerkingen met Atom™ en Villalobos en met eigen werk op Ostgut Ton ook veel handen op elkaar. Natuurlijk is de zaal leeg dankzij de concurrentie van Klock. Maar hoewel Tobias. minder adempauzes biedt, is zijn technoset warmer, swingender en dwingender. Bij hem zoemen de synths als boze wespen om je oren, terwijl hij die nerveuze hi-hats in je oorschelpen drukt. Ondertussen neemt Klock ook geen gas meer terug en geselt de bezwete Dekmantel-gangers in de laatste 10 minuten met striemende techno. De man weet van geen ophouden.
Functioneel hard?
Function volgt met een liveset van een uur. De Amerikaan David Sumner woont al even in Berlijn, vormt met Karl O'Connor (Regis) het succesvolle Sandwell District en Tobias. mixte zijn debuutalbum Incubation (maart 2013) voor Ostgut Ton. Function is flink aan het zwiepen in de MC main. Hij pakt even slim rust, laat de bezoekers drie minuten zweven, maar gaat dan los als een houthakker op rohypnol. De afgeladen zaal gaat er hard op. En harder. Opvallend. Dit voelt toch een beetje als de hard-harder-hardst trend die al eerder wat subgenres de das om deed.
Luke Slater offreert weer een alias: L.B. Dub Corp
Door naar L.B. Dub Corp, het zoveelste alias van Luke Slater. De Britse held brengt er in november een album mee uit op Ostgut Ton (met Function en dub-poëet Benjamin Zephaniah, preview hier). Net als op de eerdere Take It Down (In Dub) EP dropt hij minder BPM's (dan Planetary Assault Systems), maar techno en house met dub- en classic (Chicago) elementen. Live is Detroit met Robert Hoods Black Technician ook in het huis. Slater gaat van groovy Detroit techno met maximale zoem, veel technoïde geluiden en kerkzang naar de deephouse van Doka (op het Wolfskuil-label van Darko Esser). Dat gaat me toch een partij lekker door de mix met op de achtergrond Afrikaanse soul ('Don't Go Lose It Baby' van Hugh Masekela, zegt Shazam). Dit is dansbaar hoor, melodieus en intelligent. Niet te versmaden en met zo'n soulvolle groove dat het mogelijk blijkt om Marcel Dettmann even links te laten liggen. Slater is ook de eerste die de kleine zaal een beetje vol krijgt. Jammer van die mc.
Dettmann gooit acid house in de rücksichtslose Berghain technomix
Terwijl hij het met een Cari Lekebusch track laat klinken alsof hij een golfplaten tent afranselt, glippen we de hoek om. Daar legt langharige Dettmann een snoeiharde acid/Chicago house-plaat op (het expliciete Transaxual van Armando) en gooit die in de rücksichtslose Berghain technomix. Briljant gemixt met die didgeridoo acid sample op de achtergrond! Dettmann duwt 'm nu door in standje militant en gaat wel heel hard. Het knappe is dat hij door zo weinig toe te voegen het publiek toch zo uitzinnig krijgt. Hij loopt heen en weer achter de decks, wappert met zijn manen als een hardrocker, steekt een peuk op, veegt het sluike haar achter z'n oren en legt een genadeloze track van Bobmo (Fransman op Boysnoize Rec.) op. Vrijwel elke plaat gaat gestaag naar knalpunt (bijna sirenemoment), soms eerst een andere erin, dan de schuif open en dat publiek bedienen. Machtig gezicht hoe hij er zelf ook hard op gaat en die vuist in de lucht pompt. Hij draait toch net wat gevarieerder dan maatje Klock.
De enige Nederlandse op Ostgut Ton: Steffi
Meer waardering voor Armando. Nu bij Steffi, de enige Nederlandse op Ostgut Ton. Ze zetelt zowel op het label, bij het boekingskantoor als in de Berghain als resident. Uniek voor een Nederlander. Steffi is wel meer meer van de four-to-the-floor aanpak, maar dat gaat beregoed in de nu goed gevulde NSJazzclub. Ze oogt geconcentreerd, een tikje nors legt ze haar platen op en zingt de samples mee. 'Detroit' (Anthony Shakir) komt voorbij, acid house ook. Steffi is wat minder rechtlijnig dan collega's Dettmann en Klock. Net wat warmer en melodieuzer en minder gestript, maar ze doet niet aan lief. Ze speelt ook de hard tech troef. Smullen dit, hoewel ze het sterke begin niet helemaal vast kan houden.
Dettmann en de strenge Ostgut Ton Schule
Dettmann staat tegen het eind van zijn set (3.00) wel als een absolute baas te draaien. Ai ai ai. De handjes blijven omhoog en velen ogen niet zo fris meer, maar de Duitser laat ze niet los. Dan draait hij eigenlijk een hele harde versie van techno-klassieker House of God. Maar dan zonder die pakkende tekst. Typerend: vooral geen tierelantijnen. De Ostgut Ton Schule is gestript: minder vocalen, rechtlijniger en straffer dan de Kompakt school en minder toegankelijk en populair dan de Awakenings-academie, resumeren we na drie dagen techno op #ADE13. Maar Ostgut Ton doceert vanavond gelukkig ook breder dan de strenge leer van schoolmeesters Dettmann en Klock. En die zondagnacht op ADE dag 5? Afgeladen en beuken tot in de ochtend. Kein Problem.